Leerdoelen - splanchnologie - vrouwelijk geslachtsstelsel Flashcards
Ovaria
eierstokken - parige vrouwelijke gonaden die instaan voor de productie van de eicellen en van vrouwelijke geslachtsorganen
Eileiders
tubae uterinae - komen beiderzijds voor - zorgen voor het opvangen en het transport van de geovuleerde eicellen naar de baarmoeder
Uterus
baarmoeder - volumineuze orgaan waarin de bevruchte eicel kan ontwikkelen en uitgroeien tot een foetus
Vagina
schede - geboortekanaal en vrouwelijk copulatieorgaan
Vestibulum vaginae
sluit caudaal aan op de vagina - in de bodem van het vestibulum mondt de urethra feminina uit, zodat het vestibulum ook de afvoer van de urine verzorgt
Vulva
uitwendige opening van het vrouwelijke geslachtsapparaat
De eierstokken
ovaria
Mesovarium
insereert op het ovarium ter hoogte van de margo mesovaricus
Margo mesovaricus
hierlangs bereiken of verlaten de leidingen het ovarium
Hilus ovarii
de zone waarlangs de leidingen het ovarium bereiken of verlaten
Margo liber
vrije rand - de rand tegenover de margo mesovaricus die geen aanhechtingen heeft
Fossa ovarii
diepe inkeping - ovulatiegroeve - bij de merrie, op de plaats van de vrije rand
Extremitas tubaria
craniale pool van het ovarium - eileider komt hier met haar wijde aanvangssegment tegenaan te liggen
Extremitas uterina
caudale pool van het ovarium - gericht naar de uterus
Ligamentum ovarii proprium
verbind de extremitas uterina - kort en stevig ligament
Facies lateralis en facies medialis
ovaria zijn zijdelings afgeplat zodat 2 facies te onderscheiden zijn
Ovariele follikels
orgaan-specifieke functionale structuren van het ovarium
Corpora lutea
orgaan-specifieke functionale structuren van het ovarium
Cortex ovarii of zona parenchymatosa
buitenzone
Medulla ovarii of zona vasculosa
bloedvatenrijke zone
Vesiculaire follikels
tertiaire follikels - klein dunwandig blaasje vol follikelvocht
Rijpe follikel
Graafse follikels - verder uitgegroeide vesiculaire follikels - de andere involueren en verdwijnen door atresie
Ovulatie
eicel komt vrij uit rijpe follikel
Corpus hemorrhagicum
deel van de follikel die niet bestaat uit de rijpe eicel en wordt opgevuld met bloed
Corpus luteum
geel lichaam - bloed wordt geresorbeerd en corpus hemorrhagicum vormt zich snel hiertoe om en puilt aan het oppervlak van het ovarium
Corpus luteum cyclicum
het gele lichaam verdwijnt aan het einde van de ovariele cyclus
Luteum graviditatis
bij dracht groeit het gele lichaam hiertoe uit - blijft veel langer en houd de dracht in stand
Corpus albicans
kleine witte bindweefselmassa van de resten van een geinvoleerd corpus luteum
Actieve ovaria
vertonen verschillende stadia van follikels en/of corpora lutea - relatief groot en oppervlak is oneffen
Inactieve ovaria
afwezigheid van vesiculaire en/of rijpe follikels en van corpora lutea
Infundibulum tubae uterinae
wijde trechtervormige beginsegment van de eileider
Fimbriae
talrijke vingervormige uitlopers op de infundibulum tubea uterinae
Fimbriae ovaricae
het deel van de fimbriae dat vergroeid is met het ovarium - zorgen ervoor dat het infundibulum steeds dichtbij het ovarium blijft om geovuleerde eicellen op te vangen
Ostium abdominale tubae uterinae
de fimbriae convergeren in de diepte
Ampulla tubae uterinae
licht gekronkelde, relatief wijde craniale deel van de eileider
Isthmus tubae uterinae
dunner, korter en iets meer gekronkeld dan de ampulla