LE6 Flashcards
EVRM en zoekvaardigheid
Beperkingen op de bescherming van de rechten en vrijheden in het EU Handvest hoeven niet te voldoen aan de eis van:
1. Beperking is wettelijk geregeld
2. Beperking biedt geen lager beschermingsniveau dan het EVRM
3. Beperking dient een legitiem doel
4. Beperking wordt proportioneel toegepast
5. Wezenlijke inhoud van de rechten en veijheden wordt geëerbiedigd
- Beperking biedt geen lager beschermingsniveau dan het EVRM
Artikel 26 Handvest luidt:
“De Unie erkent en eerbiedigt het recht van personen met een handicap op maatregelen die beogen hun zelfstandigheid, hun maatschappelijke en beroepsintegratie en hun deelname aan het gemeenschapsleven te bewerkstelligen.”
Dit artikel betreft een…:
1. Recht
2. Beginsel
3. Zowel recht als ook beginsel
4. Geen recht en geen beginsel
- Beginsel
==> art. 26; beginselen worden erkend als belangrijk maar ze zijn zacht, niet bij de rechter afdwingbaar.
Welke organen zijn NIET belast met het internationale toezicht op de naleving van het EVRM?
1. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM)
2. Het Comité van Ministers van de Raad van Europa
3. De Secretaris-Generaal van de Raad van Europa
4. 2+3
5. Geen antwoord is juist
6, Alle antwoorden zijn juist
- Geen antwoord is juist
Welke toezichtprocedures kent het EVRM niet?
1. het particuliere klachtrecht
2. het statenklachtrecht
3. de rapportageprocedure
4. de inbreukprocedure
- de inbreukprocedure
Uitspraken van het HvJ EU werken door in de nationale rechtsorde conform … (vul in). De meeste uitspraken zijn …, … kunnen doorwerken in de nationale rechtsorde.
- het eraan onderliggende EU-recht… niet rechtstreeks uitvoerbaar… waardoor ze niet
- het eraan onderliggende EU-recht… rechtstreeks uitvoerbaar …. en voor zover van toepassing
- nationaal recht… niet rechtstreeks uitvoerbaar… waardoor ze niet
- nationaal recht… rechtstreeks uitvoerbaar …. en voor zover van toepassing
- het eraan onderliggende EU-recht… rechtstreeks uitvoerbaar …. en voor zover van toepassing
Welke stelling is onjuist?
1. Het Europees Sociaal Handvest (ESH) bevat weinig eenieder verbindende bepalingen.
2. Het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) bevat veel eenieder verbindende bepalingen
3. Het EVRM is in 1950 tot stand gekomen, en in 1954 geratificeerd door Nederland. Inmiddels zijn 16 protocollen toegevoegd aan het Verdrag.
4. Protocollen voorzien deels in een aanpassing van de procedurele bepalingen en deels in een aanvulling op de catalogus van beschermde mensenrechten.
5. Alle stellingen zijn juist
6. Alle stellingen zijn onjuist
- Alle stellingen zijn juist
Is het EHRM bevoegd bij een zaak omtrent Nederlandse militairen in Afghanistan?
1. Ja
2. Nee
- JA
==> omdat de effectieve controle door NL was, ook al was het buiten het grondgebied van NL.
Welke stelling is onjuist?
1. Het Comité van Ministers van de Raad van Europa is een politiek orgaan.
2. Het Comité van Ministers van de Raad van Europa is samengesteld uit de ministers van Buitenlandse Zaken van de lidstaten van de Raad van Europa.
3. De Secretaris-Generaal van de Raad van Europa is de hoogste ambtenaar van die organisatie.
4. Fasen bij een particuliere klacht: (1) onderzoek naar de ontvankelijkheid van de klacht, (2) eventueel minnelijke schikking, (3) oordeel voor het Hof.
4. Alle stellingen zijn juist
5. Alle stellingen zijn onjuist
- Alle stellingen zijn juist
Welke toezichtprocedures kent het EVRM niet?
1. de rapportageprocedure
2. prejudiciële procedure
3. het particuliere klachtrecht
4. het statenklachtrecht
- prejudiciële procedure
Welke stelling mbt het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) is onjuist?
1. Een alleenzittende rechter is bevoegd tot het uitspreken over de (niet)-ontvankelijkheid van het verzoekschrift.
2. Kamers van zeven rechters zijn bevoegd tot het uitspreken over (niet)-ontvankelijkheid van het verzoekschrift en uitspraak doen over de gegrondheid van klachten met betrekking tot vragen waarover al jurisprudentie bestaat.
