LE1 Flashcards

Europese integratie en instellingen

1
Q

Welke stelling is onjuist?
1. De definitie van soevereiniteit houdt altijd in zowel aanspraak op gezag als ook erkenning ervan.
2. Rule of law (rechtsstaat) is een staat met overheidsgezag dat gekenmerkt wordt door (1) het legaliteitsbeginsel, (2) de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht ten opzichte van de andere machten en (3) het respecteren van de grondrechten en andere fundamentele vrijheden.
3. In de EU kan men sinds het Verdrag van Lissabon naast de rechterlijke macht (Hof van Justitie van de EU) ook duidelijk onderscheiden tussen een wetgevende macht (Europees Parlement tezamen met de Raad, op initiatief van de Commissie) en een uitvoerende macht (Europese Raad, samen met de Commissie en de Raad; ook de Europese Centrale Bank heeft hierin een rol).
4. Alle stellingen zijn juist.
5. Alle stellingen zijn onjuist.

A
  1. Alle stellingen zijn juist.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke stelling is onjuist?
1. Het Verdrag van Nice bevatte institutionele wijzigingen gericht op het functioneren van een sterk uitgebreide Europese Unie (bv. samenstelling Commissie, weging stemmen Raad, de organisatie van het HvJEU etc).
2. Het EU-Grondrechtenhandvest werd ondertekend bij het Verdrag van Nice (2001)
3. Het Grondwettelijk Verdrag / Europees Grondwet (2004) kwam vanuit het idee van “Een Europese federatie” opbouwen. Het werd bij referendum afgewezen onder Fransen en Nederlanders.
4. Het Verdrag van Lissabon (2007) realiseert een democratischer en transparanter Europa, met meer zeggenschap voor het EP en de nationale parlementen, meer inspraak voor de burger en meer duidelijkheid over wat Europa en wat de EU-landen moeten doen. Het doel ervan is se EU bestuurbaar maken.
5. Geen stelling is onjuist.
6. Alle stellingen zijn onjuist.

A
  1. Geen stelling is onjuist.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De na-oorlogse wens om Duitsland op het gebied van… (vul in) beperkingen op te leggen werd op een slimme manier vormgegeven door … (vul in).
1. economisch beleid… de EEG
2. kolen en staal… de EGKS
3. atoomenergie… Euratom
4. economisch beleid, kolen en staal en atoomenergie… het Fusieverdrag

A
  1. kolen en staal… de ESKG
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat was geen verandering die het Verdrag van Lissabon heeft gerealiseerd?
1. Meer bescherming van mensenrechten en Europese waarden
2. Nieuwe instrumenten om het buitenlandbeleid te bundelen
3. Lidstaten kregen de mogelijkheid hun lidmaatschap op te zeggen
4. Het introduceerde de drie pijlers
5. Het Verdrag verduidelijkt en versterkt de waarden en doelstellingen die aan de EU ten grondslag liggen
6. Alle antwoorden zijn zulke veranderingen

A
  1. Het introduceerde de drie pijlers
    ==> Het schafte de drie pijlers juist af. De drie pijlers bestonden sinds het Verdrag van Maastricht (1992, Unieverdrag) .
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bij welk verdrag is de drie-pijlerstructuur afgeschaft?
1. Maastricht
2. Nice
3. Amsterdam
4. Lissabon

A
  1. Lissabon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke stelling over de Europese Politieke Samenwerking (EPS) is onjuist?
1. In 1970 kwam de Europese Politieke Samenwerking (EPS) tot stand
2. De EPS was een intergouvernementele organisatie
3. De EPS was geen onderdeel van de EEG
4. het doel van de EPS was invloed uit te oefenen in kwesties van internationaal politiek belang (gezamenlijk standpunten/optreden lidstaten).
5. Geen stelling is onjuist.
6. Alle stellingen zijn onjuist.

A
  1. Geen stelling is onjuist.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welk van onderstaande landen was niet betrokken bij de totstandkoming van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) bij het Verdrag van Parijs in 1951?
1. Duitsland
2. Frankrijk
3. Engeland
4. Italië
5. België
6. Nederland

A
  1. Engeland
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Op 9 mei … (vul in) verkondigde …, … , het plan om over te gaan tot de oprichting van een … met een … karakter.
Mogelijke antwoorden:
1. 1950… Robert Schuman… Franse minister van Buitenlandse Zaken… Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) … supranationaal
2. 1948… Jean Monnet… Franse minister van Economische Zaken… Europese Economische Gemeenschap (EEG) … supranationaal
3. 1950… Charles de Gaulle… Franse president… Europese Economische Gemeenschap (EEG) … intergouvernementeel
4. 1950… Robert Schuman… Franse minister van Buitenlandse Zaken… Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) … intergouvernementeel

