Leerdoelen - vissen Flashcards
Fusiform
spoelvormig - karper, forel, baars
Lateraal afgeplat
tong
Dorsoventraal afgeplat
discus, rog
Lichaamsvorm
- Fusiform - spoelvormig - karper, forel, baars
- Lateraal afgeplat - tong
- Dorsoventraal afgeplat - discus, rog
- Paling vorm - paling
- Zeepaardje
Lichaamsregios
- Kop - tot aan caudale deel kiewdeksel
- Lichaam - tot anus/anaalvin
- Staart - rest
Kop
tot aan caudale deel kiewdeksel
Lichaam
tot anus/anaalvin
Staart
rest
Lengte
- Standaardlengte - voorste punt kop naar aanhechtingspunt staartvin
- Totale lengte - voorste punt kop tot aan samengenijpte staartvin
- Vorklengte - voorste punt kop tot aan vork/inkeping van de staart
Standaardlengte
voorste punt kop naar aanhechtingspunt staartvin
Totale lengte
voorste punt kop tot aan samengenijpte staartvin
Vorklengte
voorste punt kop tot aan vork/inkeping van de staart
Mucuslaag
slijmlaag - geproduceerd door slijmbekercellen
- Functie - minder wrijving - verdedigingsmechanisme - bescherming tegen ziektes
Vinnen
- Rugvin - 1, 2 of 3 - 2e caudale vin, vetvin zonder vinstralen, vissen merken
- Staartvin - enkelvoudig of ontdubbeld
- Borstvin - gepaard
- Buikvin - gepaard
- Anaalvin - afwezig - ongepaard - soortspecifiek
Schubben
- Inclusies in de lederhuid/dermis
- Beschermende functie
- Dakpansgewijs gerangschikt
- Paling - naar elkaar - mozaiek patroon
- Naakte vis - geen schubben
- Deels schubloos
- Schubtypes
- Meestal elasmoide schubben - dun - flexibel - transparant - geen dentine
- Groeien mee - concentrische groeiringen - cirvuli - jaarringen - vissen in het wild
- Cycloide schubben - ovaal - gladde randen - fijn en dun of grof en dik - forel en karper
- Ctenoide schubben - cteni - prikkelig - baars en brasem
- Placoide schubben - tandschubben - dentine - enameloid, glazuurachtige substantie - haaien en roggen
Cycloide schubben
ovaal - gladde randen - fijn en dun of grof en dik - forel en karper
Ctenoide schubben
cteni - prikkelig - baars en brasem
Placoide schubben
tandschubben - dentine - enameloid, glazuurachtige substantie - haaien en roggen
Pigmentcellen
- Chromatofore cellen
- Melanoforen - zwart
- Erytoforen - rood
- Xantoforen - geel
- Leucoforen - wit
- Iridoforen - lichtweerkaasing
Melanoforen
zwart
Erytoforen
rood
Xantoforen
geel
Leucoforen
wit
Iridoforen
lichtweerkaasing
Kleurverandering
- Traag - aantal, grootte cellen of hoeveelheid pigment - paartijd - ziek
- Snel - camouflage - imponeren - camouflage
- Pigment gaat zich concentreren
Baarddraden
barbelen - sensorische functie - aftasten naar voedsel
Zijlijn
lateralis-systeem - omgeving aftasten
- Serie van neuromasten - sensorische orgaantjes - haarcellen met cilien - kanaaltjes met vocht die op een rij liggen en zo zijn verbonden tot 1 lang kanaal - op de bodem van dit kanaal liggen de neuromasten - signaal wordt doorgegeven naar zenuw - drukveranderingen - gaatjes in de schubben op deze lijn - Waarnemen van drukveranderingen - predatoren vermijden - zwemmen in scholen - prooien lokaliseren
Ampullae van Lorenzini
waarnemen van veranderingen in elektrisch veld - electroreceptoren - haai - tong opsporen
Operculum
kieuwdeksel - driehoekige beenderige plaat die de kieuwen bedekt - bij sommige vissen niet volledige kiew bedekt
Kieuwbogen
verschillende bogen van kieuwen
Kieuwstraal
te zien bij opheffen van operculum - ondersteunen de kieuwbogen
Premaxilla
meest rostrale deel van de bovenkaak - gewrichtje met maxilla - deze kan naar voren gebracht worden - om mond uit te strekken en prooien naar binnen te zuigen
Olieten
oorsteentjes
- Mechanisch waarnemen van geluid - versnelling - zwaartekracht - Informatie over leeftijd, groeiringen - groeisnelheid - levensgeschiedenis - taxonomie - Sagita - grootste
Precaudale wervels
die de buikholte omkameren - waar steeds 2 ribben aanzitten
Caudale wervels
geen ribben - lichaamsspieren op aanhechten - wel hemaaluitsteeksel, waar de bloedvaten zitten en bloed genome wordt, en spinaaluitsteeksel
Graten
intermusculaire beenderen
Pterygiophorum
ondersteunen de vinstralen - verbinding vinstralen en spinaaluitsteeksels
Pectorale gordel
borstgordel - ondersteund de borstvinnen
Pelvische gordel
bekkengordel - ondersteund buikvinnen
Lepidotrichia
zachte vinstralen - buigzaam - gesplitst - gesegmenteerd - dichtknijpen van vinnen is mogelijk
