Language Structure Flashcards

1
Q

5 attributen van taal

A
  1. communicative - stelt communicatie tussen invividuen in staat
  2. Arbitrary - sound -> meaning - connectie is willekeurig
  3. structured - verschil in structuur -> verschil in betekenis
  4. generative - oneindig betekenis mogelijk door combinatie van woorden
  5. dynamic - constant aan het veranderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

4 levels van taal

A
  1. phonemes - sounds
  2. -> woorden
  3. -> zinnen
  4. -> texts - complex ideas
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

verschil competence en performance

A

competence: theoretische kennis van grammatica
performance: toepassing, spreektaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

uitleg: word-chain grammar

A

grammaticale zinnen worden woord voor woord gevormt

elk woord wordt gekozen gebaseert op eerdere woorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

uitleg: recursion

A

symbol beinhoud zichzelf als deel van definitie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

uitleg: phase structur grammar

A

zinnen als hierarchien

en bestaan uit enkele “phrases”

het wordt gebruik gemaakt van recursion

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

deep structure vs surface structure

met betrekking tot zinnen

A

deep: bedoeling van de zin
surface: opbouw van de zin

zelfde diepe structuur kan worden getransformeerd in meerdere oppervlakkige structuren en andersom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

elemente: leren van taal

A
  1. cooing
  2. babbeling
  3. overextension: beperkte woordenschat wordt voor alles gebruikt - elk persoon is “daddy”, elk dier “doggie” etc
  4. overregularization: onregelmatige woorden niet juist gebruiken

leeftijd 4 -> kind kent correcte grammatica (implicit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

uitleg: critical period

A

critical period is een tijdstip waar een taal zonder moeite kan geleerd worden

2de taal leren moeilijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

uitleg: Whorfian hypothesis

A

sterk: gedachten zijn zo sterk afhankelijk van taal dat het niet mogelijk is deze gedachten in een andere taal de denken
zwak: elk taal bevoordeelt bepaalde gedachten

geen goede evidentie, tot nu toe alleen maar voor tellen van getallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly