LE3 Flashcards
Uitvoering en gedeeld gezag
De hoofdregel is dat lidstaten - en niet de Commissie - verantwoordelijk zijn voor de … van Unierecht.
1. uitvoering
2. toepassing
3. uitvoering en toepassing
4. uitvoering, toepassing en handhaving
- uitvoering, toepassing en handhaving
Een specifieke vorm van … (vul in) en bevoegdheden is de mogelijkheid om nadere regels te stellen ter uitvoering van EU-wetgeving
1. operationele taken
2. wetgevende taken
3. uitvoerende taken
4. regelgevende taken
- uitvoerende taken
A: Het EU-recht kent een formeel wetsbegrip
B: Het EU-recht kent een materieel wetsbegrip
Welke stelling is juist?
1. Alleen stelling A is juist
2. Alleen stelling B is juist
3. Beide stellingen zijn juist
4. Beide stellingen zijn onjuist
- Beide stellingen zijn juist
==>
* Het Europees wetssysteem gaat uit van een formeel wetsbegrip: Het feit dat een handeling volgens een wetgevingsprocedure is aangenomen, is voldoende om deze aan te duiden als wetgevingshandeling (art. 289 lid 3 VWEU).
* Het onderscheid tussen essentiële en niet-essentiële onderdelen betekent dat het EU-recht niet alleen een formeel wetsbegrip kent (onderscheid wetgeving en niet- wetgeving niet alleen op basis van de procedure bepaald), ook de inhoudelijke afbakening speelt een rol (materieel wetsbegrip).
De processuele begrenzing van… (vul in) zijn: regels en voorwaarden van de gewone of de bijzondere wetgevingsprocedure.
1. Europese wetgeving
2. Uitvoering
3. Delegatie
4. 1+2+3
- Europese wetgeving
Wat is geen onderdeel van gedeeld bestuur?
1. Gedeelde ambten
2. Instrumenten
3. Rechtsbescherming
4. Legaliteitsbeginsel
- Legaliteitsbeginsel
Vanaf 2019 zijn sommige groeperingen van Franse landbouwers, waaronder een groepering genaamd „Coordination Rurale”, het aanbod van landbouwproducten uit andere Lidstaten systematisch gaan controleren, hetgeen in het bijzonder gepaard ging met intimidaties van groot- en detailhandelaars om hen ertoe over te halen uitsluitend Franse producten in te kopen, een minimumverkoopprijs voor de betrokken producten af te dwingen en controles te organiseren om na te gaan of de marktdeelnemers de gegeven instructies naleefden. Zo waren van april tot juli met name Spaanse aardbeien het doelwit van die campagne en in augustus en september de Belgische tomaten. In 2020 waren winkelcentra het slachtoffer van dergelijke acties tegen Spaanse aardbeien, waarbij goederen en vervoermiddelen werden vernield; binnen een tijdspanne van twee weken deden zich op dezelfde plaats tweemaal gewelddadige incidenten voor zonder dat de aanwezige politie tussenbeide kwam om de vrachtwagens en hun lading doeltreffend te beschermen, zodat deze lading werd vernield.
„Coördination Rurale” handelt vanuit onvrede met de concurrentie van landbouwproducten uit andere lidstaten, waardoor de eigen producten feitelijk niet meer rendabel op de markt kunnen worden gebracht, hetgeen de betreffende Franse landbouwers tot de afgrond heeft gedreven. De Franse autoriteiten keuren het gedrag van de landbouwers wel af, maar blijven verder passief staan toekijken en dit zint de Commissie niet. De Commissie stapt daarom naar het Hof van Justitie.
Leg uit of de actie van de Commissie kans van slagen heeft en waarom.
