Deductive Reasoning Flashcards
uitleg: normative theories
een keuze optimal, beter dan de andere keuzes
uitleg: expected value theory
optimale keuze: hoogste financiele opbrengst, rekening houden met waarschijnlijkheid
bv.
0. 5 kans op 50 = 25
0. 25 kans op 110 = 27.5 <- optimale keuze
uitleg: exptected utility
individuele waarde van expected value
bv. je bent hongrig
0. 85 kans op 10 = 8.5 <- optimale keuze
0. 25 kans op 45 = 11.25
uitleg:
description invariance
procedure invariance
rationale keuzes -> 2 principes
description invariance: altijd dezelfde keuze voor dezelfde of soortgelijke problem
procedure invariance: keuze onafhankelijk van meting
-> mensen maken geen rationale keuzes
uitleg: problem frame
de manier met die het problem wordt beschreven
-> veroorzaakt vaak een storing van description variance bij mensen
uitleg: psychic budget
categoriseren van onkosten in mentale categorieen
gelijke onkosten in sommige categorieen geaccepteerd en in sommige niet
uitleg: sunk cost
investment al uitgegeven is sunk cost
zal eigenlijke niet keuzes na de investment beinvloeden
bv. bioscoop betaald -> kut film -> desalniettemin zitten bijven
uitleg: loss aversion
angst voor een verlies is groter dan de verwachte plezier van winst
uitleg: satisficing
optimizing soms niet altijd de moeite waardig voor mensen
-> keuze die tevreden maakt
“shortcuts”
uitleg: algoritm en heuristic
heuristic: simpele cognitieve regel, niet veel berekenen maar waarschijnlijk goede keuze
kan leiden tot slechte keuze of inconsistente keuze
algorithm: formule die consistente en optimale keuze maakt
bv expected value
uitleg: representativeness
is een heuristic
gebruiken van categorieen om waarschijnlijkheden te “berekenen”
bv. munten of “linda is a bank teller”
uitleg: gamber fallacy
random game - een uitkomst lange niet gebeurt
-> verwachten dat het binnenkort moet gebeuren terwijl de kans altijd gelijk blijvt
uitleg: availiability
heuristic: uitkomst die makkelijker te bedenken is lijkt waarschijnliker
uitleg: anchoring en adjustement
heuristic:
beginnen met anchor value, daarna aanpassen naar boven/beneden -> beinvloed keuze
bv.
1x2x3x4x5x6x7x8x9 (lager)
vs
9x8x7x6x5x4x3x2x1 (hoger)
2 typen informatie die negeert wordt
- sample size: mensen hebben geen natuurlijke gevoel voor sampel sizes
- ignoring the base rate: basic odds worden negeert door (bv pinguin in cafe, 80% zekerheid)
pinguin in cafe = base rate
deductive vs inductive
deductive - formal logic
inductive - een conclusie waarschijnlijker dan andere, maar niet fout/juist
uitleg: syllogism
zelfde als conditonal statement maar zonder “if then”
uitleg: pragmatic reasoning schemas
generaliseerd aantal regels gebruikt om het doel te berijken
nuttiger dan deductive reasoning
systematische fouten bij syllogismen
- conversion error: no & some kan je omdraaien, all & some…not niet! -> classic fout
- conversational implicature - logische taalgebruik anders dan dagelijkse taalgebruik
- atmosphere - 3 negativs, 3 soms etc lijkt logisch, maar is niet
- prior beliefs - als je weet dat iets niet klopt terwijl het logisch wel klopt
uitleg: mental models theory
bij syllogismen wordt er een of meerdere mental models gecreert om de syllogisme op te lossen
uitleg: principle of truth
mensen bedenken alleen wat waar is, niet wat onwaar is
om minder werkgeheugen te gebruiken
uitleg: probability model
conclusies trekken niet met hulp van logica maar met hulp van waarschijnlijkheiden
uitleg: dual process model
2 systemen
system 1: simple associatie, niet bewust, niet echt over nadenken
system2: abstract reasoning, langzaam, bewust, beperkt door capaciteit van werkgeheugen