Language Structure Flashcards
5 attributen van taal
- communicative - stelt communicatie tussen invividuen in staat
- Arbitrary - sound -> meaning - connectie is willekeurig
- structured - verschil in structuur -> verschil in betekenis
- generative - oneindig betekenis mogelijk door combinatie van woorden
- dynamic - constant aan het veranderen
4 levels van taal
- phonemes - sounds
- -> woorden
- -> zinnen
- -> texts - complex ideas
verschil competence en performance
competence: theoretische kennis van grammatica
performance: toepassing, spreektaal
uitleg: word-chain grammar
grammaticale zinnen worden woord voor woord gevormt
elk woord wordt gekozen gebaseert op eerdere woorden
uitleg: recursion
symbol beinhoud zichzelf als deel van definitie
uitleg: phase structur grammar
zinnen als hierarchien
en bestaan uit enkele “phrases”
het wordt gebruik gemaakt van recursion
deep structure vs surface structure
met betrekking tot zinnen
deep: bedoeling van de zin
surface: opbouw van de zin
zelfde diepe structuur kan worden getransformeerd in meerdere oppervlakkige structuren en andersom
elemente: leren van taal
- cooing
- babbeling
- overextension: beperkte woordenschat wordt voor alles gebruikt - elk persoon is “daddy”, elk dier “doggie” etc
- overregularization: onregelmatige woorden niet juist gebruiken
leeftijd 4 -> kind kent correcte grammatica (implicit)
uitleg: critical period
critical period is een tijdstip waar een taal zonder moeite kan geleerd worden
2de taal leren moeilijk
uitleg: Whorfian hypothesis
sterk: gedachten zijn zo sterk afhankelijk van taal dat het niet mogelijk is deze gedachten in een andere taal de denken
zwak: elk taal bevoordeelt bepaalde gedachten
geen goede evidentie, tot nu toe alleen maar voor tellen van getallen