1. Ja
2. Nee
- Ja
==>
Ja, door het nalaten van Frankrijk wordt het vrije verkeer van goederen belemmerd zonder dat sprake is van toegestane beperkingen op dit vrije verkeer. Het feit dat Frankrijk niet ingrijpt staat haaks op het beginsel van Unietrouw, op basis waarvan Frankrijk juist zou moeten ingrijpen. Het Hof stelde vast dat Frankrijk niet zijn verplichtingen was nagekomen die het had op basis van de gemeenschappelijke marktverordeningen voor landbouwproducten en art. 34 VWEU jo. art. 4 lid 3 VEU.
Wat is geen aspect van gedeeld gezag?
1. Gedeeld recht
2. Gedeeld bestuur
3. Gedeeld grondwet
4. Gedeelde democratie
- Gedeeld grondwet
Welke stelling is onjuist?
1. Rule of reason is een voorbeeld van gedeeld recht.
2. De Francovich-doctrine inzake staatsaansprakelijkheid voor schending van het Unierecht is een voorbeeld van gedeeld recht.
3. Art. 6 lid 3 VEU is voorbeeld van gedeeld recht.
4. Het leerstuk van voorrang (Costa/ENEL ) is voorbeeld van gedeeld recht.
5. Alle stellingen zijn juist.
- Alle stellingen zijn juist.
Kartelboetes die door de Commissie worden opgelegd zijn:
1. Wetgevingshandeling
2. Niet-wetgevingshandeling
- Niet-wetgevingshandeling
==> Als geen gebruik wordt gemaakt van de gewone of bijzondere wetgevingsprocedure zal het resultaat een niet-wetgevingshandeling zijn. Geef enkele voorbeelden en typen.
Welke stelling over agentschappen is onjuist?
1. Tegen een besluit van een agentschap staat beroep open.
2. Agentschappen hebben discretionaire bevoegdheden omdat bevoegdheden naar hun worden gedelegeerd.
3. Een agentschap stelt formeel geen regelgeving vast
4. Agentschappen zorgen ervoor dat oplossingen niet onderhevig zijn aan de dagelijks veranderende politiek.
5. De meeste agentschappen zijn bestuurlijk ondergeschikt aan de Commissie en zijn dus bestuurlijk verantwoordelijk tegenover de Commissie. Het Hof oefent rechterlijke controle uit.
- Agentschappen hebben discretionaire bevoegdheden omdat bevoegdheden naar hun worden gedelegeerd.
==> Mbt 3:
Als een agentschap betrokken is bij ontwerp-regelgeving dan is verregaande betrokkenheid geoorloofd: het agentschap stelt formeel geen regelgeving vast, maar helpt de Commissie
Welke stelling is onjuist?
1. Zowel gedelegeerde handelingen als ook uitvoeringshandelingen kunnen algemeen verbindende voorschriften zijn.
2. Twee soorten uitvoeringshandelingen zijn: algemeen verbindende voorschriften zijn en bestuurlijke handelingen.
3. Uitvoeringshandelingen kunnen door de Commissie, lidstaten, de Raad en Europese agentschappen worden uitgevaardigd; gedelegeerde handelingen kunnen alleen door de Commissie worden uitgevaardigd.
4. Alle stellingen zijn onjuist.
5. Geen stelling is onjuist.
- Geen stelling is onjuist.
Welke stelling mbt de Spitzenkandidatenprocedure is onjuist?
1. Elke politieke groep (cluster) in het EP wijst iemand aan als een soort van lijsttrekker. Uiteindelijk wordt de lijsttrekker van de grootste partij/cluster hoogstwaarschijnlijk de commissievoorzitter.
2. Elke politieke groep (cluster) in het EP wijst iemand aan als een soort van lijsttrekker. Uiteindelijk wordt de lijsttrekker van de grootste partij/cluster hoogstwaarschijnlijk de voorzitter van het Europees Parlement.
3. De Spitzenkandidatenprocedure is in geen regelgeving vastgelegd.
4. Alle stellingen zijn juist
5. Alle stellingen zijn onjuist
- Elke politieke groep (cluster) in het EP wijst iemand aan als een soort van lijsttrekker. Uiteindelijk wordt de lijsttrekker van de grootste partij/cluster hoogstwaarschijnlijk de voorzitter van het Europees Parlement.