A
  1. 1950… Robert Schuman… Franse minister van Buitenlandse Zaken… Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) … supranationaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke stelling is onjuist?
1. Het Europees Parlement wordt gekozen volgens degressieve vertegenwoordiging (meer inspraak kleinere landen).
2. Het Europees Parlement wordt om de vijf jaar rechtstreeks gekozen door de stemgerechtigden in de EU.
3. In de Europese Raad komen regeringsleiders/ staatshoofden, voorzitter Europese Raad en voorzitter Europese Commissie (geen stemrecht) bijeen om het algemene politieke beleid en de prioriteiten van de EU te bepalen (conclusies).
4. ‘Conclusies’ zijn documenten waarin de politieke overeenstemming is omschreven en welke maatregelen plaats moeten vinden, nav gezamenlijke vergaderingen van de belangrijkste EU-instellingen.

A
  1. ‘Conclusies’ zijn documenten waarin de politieke overeenstemming is omschreven en welke maatregelen plaats moeten vinden, nav gezamenlijke vergaderingen van de belangrijkste EU-instellingen.
    ==> Moet zijn:
  2. ‘Conclusies’ zijn documenten waarin de politieke overeenstemming is omschreven en welke maatregelen plaats moeten vinden, nav vergaderingen van de Europese Raad.
    ==> Let op: het begrip “conclusie” stemt niet uit het VEU of VWEU.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke stelling is onjuist?
1. In het Verdrag van Lissabon (2007) kwam het VEU en VWEU tot stand, en is veel van de -niet in werking getreden- Grondwet in dit verdrag opgenomen (Handvest).
2. In het Verdrag van Amsterdam (1997) werd de positie van het Europees Parlement versterkt.
3. In het Verdrag van Nice (2001) waren er institutionele wijzigingen, gericht op het functioneren van een sterk uitgebreide Europese Unie.
4. In de Europese Akte werd de pijlerstructuur afgeschaft; alleen Euratom bleef apart.

A
  1. In de Europese Akte werd de pijlerstructuur afgeschaft; alleen Euratom bleef apart.
    ==> Dat was bij het Verdrag van Lissabon (2007).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke stelling mbt het Verdrag van Lissabon is onjuist?
1. Nationale parlementen kregen meer zeggenschap, dit als gevolg van het subsidiariteitsbeginsel.
2. Door bundeling van de instrumenten van het buitenlandbeleid is de rol van de EU, zowel bij de uitwerking als bij de vaststelling van nieuw beleid, versterkt
3. Door nieuwe bepalingen op het gebied van civiele bescherming, humanitaire hulp en volksgezondheid kan de EU meer doen om de veiligheid en gezondheid van de Europese bevolking te waarborgen.
4. Bevatte diverse wijzigingen in institutionele bepalingen (bv. samenstelling Commissie, weging stemmen Raad, de organisatie van het HvJEU etc).
5. Geen stelling is onjuist.
6. Alle stellingen zijn onjuist.

A
  1. Bevatte diverse wijzigingen in institutionele bepalingen (bv. samenstelling Commissie, weging stemmen Raad, de organisatie van het HvJEU etc).
    ==> Dit was het verdrag van Nice
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is geen voorbeeld van het democratisch tekort van de EU?
1. Het Europees Parlement is niet altijd in dezelfde mate betrokken bij het uitvaardigen van de wetgeving van de Unie.
2. Leden van het Europees Parlement hebben geen recht van initiatief.
3. Er is geen verantwoordelijkheidsrelatie tussen de Raad en het Europees Parlement. Die kan er ook niet zijn, nu de ministers in de Raad zitting hebben als ‘nationale’ afgevaardigden.
4. Er kan geen verantwoordelijkheidsrelatie bestaan tussen de Raad en het nationaal parlement. Alleen de ‘eigen’ minister staat in een dergelijke verhouding tot ‘zijn’ parlement.
5. De EU kan geen democratie zijn, want er ontbreekt een demos (EU volk)
6. Art. 10 VEU stelt ‘De werking van de Unie is gegrond op de representatieve democratie’, terwijl er in de praktijk degressieve representatie is.