Ceratotrichia
zacht - niet-gesegmenteerd - vlezig - keratine/bindweefselbundels - geen samenplooiing - niet uitspreiden en dichtknijpen
Homocercale staartvin
symmetrisch opgebouwd - wervelkolom stopt hier
Heterocercale staartvin
asymmetrisch opgebouwd - wervelkolom loopt door tot in de staart
Hematopoese
- Geen beenmerg
- Hematopoese - in de milt en nier
Myomeren
spierbundels - met elkaar verbonden door bindweefsel
Myosepta
bindweefselstrengen die myomeren met elkaar verbinden
- Dorsaal myoseptum
- Horizontaal myoseptum
Skeletspieren
doorbloeding
- Witte - weinig doorbloed - kabeljauw - Rode - sterk doorbloed - tonijn - Roze - tussenvorm - zalm
Epaxiale musculatuur
dorsaal van horizontaal myoseptum
Hypaxiale musculatuur
vertraal van horizontaal myoseptum
Keeltanden
te vinden ter hoogte van de farynx - kunnen het voedsel malen en fungeren als een grote maalsteen
Maalsteen
keeltanden die fungeren als grote maalsteen
Thecodonte tanden
beenvissen - ingeplant in tandkassen
Acrodonte tanden
haaiachtigen - vast met bindweefselstrengen - snelle vervanging
Polyfyodonte tanden
verschillende keren vervangen
Appendices pyloricae
pylorische ceca - in plaats van villi - uitstulpingen van voorste deel darm die blind eindigen die ervoor zorgen dat er veel contactoppervlak wordt gecreerd voor vertering
Zwemblaas
vesica natatoria - luchtkamer met lucht of gas gevuld - regeling soortelijk gewicht - behoud evenwicht - regeling positie in waterkolom - evenwicht - registratie en productie van geluid
Ductus pneumaticus -
verbinding van de zwemblaas met de slokdarm
Physostomata
karper- en zalmachtigen - verbinding met slokdarm blijft - ductus pneumaticus - zwemblaas vullen door luchthappen
Physoclistae - kabeljauw
kabeljauw - verbinding met slokdarm verdwenen - gasklier op de zwemblaaswand
Gasklier
op de cranioventrale wand van de zwemblaas - voor vulling van de zwemblaas
Operculum
kieuwdeksel - driehoekige beenderige plaat die de kieuwen bedekt - bij sommige vissen niet volledige kiew bedekt
Kieuwbogen
verschillende bogen van kieuwen
Kieuwstraal
te zien bij opheffen van operculum - ondersteunen de kieuwbogen
Kieuwspleten
haaien - spiraculum, gaat caudaal van de ogen, komt ook water binnen
Filamenten
caudolateraal gericht - twee rijen - ondersteunen het kraakbeen
Hemibranch
1 rij filamenten
Holobranch
2 rijen hemibranch filamenten samen
Kieuwlamellen
plaatvormige structuren loodrecht op filamenten - veder vormige structuur met groot contactoppervlak
Kieuwuitsteeksels
gill rakes - uitsteekseltjes ter bescherming van kieuwen
Functionele bloedsomloop
voorzien van zuurstof - arterien - arterio-arteriele weg
Nutritionele bloedsomloop
kieuwweefsel zelf van zuurstof voorzien - venen - arterio-veneuze weg
Voortplanting
sperma inbrengen in vrouwtjes
- Claspers - haaien - sperma inbrengen in vrouwtjes - Gonopodium - aquariumvisjes - guppy - anaalvin omgevormd - sperma inbrengen in vrouwtjes
Claspers
haaien - sperma inbrengen in vrouwtjes
Gonopodium
aquariumvisjes - guppy - anaalvin omgevormd - sperma inbrengen in vrouwtjes
Cavum peritonei
buikholte
Cavum pericardii
borstholte - hart
Enkelvoudige bloedomloop
eenvoudig - zuurstofarmbloed van lichaam - hart - ventrale aorta - door 4 kiewenbogen via kiewboogarterien - zuurstofrijk bloed - dorsale oarta - afsplitsingen naar rest van het lichaam
- Ventrale oarta - zuurstofarm bloed - Afferente kieuwboogarterie - Efferente kiewboogarterie - Dorsale aorta - zuurstofrijkbloed - Caudale arterie - in hemaalboog - caudaal van buiholte - Caudale vene - in hemaalboog
Bloed nemen
hemaalboog - tussen schubben - ventraal of lateraal - caudaal van anaalvin
Rode bloedcellen
gekernt
Rosette
talrijke lamellen van het olfactorische epitheel
Rostrale en caudale neusopening
niet in verbinding met mondholte - kunnen ruiken - sterk ontwikkelde reukzin - rostraal van ogen - olfactorisch weefsel - reukepitheel in lamellen - water stroomt binnen via rostrale en verlaat het via achterste
N. olfactoris
verbindt de bulbus olfactorius met het olfactoir orgaan
Bulbus olfactorius
rostraal gelegen - zwaar en verbonden via de tractus olfactorius met de hersenen
Productie van geluid
tandenknadsen - vibraties tegen zwemblaas
Zintuigen
- Meestal geen oogleden - haai heeft vaak knipvlies ter bescherming
- Nagegoeg geen smaakpapillen op de tong
- Kunnen wel horen