Welke stelling is onjuist?
1. Federalisme bestaat in allerlei vormen en maten, die allemaal gemeen hebben dat het altijd staten zijn en dat het gaat om een systeem waarbij wetgeving, bestuur en rechtspraak verdeeld zijn over meerdere niveaus.
2. Federale systemen hebben een tweeledig doel: (1) Pragmatisch doel: Betere resultaten bereiken door het bundelen van krachten; en (2) Ideologisch doel: waarborg voor vrede, voor de rechtsstaat en voor mensenrechten.
3. Het ideologische doel van federale systemen heeft twee kanten: (1) Intern gaat het over hoe een federaal systeem wordt gezien in het land zelf, en (2) extern gaat het over de waarborgfunctie van het federale systeem t.o.v. het buitenland.
4. Het gedeeld gezag tussen de lidstaten en de Unie is niet goed te vergelijken met federalisme. Bij beide is er een systeem waarbij wetgeving en bestuur verdeeld zijn over meerdere niveaus, maar bij gedeeld gezag is ook rechtspraak verdeeld, want bij niet geldt bij een federaal systeem.
5. Alle stellingen zijn juist.
- Het gedeeld gezag tussen de lidstaten en de Unie is niet goed te vergelijken met federalisme. Bij beide is er een systeem waarbij wetgeving en bestuur verdeeld zijn over meerdere niveaus, maar bij gedeeld gezag is ook rechtspraak verdeeld, want bij niet geldt bij een federaal systeem.
==> Moet zijn: - Het gedeeld gezag tussen de lidstaten en de Unie is goed te vergelijken met federalisme. Bij beide is er een systeem waarbij wetgeving, bestuur en rechtspraak verdeeld zijn over meerdere niveaus.
Het… (vul in) Unierecht wordt gezien als een zaak van …, omdat de leiding van het proces in handen is van de … en het draagvlak en de acceptatie bij … ligt.
- secundaire… gedeelde democratie… Europese Raad… de lidstaten afzonderlijk
- secundaire… gedeeld recht… Europese Commissie… de lidstaten gezamenlijk
- primaire… gedeelde democratie… Europese Raad… de lidstaten gezamenlijk
- primaire… gedeeld recht… Europese Commissie… de lidstaten afzonderlijk
- primaire… gedeelde democratie… Europese Raad… de lidstaten gezamenlijk
Wie neemt geen deel aan de formele vaststelling van besluiten van de Europese Raad?
1. de staatshoofden of regeringsleiders van de lidstaten
2. de vaste voorzitter van de Europese Raad
3. de voorzitter van de Europese Commissie
4. 2+3
5. Geen antwoord is juist.
- 2+3
Wat is geen agentschap?
1. Europol
2. Eurojust
3. Frontex
4. Europees Geneesmiddelenbureau
5. Rekenkamer
6. Commissariaat voor de Media
- Rekenkamer
Welke stelling is onjuist?
1. De EU is een entiteit sui generis, dwz ‘van zijn eigen soort’, opzichzelfstaand, dus niet volgend uit iets anders, want de EU is noch een gewone internationale organisatie, noch een staat. Echter deze definitie helpt niet bij het begrijpen van de aard van de EU
2. Rechtsorde is het geheel van het geldend (oftewel “positief”) recht.
3. De lidstaten van de Unie delen een eigen nationale rechtsorde, die op zijn beurt deel is van de Europese rechtsorde. Lidstaten en EU delen bestuurlijke functies, dragers van politieke en rechterlijke ambten en tot op zekere hoogte, hun democratieën. Tezamen is dit een vorm van gedeeld gezag.
4. Gedeeld gezag is gezag dat (1) verdeeld is tussen EU en lidstaten, maar (2) dat ze ook gemeen hebben.
==> Moet zijn:
3. De lidstaten van de Unie delen een Europese eigen rechtsorde, die op zijn beurt deel is van de nationale rechtsorde. Lidstaten en EU delen bestuurlijke functies, dragers van politieke en rechterlijke ambten en tot op zekere hoogte, hun democratieën. Tezamen is dit een vorm van gedeeld gezag.