A
  1. Art. 10 VEU stelt ‘De werking van de Unie is gegrond op de representatieve democratie’, terwijl er in de praktijk degressieve representatie is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke stelling is onjuist?
1. Het doel van het Hof van Justitie van de Europese Unie is uniformiteit: Het ziet erop toe dat EU-wetgeving in alle landen van de EU op dezelfde wijze wordt geïnterpreteerd en toegepast.
2. Het doel van de ECB is om de prijzen in de EU stabiel te houden, en zo zorgen voor economische groei en werkgelegenheid.
3. De Europese Commissie is belast met het controleren of de middelen van de EU correct worden geïnd en besteed.
4. Het EEG-Verdrag veranderde in het EG- Verdrag (Verdrag van Maastricht), 1992) en later (bij het Verdrag van Lissabon, 2007) in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).
5. Geen stelling is onjuist.
6. Alle stellingen zijn onjuist.

A
  1. De Europese Commissie is belast met het controleren of de middelen van de EU correct worden geïnd en besteed.
    ==> Dit is een taak van de Rekenkamer.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke stelling is onjuist?
1. In 1974 werd een akkoord gesloten waarin de regeringsleiders van de lidstaten zich verenigden in een nieuw orgaan om leiding te geven aan de Gemeenschap: Europese Raad.
2. In het Verdrag van Maastricht werd afgesproken dat het Europees Parlement een direct gekozen volksvertegenwoordiging zou worden.
3. In de jaren 80 ontwikkelde een commissie van het EP een ontwerpverdrag voor de oprichting van de Europese Unie. Dit Spinelli-voorstel voor de oprichting van de Europese Unie streefde naar fundamentele hervorming van de samenwerking door wijziging van het EEG-Verdrag. Het resultaat was de Europese Akte (1986), de eerste belangrijke wijziging van het EEG-Verdrag.
4. De belangrijkste nieuwe afspraken in de Europese Akte (1986) waren o.a.: (1) De lidstaten bevestigden hun onderlinge betrekkingen om te zullen zetten in een Europese Unie; (2) vóór 31 december 1992 binnen de Gemeenschap een interne markt tot stand te brengen
5. Geen stelling is onjuist.
6. Alle stellingen zijn onjuist.

A

==> Moet zijn:
2. In 1974 werd afgesproken dat het Europees Parlement een direct gekozen volksvertegenwoordiging zou worden (eerste verkiezing 1979).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke stelling is onjuist?
1. De EGKS is gebaseerd op het plan van de Franse minister van Buitenlandse Zaken Schuman, op initiatief van zijn topambtenaar Monnet, en het Verdrag was origineel in het Frans geschreven, hetgeen mede symboliseerde dat Duitsland de accepterende partij was.
2. In het Hof van Justitie van de EU is Frans de voertaal.
3. De redenen van oprichting van de EEG liggen in lijn met de oprichting van het EGKS-Verdrag: angst voor de kracht van Duitsland, de wens om een langdurige vrede te creëren en de voorwaarden die op basis van het Marshallplan waren gesteld.
4. De belangrijkste nieuwe afspraken in het kader van het Verdrag van Maastricht (1992) waren: (1) oprichting van een Europese Unie die was samengesteld uit de drie pijlers; en (2) oprichten van de EMU.
5. Geen stelling is onjuist.
6. Alle stellingen zijn onjuist.

A
  1. Geen stelling is onjuist.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Was het verdrag van Maastricht een wijzigingsverdrag of een oprichtingsverdrag?
Het verdrag van Maastricht was allebei:
1. Wijzigingsverdrag
2. Oprichtingsverdrag
3. 1+2
4. Noch wijzigingsverdrag noch oprichtingsverdrag

A
  1. 1+2
    ==>
    Het verdrag van Maastricht was allebei:
    * Wijzigingsverdrag tov EEG; en
    * Oprichtingsverdrag tov VEU
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke stelling is onjuist?
1. Het Verdrag betreffende de Europese Unie ontstond in 1992.
2. In het Verdrag van Maastricht werd de Europese Unie als overkoepelde structuur ingevoerd die de drie oorspronkelijke Europese Gemeenschappen omvat.
3. In het Verdrag van Maastricht werd de EEG in EG gewijzigd; en werd het project van de muntunie (euro) gecreëerd.
4. Geen stelling is onjuist.
5. Alle stellingen zijn onjuist.

A
  1. Geen stelling is onjuist.
    ==> Het Verdrag betreffende de Europese Unie = het Verdrag van Maastricht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke veranderingen heeft het Verdrag van Lissabon gerealiseerd (+acronym)?

