Leerdoelen - splanchnologie - urinaire stelsel Flashcards
Het urinaire stelsel
organa urinaria - nieren, urethers, urineblaas en urethra
Micro-anatomische structuur - urinaire stelsel
wand van de afvoerwegen is opgebouwd uit een slijmvlies, een spierlaag en een tunica adventitia/serosa
Embryonaal - urinaire stelsel
urinale stelsel ontstaat in enge relatie met het genitale stelsel
De nier
ren
Craniale nierpool
extremitas cranialis - van de rechternier zorgt voor een impressio renalis in de lobus caudatus van de lever
Caudale nierpool
extremitas caudalis - duidelijk afgerond en ligt vrij
Bovenzijde nier
facies dorsalis - ligt retroperitoneaal en raakt aan de diafragmapijlers - de nieren bewegen iets mee met het ademhalingritme
Onderzijde nier
facies ventralis - welft uit naar de buikholte toe en is bedekt door peritoneum
Laterale rand nier
margo lateralis - mooi afgerond
Mediale rand nier
margo medialis - vertoont een indeuking - ter hoogte van de nierhilus stulpt een diepe uitholling uit tot diep in de nier
Hilus renalis
indeuking van de mediale rand
Sinus renalis
diepe uitholling tot diep in de nier ter hoogte van de mediale rand
Nierbekken
pelvis renalis - intrarenale verzamelruimte van de urine waar de urether op aansluit
Kleur van de nieren
roodbruine kleur en vaste consistentie
Nierkapsels
nieren zijn omgeven door 2 kapsels - vetkapsel en nierkapsel
Capsula adiposa
vetkapsel - uitwendige vetlaag
Capsula fibrosa
nierkapsel - dunne maar stevige bindweefsellaag die bedekt is door het vetkapsel en die het nierweefsel volledig omgeeft
Lobi renalis
nier is uit deze nierlobjes opgebouwd
Schorszone
cortex renis - urine vormende nierlichaampjes
Mergzone
medulla renis - centraal waarin de afvoerwegen liggen
Piramis renalis
mergzone van iedere nierlob heeft de vorm van deze piramide - basis tegen de schors zone en top puilt tepelvormig uit
Papilla renalis
de top van de pramis renalis die tepelvormig uitstulpt
Ductus papillaris
uitmondingen van de talrijke afvoerwegen op de nierpapil - urine verlaat hier het nierweefsel
Nierbekken
pelvis renalis - centrale verzamelruimte waarin de nierpapillen uitpuilen
Nierkelken
calices renales - nierpapillen die in de nierbekken uitpuilen worden hierdoor omgeven - kelk- of bekervormige uitstulpingen van de verzamelruimte
Nierpapillen
tepelvormige uitpuilingen van de nierpiramiden
Crista renalis
de versmolten nierpapillen vormen deze enkelvoudige
Capsula adiposa
vetkapsel dat variabel, maar meestal sterk ontwikkeld is
Capsula fibrosa
dunner maar stevig bindweefselkapsel
Cortex renis
nierschors - bruinrood van kleur en heeft een gekorreld uitzicht dat wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van de duizenden speldenkop-grote nierlichaampjes
Medulla renis
niermerg - vertoont een fijne radiale streping die veroorzaakt wordt door de evenwijdige gerangschikte afvoerbuisjes van de urine
Aa. en vv. interlobares
geven de grenzen aan tussen de al dan niet gefusioneerde nierpiramiden
Aa. en vv. arcuatae
interlobulaire bloedvaten afgegeven in de grenszone tussen de nierschors en het niermerg door de aa. en vv. interlobares - kleinere bloedvaten stralen hiervan in de schors en het merg uit
De urineleider
ureters
Pars abdominalis
retroperitoneaal in het dak van de buikholte - omgeven door vet en relatief dichtbij de mediaanlijn
Pars pelvina
treed bij het bereiken van de bekkenholte in het ligamentum vesicae laterale en buigt naar caudoventraal af - om dichtbij de mediaanlijn de blaashals te bereiken - bij mannelijke dieren wordt de ureter dwars gekruisd door de zaadleider
De urineblaas
vesica urinaria - peervormig hol orgaan dat caudoventraal in de buiholte ligt
Apex vesicae
vertex vesicae - afgeronde voorrand van de urineblaas
Corpus vesicae
middendeel van de urineblaas - afhankelijk van de blaasvulling matig tot zeer volumineus
Blaashals
cervix vesicae - naar caudaal versmalt het corpus geleidelijk - loopt zonder duidelijke grens over in de buisvormige urethra
Columnae uretericae
inwendig uitpuilen van de blaaswand door de passage van de ureters
Plicae uretericae
kleine slijmvliesplooien waarin de ureters uitmonden
Trigonum vesicae
slijmvliesplooien die naar caudaal toe convergeren - lijnen een driehoekige zone af
Crista urethralis
de plicae uretericae lopen vaudaal uit op een mediane slijmvliesplooi - is nog een eind in de urethra te volgen
M. detrusor vesicae
spierwand van de urineblaas
M. urethralis
dwarsgestreept spierweefsel dat de urethra omgeeft - willekeurige blaassfincter
Ophanging van de urineblaas
beiderzijds aan linker en rechter ligamentum vesicae laterale - ventraal aan het onpare mediane ligamentum vesicae medianum - de voorrand van ieder ligamentum vesicae laterale is versterkt door een fijne streng igamentum teres vesicae
De urinebuis
urethra
Urethra feminina
vormt bij vrouwelijke huisdieren de korte verbindingsbuis tussen de urineblaas ene het vestibulum vaginae
Ostium urethrae externum
hier mondt de urethra uit in de ventrale wand van het vestibulum vaginae
M. urethralis
omgeeft de volledige urethra feminina
Urethra masculina
bestaat bij mannelijke dieren uit een gedeelte dat zich in de bekken bevindt en een gedeelte dat in de penis omsloten wordt
Pars pelvina
deel van de urethra masculina dat zich in de bekken bevindt
Pars penina
deel van de urethra masculine dat in de penis omsloten wordt
Isthmus urethrae
vernauwing ter hoogte van de ventrale bocht op de arcus ischiadicus in het lumen van de urethra masculina