Leerdoelen - konijn Flashcards

1
Q

Voedster

A

vrouwelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Rammelaar

A

mannelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Schedel

A
  • Lateraal - bij maxila een zone met gaten - spons - facies cribrosa maxillae
    - Dorsaal - orbita - lateraal geplaatst en vrij groot - inkepingingen - incisura supraorbitales
    - Ventraal - bulla tympanica - beetje naar de zijkant geplaatst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Scapula

A

slank - scherpe driehoek
- Ter hoogte van spina scapulea - acromium - 2 goed palpeerbare structuren, processus hamatus en processus suprahamatu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Os carpi centrale

A

ingesloten tussen het os carpi radiale en os carpi intermedium enerzijds en het os carpale II en III anderzijds - weinig tot geen pronatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Os tarsi centrale

A

ter hoogte van het plantaire uiteinde is een groot puntig verlengstuk aanwezig dat loopt tot aan de metatarsus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voorpoten

A

5 tenen met 3 kootjes, behalve duim die heeft 2 kootjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Achterpoten

A

4 tenen met 3 kootjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Tastharen

A

pili tactiles - op bovenlip - voedsel aftasten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Philtrum

A

bij bovenlip die iets zwaarder gebouwd is - ook bij hazen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Stifttand

A

dens minor - kleine extra tand achter de snijtanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hypsodont

A

geen echt onderscheid tussen kroon en wortel, radix clinica en corona clinica - groeien levenslang door omdat pulpaholte niet sluit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Radix clinica

A

onderste deel tand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Corona clinica

A

bovenste deel tand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Tandformule

A

bovenhelft, 2I, 3P, 3M - onderhelft, 1I, 2P, 3M

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke tanden monophydont, diphodont en hypsodont zijn

A

dens major en onderkaak niet gewisseld, kleine stifttandje wel

17
Q

Normale occlusiewijze tussen bovenste en onderste snijtanden en tussen de kiezen van de boven- en onderkaak

A

premolaren en molaren sluiten aan op tussentandruimte van tegenoverliggende premolaren en molaren van andere kaak, zichzag lijn op rx-foto

18
Q

Ampulla ilei

A

dikwandig - veel lymfoid weefsel - belangrijk voor immuunsysteem - obstructie

19
Q

Appendix vermiformis

A

zonder haustra - glad oppervlak - immunologische functie

20
Q

Ampulla coli

A

eivormige en gladde dilatatie in het colon ascendens

21
Q

Cecotrofen

A

zachter, lichter en slijmlaagje - gedeeltelijk gefermenteerde cecum inhoud - weinig vezels, hoge gehaltes aan AZ, vit B en K - voedingswaarde voor konijn - nachtmest

22
Q

Cecotrofie

A

actief terug opgenomen voor de hoge voedingswaarde - eigenlijk geen mest

23
Q

Longen

A

vrij klein in verhouding met het lichaam - rechter het grootst - klassieke indeling - roze - veel bindweefsel

24
Q

Nieren

A

dorsaal - veel vet errond - unilobair - rood/bruin - klassieke bouw

25
Q

Type uterus en leg uit - voedster

A

uterus dublex - twee cornua - dubbel corpus - dubbele cervix

26
Q

Vestibulum vaginae - voedster

A

ostium urethrea externum zit hierin, niet in de buitenwereld (verschil met knaagdieren, 3 openingen)

27
Q

Sinus perinealis - voedster

A

2 soort kale gaten/instulpingen naast de vagina - klieren - glandulae perineales

28
Q

Sinus perinealis - rammelaar

A

2 gaten langs de zijkant - glandula perionalis major en minor - stinkend secreet

29
Q

Canalis vaginalis - rammelaar

A

verbinding met buikholte, deze blijft open staan - hernia - mooi afsluiten bij castratie

30
Q

Gl. perinealis major en minor - voedster en rammelaar

A

perineaalklieren

31
Q

Vv. auriculares caudales

A

op de achterzijde van de oorschelp

32
Q

A. auricularis caudalis

A

centraal op het oor

33
Q

Twee bloedvaten die kunnen aangeprikt worden voor bloedname

A

oor - vv auriculares caudales, lateralis, intermedia, medialis die oppervlakkig liggen - a. auricularis caudalis, midden, bloed nemen - v. jugulairs, bloed nemen, grote bloed volumes - voorpoot en achterpoot ook mogelijk om bloed te nemen

34
Q

Lissencephalon

A

grote hersenen - cerebrum - glad oppervlak, geen windingen

35
Q

Oren

A

thermoregulatie - sterke vascularisatie en grote arterio-veneuze anastomosen

36
Q

Intugement

A
  • Geen zoolkussens, alles behaard, bacteriele infecties
37
Q

Melkklieren

A

4/5 paar - moeilijk terug te vinden