A

SVB BLWED
S: Solidariteit tussen de lidstaten (Solidariteit tussen lidstaten, bijv, in energiebeleid en calamiteiten, is opgenomen in het verdrag.)
V: Betere Veiligheid (De EU krijgt meer taken op het gebied van vrijheid, veiligheid en justitie, ter bestrijding van misdaad en terrorisme)
B: Buitenlandsbeleid (Nieuwe instrumenten om het buitenlandbeleid te bundelen; (één enkele) rechtspersoonlijkheid)
B: Een beter leven voor de Burger (EU kan beter acteren op gebeid van vrijheid, veiligheid en justitie; mensenrechten - handvest)
L: Lidmaatschap opzeggen (Lidstaten kregen de mogelijkheid hun lidmaatschap op te zeggen)
E: Efficiënter Europa (als gevolg van vereenvoudigde werkmethodes en stemprocedure)
W: Democratische Waarden (Het Verdrag van Lissabon verduidelijkt en versterkt de waarden en doelstellingen die aan de EU ten grondslag liggen)
D: Een Democratischer en transparanter Europa (meer zeggenschap voor het Europees Parlement en nationale parlementen, meer inspraak voor de burger)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Lidstaten hebben aan de EU eigen bevoegdheden overgedragen om de eigen rechtsorde, bestuursvorm en rechtsverhoudingen in te stellen. Hier is sprake van:
1. Interne soevereiniteit
2. Externe soevereiniteit
3. Gedeelde soevereiniteit
4. Supranationale soevereiniteit

A
  1. Gedeelde soevereiniteit
    ==> Optie 4 bestaat niet
    * Interne soevereiniteit: Een staat heeft het uiteindelijke effectieve gezag binnen een territorium en over een bevolking
    * Externe soevereiniteit: Staten hebben aanspraak op volledig lidmaatschap van de statengemeenschap en op niet-inmenging door andere staten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke stelling mbt het Verdrag van Amsterdam is onjuist?
1. Het tornt niet aan de structuur van de EU.
2. Het versterkte de positie van het Europees Parlement.
3. Het voerde een ingrijpende hervorming door van Titel VI van het EU-Verdrag dat voortaan de Politiële en Justitiële Samenwerking in Strafzaken (PJSS) betreft.
4. Het bepaalde dat er een breder debat gevoerd moest worden over de toekomst van de EU (bv. over rol nationale parlementen binnen EU), inclusief de (nauwkeuriger) bevoegdheidsafbakening tussen Unie en lidstaten.
5. Geen stelling is onjuist.
6. Alle stellingen zijn onjuist.

A
  1. Het bepaalde dat er een breder debat gevoerd moest worden over de toekomst van de EU (bv. over rol nationale parlementen binnen EU), inclusief de (nauwkeuriger) bevoegdheidsafbakening tussen Unie en lidstaten.
    ==> Dit was het Verdrag van Nice (2001)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welke stelling is onjuist?
1. De wetgevende macht bestaat uit het Europees Parlement en de Raad.
2. De uitvoerende macht berust bij onoverzichtelijke veel instellingen, waaronder de Europese Raad, de Europese Commissie, de Raad van ministers, de Europese Centrale Bank; en bij lidstaten.
3. Interne soevereiniteit houdt in dat een staat het uiteindelijke effectieve gezag heeft binnen een territorium en over een bevolking. Externe soevereiniteit houdt in dat staten aanspraak hebben op volledig lidmaatschap van de statengemeenschap en op niet-inmenging door andere staten.
4. De Europese Raad besluit meestal op basis van unanimiteit (iedereen voor) of soms met meerderheid.

A
  1. De Europese Raad besluit meestal op basis van unanimiteit (iedereen voor) of soms met meerderheid.
    ==> Wel juist:
  2. De Europese Raad besluit meestal met consensus (niemand tegen), in bijzondere gevallen met unanimiteit (iedereen voor) of met meerderheid.
22
Q

Wat is geen (juridisch) gevolg van het Verdrag van Lissabon?
1. De EU beschikt over een wettelijk raamwerk en rechtsinstrumenten waarmee zij kan inspelen op de toekomst en de behoeften van de bevolking.
2. Door de vereenvoudigde werkmethodes en stemprocedures, soepeler functionerende instellingen en vergroting van de actiemogelijkheden is de EU efficiënter geworden.
3. Door nieuwe bepalingen op het gebied van civiele bescherming, humanitaire hulp en volksgezondheid kan de EU meer doen om de veiligheid en gezondheid van de Europese bevolking te waarborgen.
4. Er werden nieuwe beleidsterreinen voor de EG geïntroduceerd (zoals onderzoek en technologische ontwikkeling en milieubeheer)
5. Geen stelling is onjuist.
6. Alle stellingen zijn onjuist.

