Learning and Memory Flashcards
4 vormen leren
- perceptual learning
- stimulus- response learning
- motor learning
- relational learning
uitleg: perceptual learning
herkennen van bekende stimuli,
ordenen van objecten, mensen en situaties in categorieen
vind plaats in sensory association cortex
uitleg: stimulus- response learning
leren van bepaalde reactie op bepaalde stimulus
bv classic of operant conditioneren
klassiek: reflexief gedrag
uitleg: hebb- rule
synapse actief ongeveer tegelijk met een postsynaptische actiepotentiaal - > synapse verbinding word sterker
classic conditioneren -> door herhaling van US en CS tegelijk word te synaps tussen CS- neuron en UR- neuron sterker
uitleg: motor learning
leren van een nieuwe respons - dus onderdeel van stimulus- response learning
3 typen relational learning (declaratief, explici geheugen)
spatial learning: bv. objecte herkennen in een ruim en de relative positie tussen de objecten en de positie van de subject zelf
episodic learning: volgorde van evenementen onthouden
semantisch: concept, betekenis
ruimte/tijd/concept
belangrijke structuren: hippocampus en associative structuren
uitleg: hippocampal formation
temporal lobe: bestaat uit
hippocampus proper
dentate gyrus
subiculum
uitleg: long-term potentiation (LTP)
versterking van connectie tussen een bepaalde synapse en een neuron door herhaalde hoge frequentie van actiepotentialen
hoge frequentie nodig, lage frequentie voldoet niet om threshold voor LTP
uitleg: population EPSP
meting van postsynaptische potentialen bij een groep neuronen door een bepaalde pad
uitleg: associative long-term potentiation
sterke en zwakke synaps tegelijk actief ->
depolarisatie en zwakke synaps tegelijk actief -> voldoet aan voorwaarde hebb rule
-> synaps
verschil tussen long-term depression en long- term potentiation
log-term potentiation: versterking synaps door depolarisatie neuron en activatie synaps
long-term depression: verzwakking synaps door hyperpolarisatie neuron en activatie synaps
theorie: 2 verschillende soorten NDMA receptoren
2 evenementen eisen voor LTP
- depolarisatie van neuron
- activatie van synapse
uitleg: NDMA receptor
ion canaal afhankelijk van membran potentiaal EN neurotransmitter
glutamaat an receptor + actiepotential (magnesium verdwijnt uit canaal) = canaal open - CA kan in neuron
uitleg: AMPA receptor
ionotrope glutamaat receptor, controle over sodium canaal, leidt tot EPSP
versterking van synapse door meer AMPA receptoren -> meer sodium ionen kunnen in de membran-> sterkere depolarisatie
uitleg: CAM KII
enzym activeert door Calcium (2nd messenger)
belangrijk voor het transport van AMPA receptoren in de membran van dendrite
presynaptische verandering door LTP
meer glutamaat wordt in de synaptische spleet vrijgelaten
theorie: nitric oxide synthase, enzym produceert nitric ocide, een retrogerade (backwards) messenger van postsynaptische dendrite naar presynaptische axon
activeert door calcium
uitleg: long term depression
actiepotential frequenties onder 10hz -
synaptische activatie + postsynaptische membran hyperpolariseert of zwaak depolariseert
=
verminderen AMPA receptoren in postsynaptische membran
instrumental conditioning: 2 paden tussen sensory assicuation en motor association cortex
- direct transcortical connections - van een area van cortex naar een andere
leren van complexe bewegingen en het ontstaan van episodische geheugen
- connections via basal ganglia en thalamus - observeert eerst wat transcortical connections doen, en is naar een bepaalde tijd in staat deze “gedrag” zelf aan te sturen
daardoor zijn transcortical connections vrij voor anderen dingen, bv auto rijden en praten
pad over thalamus en basial ganglia
cerebral cortex stuurt sensorische informatie naar neostriatum ( caudate nucleus en putamen)
frontal lobe stuurt informatie over planned movements etc naar neostriatum
neostriatum stuurt informatie naar globus palidus
globus palidus stuurt naar motor cortex
2 functies van reinforcement system
- ontdeken van reinforcing stimulus
- versterken van connectie tussen neuronen die discriminative stimulus ontdeken en neuronen die de respons uitvoeren
locatie en functie pleasure center
locatie: medial forebrain bundle
verbinden van dopaminerge neuronen in ventrale tegmentale gebied met neuronen in nucleus accumbens
locatie central executive
dorsale prefrontale schors
diPFC neuron belangrijk voor werkgeheugen
4 typen niet declaratief geheugen
procedureel- fietsen
percptueel- snel herkennen
klassik condt. - pavlov
niet associativ leren - gewenning
3 typen declaratief geheugen
episodisch - relaties in tijd
semantisch - conceptuele relaties
ruimtelijk - ruimtelijke relaties
declaratief leren allemal localiseert in temporale kwabben
verschil declaratief en impliciet geheugen bij schade an hippocampus
impliciet leren is niet betrokken van schade an hippocampus
voorbeeld: perceptial priming
uitleg: reconsolidation
aanpassen van herinneringen in het LTM
verschil anterograde en retrogerade amnesie
anterograde: wel herinneringen aan periode voor amnesie, onvermogen relationeel te leren
retrograde: geen herinneringen aan periode voor amnesie, wel in staat relationeel te leren
ontstaan van amnesie in de hippocampus
vindt plaats in de ammonshoorn (CA)
door storing in metabolisme te veel glutamaat
stimulatie van NDMA receptoren
te veel calcium in de cellen
dood van cellen
uitleg: place cells
neuron in hippocampal formation: gevoelig voor bepaalde spatiene locaties
effect van slow wave sleep en REM slaap voor geheugen
slow wave sleep: helpt consolidatie van declaratieve geheugen
REM slaap: helpt consolidatie van non declarative geheugen
effect van relationeel leren op neurogenesis
relationeel leren taak: neurogenesis vindt plaats
stimulus respons taak: geen nieuwe neuronen ontstaan