Welke stelling is onjuist?
1. De Unie is een coöperatief federaal systeem met gedeeld recht en een gedeelde rechtsorde, gedeeld bestuur, gedeelde rechtspraak en een gedeelde democratie.
2. Gedeeld recht is een kwestie van inhoudelijke normen en een kwestie van gezagsaanspraak. Het is moeilijk om over gezagsaanspraak eens te worden. De gezagsaanspraak wordt daarom tussen verschillende rechterlijke instanties gewoonlijk niet uitgevochten
3. Gedeeld bestuur ziet men uit juridisch, bestuursrechtelijk, oogpunt het best in het bestaan en functioneren van de gedeelde bevoegdheden.
4. Het gedeelde karakter van de democratie in de Unie blijkt op drie niveaus van besluitvorming: dat van de Raad, dat van het Europees Parlement ,en dat van de lidstaten gezamenlijk.
5. Alle stellingen zijn juist.
- Alle stellingen zijn juist.
Economische sancties die door de Raad van Ministers worden opgelegd in het kader van het GBVB zijn:
1. Wetgevingshandeling
2. Niet-wetgevingshandeling
- Niet-wetgevingshandeling
==> Als geen gebruik wordt gemaakt van de gewone of bijzondere wetgevingsprocedure zal het resultaat een niet-wetgevingshandeling zijn.
Welke stelling is onjuist?
1. Bij een uitvoeringshandeling omtrent het milieu geldt de adviesprocedure.
2. Bij een uitvoeringshandeling omtrent volksgezondheid geldt de adviesprocedure.
3. Bij een uitvoeringshandeling omtrent belastingheffing geldt de adviesprocedure.
4. Bij een uitvoeringshandeling omtrent landbouw geldt de adviesprocedure.
5. Alle stellingen zijn juist
6. Alle stellingen zijn onjuist
- Alle stellingen zijn onjuist
Welke stelling is onjuist?
1. Het attributiebeginsel drukt de souevereiniteit van lidstaten uit.
2. Art. 4 lid 1 VEU drukt de souevereiniteit van lidstaten uit.
3. Het arrest Costa/ENEL relativeert de souevereiniteit van lidstaten.
4. Gedeelde souvereiniteit houdt zowel het relativeren van de souevereiniteit van lidstaten in als ook het uitdrukken ervan.
5. Alle stellingen zijn juist
6. Alle stellingen zijn onjuist
- Alle stellingen zijn juist
Welke stelling is onjuist?
1. ‘Call back’-mechanismen betreffen delegatiebevoegdheden. Comitologie betreft uitvoeringshandelingen.
2. Het beginsel van Unietrouw bepaalt dat zowel instellingen als lidstaten elkaar dienen te respecteren. Het beginsel kent een ‘negatieve’ en een ‘positieve’ component in de zin dat het een ‘nalaten’ en een ‘handelen’ omvat.
3. De EU wordt gezien als een voorbeeld van een coöperatief federaal systeem. Bij een dergelijk systeem is samenwerking, ofwel coöperatie, tussen het gezag op de verschillende niveaus noodzakelijk om het geheel te laten functioneren.
4. De EU verdragen kunnen beschouwd worden als een soort van constitutie. Het Hof van Justitie duidt daar in 1986 al op in het arrest Les Verts.
5. Alle stellingen zijn juist
- Alle stellingen zijn juist
NOT SURE ABOUT: - De hoogste EU-instelling is het Europees Parlement.
==> Moet zijn: - De hoogste EU-instelling is de Europese Raad
Welke stelling is onjuist?
1. Federale systemen en de EU hebben gemeen dat ze verticale machtenscheiding hebben.
2. Ook een niet-staat kan een grondwet hebben. Het HvJ gebruikt regelmatig grondwettelijke termen mbt de EU, bijv. in het arrest Les Verts.