A
  1. Er werden nieuwe beleidsterreinen voor de EG geïntroduceerd (zoals onderzoek en technologische ontwikkeling en milieubeheer)
    ==> Dit was in de Europese Akte (1986)
23
Q

Hoeveel instellingen heeft de EU?
1. Drie
2. Vier
3. Vijf
4. Zeven
5. Tientallen

A
  1. Zeven
    ==>
    * Men spreekt slechts van instellingen met betrekking tot de in artikel 13 VEU genoemde zeven instellingen, namelijk:
    o het Europees Parlement,
    o de Europese Raad,
    o de Raad,
    o de Europese Commissie,
    o het Hof van Justitie van de Europese Unie,
    o de Europese Centrale Bank en
    o de Europese Rekenkamer.
24
Q

Het idee achter de BENELUX samenwerking uit… (vul in) was de totstandbrenging van een… unie, waarbij de binnengrenzen vrijwel geheel zouden verdwijnen voor wat betreft het economisch verkeer en verkeer van… .

  1. 1919/1920…politieke… goederen
  2. 1919/1920…economische… personen en goederen
  3. 1943/1944… economische… personen
  4. 1945/1946… politieke… personen en goederen
A
  1. 1943/1944… economische… personen
25
Q

Welke stelling is onjuist?
1. De Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) werd bij het Verdrag van Parijs in 1951 door Duitsland, Frankrijk, Italië, België en Nederland opgericht.
2. Het Verdrag van Parijs in 1951 gaf de EGKS een supranationaal karakter.
3. In 1957 werd de EGKS uitgebreid in een nieuw verdrag tot een gemeenschappelijke markt met een eigen douane-unie, handelsbeleid, intern landbouwbeleid en energiebeleid: Europese Economische Gemeenschap (EEG)
4. In 1967 werd het Fusieverdrag gesloten. Tijdens dit verdrag werden de instellingen van de EGKS, EEG en Euratom samengevoegd tot één Raad, Commissie, Hof van Justitie en Europees Parlement.
5. Geen stelling is onjuist.
6. Alle stellingen zijn onjuist.

A
  1. Geen stelling is onjuist.
26
Q

Welke stelling is onjuist?
1. Vaststellen verdragen en beleidslijnen is een kerntaak van de Europese Raad
2. Controleren naleving verdrag is een kerntaak van de EC.
3. Controleren van de begroting is een kerntaak van het EP.
4. Uitvoeren van verdragsartikelen is een taak van de Raad
5. Geen stelling is onjuist.
6. Alle stellingen zijn onjuist.

A
  1. Uitvoeren van verdragsartikelen is een taak van de Raad
    ==> Van de EC
27
Q

Welke stelling is onjuist?
1. De Economische en Monetaire Unie (EMU) werd in het Verdrag van Maastricht opgericht, waarbij werd besloten een eigen gezamenlijke munt uit te geven.
2. De samenwerking justitie en binnenlandse zaken van 1991 was een intergouvernementele samenwerking.
3. In 1992 werd het Verdrag van Maastricht (Verdrag betreffende de Europese Unie, Unieverdrag) ondertekend. Daarin werd een Europese Unie opgericht die was samengesteld uit drie pijlers: EGKS, EEG, EURATOM.
4. Geen stelling is onjuist.
5. Alle stellingen zijn onjuist.

A
  1. Alle stellingen zijn onjuist.
    ==> Mbt 1:
    De Economische en Monetaire Unie (EMU) werd in het Verdrag van Maastricht opgericht (1992); in 1999 werd besloten een eigen gezamenlijke munt uit te geven.
    ==> Mbt 2: De samenwerking justitie en binnenlandse zaken werd in 1992 (Maastricht) afgesproken (en was wel een intergouvernementele samenwerking)
    ==> Mbt 3:
    De drie pijlers zijn:
    o de drie Europese Gemeenschappen - EGKS, EEG, EURATOM,
    o een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en
    o de samenwerking op het gebied van justitie en binnenlandse zaken.
28
Q

Welke stelling is juist?
1. Europadag (de dag van Europa) wordt gevierd op 29 mei. Het is het jaarlijkse feest van vrede en eenheid in Europa.
2. 29 mei is de verjaardag van de Schuman-verklaring, waarin de Franse premier Robert Schuman pleitte voor een nieuwe vorm van politieke samenwerking in Europa, die oorlog tussen de Europese naties ondenkbaar zou maken. Schumans voorstel wordt gezien als de eerste aanzet tot wat later de Europese Unie zou worden.
3. De Schuman-verklaring markeert het einde van het Marshallplan, en het begin van de EU.
4. Alle stellingen zijn juist.
5. Alle stellingen zijn onjuist.

