Leerdoel 1 Flashcards
1
Q
Klassieke NSAID
A
- Werkingsmechanisme:
reversibele binding aan COX (cyclo-oxygenases)
waardoor productie van het tussenproduct prostaglandine H2 uit arachidonzuur voor prostaglandines en tromboxane A2 wordt geremd.
Prostaglandines hebben een aandeel in ontstekingsreactie (oedeemvorming) en pijn (verhoging gevoeligheid sensibele zenuwen voor prikkels), met name PGE2.
Door vermindering van productie van deze stoffen vermindert de ontsteking en de pijn.
- Belangrijkste bijwerkingen:
- Maagdarmklachten (ulcus/pijn/diarree)
- cardiovasculair (trombose, CVA, myoardinfarct)
- renaal (water/zout retentie)
- Verminderde trombocytenaggregatie (hogere bloedingsneiging, duizelig, hoofdpijn)
- Perinataal (weeenremming, sluiting ductus arteriosus)
- Overgevoeligheid
Bijwerkingen verschillen bij individuele middelen door variëren evenwicht tussen COX1 en COX2 remming.
- Farmacokinetiek:
NSAID’s zijn zwakke zuren, vrij snel opgenomen in de dunne darm, metabolisme door lever, excretie via urine. - Indicaties:
Pijnstilling
antipyreticum
ontstekingsremming
5. Contra-indicaties: Ulcus pepticum (actief of 2x in vg) actieve CU of crohn Cerebrovasculaire of andere bloedingen/ verhoogde bloedingsneiging geïnduceerde astma aanval door klassieke NSAID ernstig gestoorde lever/nierfunctie ernstig hartfalen ernstige dehydratie