3. Binnen de EU is er sprake van federalisme, namelijk zowel horizontale machtenscheiding (tussen EU-instellingen) als ook verticale machtenscheiding (tussen EU en lidstaten).
4. Federalisme kan worden gezien als systeem waarin gezag wordt opgedeeld in eigen gezag (self rule) en gedeeld gezag (shared rule) van tenminste twee niveaus.
5. Alle stellingen zijn juist
- Alle stellingen zijn juist
De … (vul in) houdt in: De autonome status van het Unierecht met voorrang en directe werking wordt bepaald door EU-recht zelf en niet door de nationale rechtsorde.
Mogelijke antwoorden:
1. autonome leer
2. absolute leer
3. monistische leer
4. dualistische leer
- absolute leer
Welke stelling over het Arrest Les Verts is onjuist?
1. Les Verts (parti ecologise = Groene Partij) stelde dat de verdeling van gelden voor de verkiezingen door het EP onrechtmatig is, en stelde nietigheidsberoep in.
2. Vanwege het belang van rechtsbescherming, creëerde het HvJ in Les Verts een beroepsrecht tegen rechtshandelingen van het Europees Parlement.
3. Het HvJ stelde dat de EEG een rechtsgemeenschap is, waardoor lidstaten en EEG-instellingen onder rechterlijk toezicht vallen. In dit arrest bevestigde het Hof dat de toegang tot de rechter één van de bestanddelen is van een rechtsgemeenschap.
4. Het HvJ stelde dat de EEG een rechtsgemeenschap is omdat het EG-Verdrag een constitutie vormt.
- Het HvJ stelde dat de EEG een rechtsgemeenschap is omdat het EG-Verdrag een constitutie vormt.
==> Onjuist; het HvJ stelde:
* Er kan bij het VEU en het VWEU, na afwijzing van de Grondwet voor Europa in 2005, geen sprake zijn van een constitutie, maar het EG-Verdrag is wel door het HvJ aangeduid als een ‘constitutioneel handvest waarop de Gemeenschap [thans Unie] is gegrond’.
De processuele begrenzing van Uitvoering is:
1. voorwaarden delegatiegrondslag
2. call-back mechamismen
3. gedelegeerde verordeningen
4. bijzondere wetgevingsprocedure
5. comitologie
6. 1+2
7. 2+3
8. 2+5
9. 1+5
- 1+5
Uitvoeringshandelingen zijn:
1. Rechtshandelingen die door de Commissie worden aangenomen.
2. De in art. 288 VWEU genoemde rechtshandelingen
3. Rechtshandelingen die door de Commissie worden aangenomen onder controle van comitologie
4. Rechtshandelingen die door de Commissie worden aangenomen op basis van een expliciete uitvoeringsbevoegdheid
- Rechtshandelingen die door de Commissie worden aangenomen onder controle van comitologie
Uitvoering van bestuur op EU-niveau vindt meestal plaats door…
1. Het Europees Parlement
2. De Europese Raad
3. De Raad van Ministers
4. De Europese Commissie
5. Door een andere EU-instelling
6. Er vindt geen uitvoering plaats op EU niveau, maar enkel op het niveau van lidstaten
- De Europese Commissie
Operationalisering van EU-wetgeving houdt in:
1. Uitvoerend bestuur
2. Het vaststellen van wetgevingshandelingen
3. De nationale maatregelen die nodig zijn om de effectiviteit van EU-wetgeving te waarborgen
4. De EU maatregelen die nodig zijn om de effectiviteit van EU-wetgeving te waarborgen.
- De nationale maatregelen die nodig zijn om de effectiviteit van EU-wetgeving te waarborgen
De uitvoering van bestuur heeft deze componenten:
1. De vaststelling van concrete beschikkingen/besluiten
2. De vaststelling van rechtshandelingen van algemene strekking
3. De omzetting van rechtshandelingen van algemene strekking in nationaal recht (algemeen verbindende voorschriften).
4. 1+2
5. 1+3
6. 1+2+3
- 1+2