A
  1. Alle stellingen zijn onjuist.
    ==> Mbt 1: het is 9 mei
    ==> Mbt 2: het is 9 mei; Schuman was toen minister van Buitenlandse zaken, niet premier.
29
Q

Welke stelling over trias politica is onjuist?
1. Met de trias probeerde Montesquieu een manier te vinden om de vrijheid van burgers te vergroten en tirannie te voorkomen.
2. Montesquieu stelde dat er in iedere samenleving drie machten zijn, namelijk de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de (onafhankelijke) rechtsprekende macht. Deze machten moeten verspreid zijn over de samenleving, zodat zij elkaar in evenwicht kunnen houden.
3. De Unie is te ingewikkeld om in te delen naar een trias. De uitvoerende macht bestaat uit de Europese Raad + Commissie. De wetgevende macht bestaat uit het Europees Parlement + Raad van Ministers (+EC heeft initiatiefrecht).
4. Bij wetgevende macht en uitvoerende macht is minder sprake van scheiding der machten, eerder spreiding der machten, ‘checks and balances’ en institutioneel evenwicht: de Commissie, de Raad en het Europees Parlement hebben elkaar nodig om tot regelgeving en de begroting te komen.

A
  1. De Unie is te ingewikkeld om in te delen naar een trias. De uitvoerende macht bestaat uit de Europese Raad + Commissie. De wetgevende macht bestaat uit het Europees Parlement + Raad van Ministers (+EC heeft initiatiefrecht).
    ==> Moet zijn:
  2. De Unie is te ingewikkeld om in te delen naar een trias. De uitvoerende macht bestaat uit de Europese Raad + Commissie + Regeringen van de lidstaten.
30
Q

Wat is de juiste volgorde van verdragen?
1. Europese Akte, Verdrag van Amsterdam, Verdrag van Maastricht, Verdrag van Nice, Verdrag van Lissabon
2. Verdrag van Maastricht, Verdrag van Amsterdam, Europese Akte, Verdrag van Nice, Verdrag van Lissabon
3. Verdrag van Lissabon, Verdrag van Amsterdam, Europese Akte, Verdrag van Nice, Verdrag van Maastricht
4. Europese Akte, Verdrag van Maastricht, Verdrag van Amsterdam, Verdrag van Nice, Verdrag van Lissabon

A
  1. Europese Akte, Verdrag van Maastricht, Verdrag van Amsterdam, Verdrag van Nice, Verdrag van Lissabon
31
Q

Welke stelling is onjuist?
1. De Europese Raad neemt geen juridische besluiten.
2. Zowel de leden van de Europese Commissie als ook de voorzitter van de Raad worden gekozen volgens het toerbeurtsysteem.
3. De belangrijkste taken van de EC in wetgeving zijn (2) het opstellen van voorstellen van nieuwe Europese wetgeving (en begroting), en (2) bemiddeling tussen Raad en EP.
4. De belangrijkste taken van de EC in uitvoering zijn toezicht, gedelegeerde wetgeving, uitvoering van de begroting, uitvoering van EU-beleid en programma’s en onderhandelen met derde landen.
5. Geen stelling is onjuist.
6. Alle stellingen zijn onjuist.

A
  1. Geen stelling is onjuist.
32
Q

Welke stelling is onjuist?
1. Het toerbeurtsysteem betreft de samenstelling van (de leden van) de Europese Commissie.
2. Afspraken van de Raad zijn bindend voor nationale regeringen.
3. De Raad heeft wetgevende en uitvoerende taken.
4. De voorzitter van de Europese Raad wordt halfjaarlijks benoemd volgens het toerbeurtsysteem.
5. Geen stelling is onjuist.
6. Alle stellingen zijn onjuist.

A
  1. De voorzitter van de Europese Raad wordt halfjaarlijks benoemd volgens het toerbeurtsysteem.
    ==> Moet zijn:
  2. De voorzitter van de Raad wordt halfjaarlijks benoemd volgens het toerbeurtsysteem.
    ==> Mbt 1: art. 17 lid 5 VEU en art. 244 VWEU
33
Q

Wat is het proces van het tot stand van een verdrag?
1. Onderhandeling, ondertekening, ratificatie, inwerktreding.
2. Onderhandeling, land-specifieke procedure voor aanvaarding, ondertekening, ratificatie, inwerktreding.
3. Onderhandeling, ondertekening, land-specifieke procedure voor aanvaarding, bekrachtiging, inwerktreding.
4. . Onderhandeling, ondertekening, land-specifieke procedure voor aanvaarding, ratificatie, bekrachtiging, inwerktreding.