3. Elke bij een zaak betrokken partij kan in uitzonderlijke gevallen na een uitspraak van een Kamer verzoeken om verwijzing naar de Grote Kamer. Dit heet “intern appèl”.
4. Alle stellingen zijn juist
5. Alle stellingen zijn onjuist
- Kamers van zeven rechters zijn bevoegd tot het uitspreken over (niet)-ontvankelijkheid van het verzoekschrift en uitspraak doen over de gegrondheid van klachten met betrekking tot vragen waarover al jurisprudentie bestaat.
==> Dit zijn Comités van drie rechters, niet Kamers van zeven rechters. Kamers van zeven rechters: Bevoegd tot het behandelen van complexe zaken (art.29 EVRM).
Welke stelling mbt de Raad van Europa is onjuist?
1. Het lidmaatschap van de Raad van Europa staat open voor alle landen die de beginselen van de rechtsstaat (rule of law) en de rechten van de mens respecteren.
2. De taken van de Raad van Europa liggen op het (brede) terrein van de samenwerking op sociaal, economisch, cultureel en juridisch gebied.
3. Het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (1950) (EVRM) heeft betrekking op de ‘klassieke’ en “sociale” mensenrechten.
4. De organen van de Raad van Europa zijn het Comité van Staatshoofden, de Parlementaire Vergadering en het Secretariaat.
5. Alle stellingen zijn juist
6. Alle stellingen zijn onjuist
- Alle stellingen zijn onjuist
==> Mbt 1: alleen Europese staten, niet alle landen
==> Mbt 2: Niet op economisch gebied
==> Mbt 3: geen sociale mensenrechten
==> Mbt 4: het Comité van MINISTERS, niet het Comité van Staatshoofden
Een minderjarig, verstandelijk gehandicapt meisje van 16 jaar werd in de inrichting waar zij verbleef gedwongen tot seksuele gemeenschap.
De dader kon niet strafrechtelijk worden vervolgd, omdat de meest gerede strafbepaling een klachtdelict was.
Het meisje was niet in staat een klacht in te dienen en haar vader, als wettelijk vertegenwoordiger, evenmin, omdat zij al 16 was, maar nog niet onder curatele stond (dit kon pas vanaf 21 jaar).
Het misdrijf gold als een klachtdelict. Omdat geen klacht mogelijk was, was ook vervolging niet mogelijk.
Dit is in strijd met…
1. artikel 2 EVRM
2. artikel 6 EVRM
3. artikel 8 EVRM
4. artikel 14 EVRM
- artikel 8 EVRM
==> EHRM 26 maart 1985, X en Y tegen Nederland, NJ 1985, 525 m.nt. EAA
Bij een arrest van het EHRM kan een … (vul in) voorkomen, van een rechter in de minderheid; hij legt uit waarom hij het oneens is met de beslissing.
Ook kan er een … voorkomen, van een rechter in de meerderheid, maar die heeft andere argumenten voor zijn oordeel dan de meeste rechters.
1. dissenting opinion… complementing opinion
2. diverging opinion… agreeing opinion
3. (partly) deflected opinion… (partly) agreeing opinion
4. (partly) dissenting opinion… concurring opinion
- (partly) dissenting opinion… concurring opinion
Welke stelling is onjuist?
1. “Instititutioneel evenwicht” heet in Europa “checks en balances”.
2. In het handvest van de grondrechten van de EU zijn er rechten en beginselen: rechten zijn afdwingbaar bij de rechter; beginselen niet.
3. Als een bepaling in het handvest van de grondrechten van de EU met duidelijkheid en onvoorwaardelijk gedefinieerd is, is het een recht. Anders is het een beginsel. Maar er zijn wel grijze gebieden.
4. Alle stellingen zijn juist
5. Alle stellingen zijn onjuist
- Alle stellingen zijn juist
Welke stelling over het EVRM is onjuist?
1. Protocol 11 EVRM is op 1 november 1998 in werking getreden, en wijzigde de structuur van het toezichtmechanisme van het EVRM, waarbij toezicht is belegd bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).
2. Protocol 14 (2010) voorziet in de mogelijkheid dat de Europese Unie toetreedt tot het EVRM (art. 59 EVRM).
3. Protocol 15 EVRM (2021) benadrukt de primaire verantwoordelijkheid van de verdragsstaten ten aanzien van de bescherming van de rechten van de mens.
4. Protocol 16 (2018) opent de mogelijkheid dat hoogste nationale rechtscolleges het Europees Hof voor de Rechten van de Mens een (niet bindend) advies vragen in een aan hen voorgelegde zaak
5. Alle stellingen zijn juist
6. Alle stellingen zijn onjuist
- Alle stellingen zijn juist