A
  1. Onderhandeling, ondertekening, land-specifieke procedure voor aanvaarding, bekrachtiging, inwerktreding.
    ==> bekrachtigd = geratificeerd
34
Q

Wat was geen nieuwe afspraak van de Europese Akte (1986)?
1. De lidstaten bevestigden het geheel van onderlinge betrekkingen om te zullen zetten in een Europese Unie en deelden daartoe taken uit aan de EEG en de Europese Politieke Samenwerking (EPS).
2. De Europese Raad en de EPS werden geïnstitutionaliseerd binnen het EEG-Verdrag.
3. Er werden nieuwe beleidsterreinen voor de EG geïntroduceerd (zoals gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid ).
4. Het afgesproken tijdpad om vóór 31 december 1992 binnen de Gemeenschap een interne markt tot stand te brengen: ruimte zonder binnengrenzen met vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal.
5. Geen stelling is onjuist.
6. Alle stellingen zijn onjuist.

A

==> Wel juist:
3. Er werden nieuwe beleidsterreinen voor de EG geïntroduceerd (zoals onderzoek en technologische ontwikkeling en milieubeheer).
==> gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid: dit kwam pas bij het Verdrag van Maastricht in 1992.

35
Q

Wat was geen verandering die het Verdrag van Lissabon heeft gerealiseerd?
1. Solidariteit tussen lidstaten, bijv, in energiebeleid en calamiteiten, is opgenomen in het verdrag
2. Een Efficiënter Europa
3. Een Democratischer en transparanter Europa
4. Het herstructureerde Titel V van het EU-Verdrag betreffende het Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid (GBVB)
5. De EU krijgt meer taken op het gebied van vrijheid, veiligheid en justitie, ter bestrijding van misdaad en terrorisme.
6. Alle antwoorden zijn zulke veranderingen

A
  1. Het herstructureerde Titel V van het EU-Verdrag betreffende het Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid (GBVB)
    ==> Dit was het Verdrag van Amsterdam (1997; inwerktreding 1 mei 1999)
36
Q

Welke veranderingen heeft het Verdrag van Lissabon gerealiseerd (+acronym)?

A

SVB BLEWD
S: Solidariteit tussen de lidstaten
V: Betere Veiligheid
B: Buitenlandbeleid
B: Een beter leven voor de Burger
L: Lidmaatschap opzeggen
E: Een Efficiënter Europa
W: Democratische Waarden
D: Een Democratischer en transparanter Europa

37
Q

Welke stelling over het Marshallplan is juist?
1. In het Marshallplan is de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) opgericht.
2. Na de Tweede Wereldoorlog kreeg Europa vanuit de Verenigde Staten via het Marshallplan circa vier miljard dollar voor haar wederopbouw onder de voorwaarde van Europese integratie.
3. Op 9 mei 1950 verkondigde Robert Schuman, Frans minister van Buitenlandse Zaken, op initiatief van zijn topambtenaar, de econoom Jean Monnet, het Marshallplan.
4. Alle stellingen zijn juist.
5. Alle stellingen zijn onjuist.

A
  1. Na de Tweede Wereldoorlog kreeg Europa vanuit de Verenigde Staten via het Marshallplan circa vier miljard dollar voor haar wederopbouw onder de voorwaarde van Europese integratie.
    ==> Mbt 3: wel juist:
    Op 9 mei 1950 verkondigde Robert Schuman, Frans minister van Buitenlandse Zaken, op initiatief van zijn topambtenaar, de econoom Jean Monnet, het plan om over te gaan tot de oprichting van een Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) met een bovenstatelijk en derhalve supranationaal karakter.
38
Q

Welke stelling is onjuist?
1. Artikel 114 VWEU geeft de EU de bevoegdheid om nationale regelgeving te harmoniseren op alle gebieden waarop de EU bevoegdheden heeft.
2. Derdelanders zijn burgers van niet-EU landen.
3. Het stelsel van bevoegdheden bevat exclusieve bevoegdheden, gedeelde bevoegdheden, bijkomende bevoegdheden en verboden.
4. in 1964 bepaalde het HvJEU in het arrest Costa/ENEL dat regels van Unierecht bij conflict altijd voorgaan op regels van nationaal recht, zelfs grondwettelijke. Dit betekent een onderschikking van het nationale recht.
5. Geen stelling is onjuist.
6. Alle stellingen zijn onjuist.

A
  1. Alle stellingen zijn onjuist.
    ==> Mbt 1: Moet zijn:
  2. Artikel 114 VWEU geeft de EU de bevoegdheid om nationale regelgeving te harmoniseren ten behoeve van de interne markt.
    ==> Mbt 2: Moet zijn:
  3. Derdelanders zijn inwoners van niet-EU landen.
    ==> Mbt 3: moet zijn:
  4. Het stelsel van bevoegdheden bevat exclusieve bevoegdheden, gedeelde bevoegdheden, en bijkomende bevoegdheden.
    ==> Mbt 4: De voorrang van Europees recht is een functionele regel, nodig voor zijn uniforme werking: er is geen sprake van een onderschikking van het nationale recht/aantasting soevereiniteit
39
Q

Wat is geen uitvoeringstaak van de EC?
1. Toezicht
2. Bemiddeling tussen Raad en EP
3. Gedelegeerde wetgeving
4. Uitvoering van de begroting
5. Uitvoering van EU-beleid en programma’s
6. Onderhandelen met derde landen

A
  1. Bemiddeling tussen Raad en EP
    ==> Dat is een wetgevingstaak.
40
Q

Welke stelling is onjuist?
1. De Europese Investeringsbank (EIB) is een instelling
2. De EU heeft een gedeeld institutioneel kader
3. EU instellingen mogen bevoegdheden overdragen aan andere instellingen of organen.
4. Geen stelling is onjuist.
5. Alle stellingen zijn onjuist.

A
  1. Alle stellingen zijn onjuist.
41
Q

Overheidsgezag heeft het karakter van de rechtsstaat als… :
Wat hoort er niet bij?
1. alle dwingende uitoefening van overheidsbevoegdheden op de wet is te herleiden (legaliteitsbeginsel).
2. de grondrechten en andere fundamentele vrijheden worden gerespecteerd.
3. er toegang is tot een onafhankelijke rechter.
4. het recht vormt een belangrijk instrument om de doelstellingen van de Unie te realiseren.
5. Alles hoort er bij

A
  1. het recht vormt een belangrijk instrument om de doelstellingen van de Unie te realiseren.
42
Q

Welke stelling is onjuist?
1. in het Verdrag van Nice werden wijzigingen ingevoerd van een aantal institutionele bepalingen, zoals de samenstelling van de Commissie, de weging van de stemmen in de Raad, (beperkte) uitbreiding van de stemming bij gekwalificeerde meerderheid, de nauwere samenwerking (flexibiliteit), en de organisatie van het Hof van Justitie.
2. In het Verdrag van Amsterdam kreeg de EU (één enkele) rechtspersoonlijkheid, waardoor haar onderhandelingspositie werd versterkt.
3. In het Verdrag van Maastricht werd een Europese Unie opgericht die was samengesteld uit drie pijlers.
4. Geen stelling is onjuist.
5. Alle stellingen zijn onjuist.

A
  1. In het Verdrag van Amsterdam kreeg de EU (één enkele) rechtspersoonlijkheid, waardoor haar onderhandelingspositie werd versterkt.
    ==> Dit gebeurde in het Verdrag van Lissabon
43
Q

Vul in:
Sinds het arrest … kennen we in Europa de term van eigen … .
Een … is een afzonderlijk stelsel van recht dat zijn eigen ontwikkeling beheerst, via juridische procedures en vooral via een eigen rechter.
In een … worden de verhoudingen tussen het gezag en hen die eraan zijn onderworpen door het recht beheerst
Twee belangrijke aspecten van een … zijn: (1) Het recht vormt een belangrijk instrument om de doelstellingen van de Unie te realiseren; en (2) Het recht waarborgt dat deze doelstellingen worden gerealiseerd met inachtneming van de waarden en beginselen waarop de Unie is gebaseerd.
Mogelijke antwoorden:
1. Van Gend & Loos … rechtsorde… rechtsorde … rechtsgemeenschap… rechtsgemeenschap
2. Costa/ENEL … rechtsorde… rechtsorde … rechtsgemeenschap… rechtsgemeenschap
3. Van Gend & Loos … rechtsgemeenschap… rechtsgemeenschap… rechtsorde… rechtsorde …
4. Costa/ENEL … rechtsgemeenschap… rechtsgemeenschap… rechtsorde… rechtsorde…

A
  1. Van Gend & Loos … rechtsorde… rechtsorde … rechtsgemeenschap… rechtsgemeenschap
44
Q

Welke stelling is onjuist?
1. De eerste belangrijke communautaire verdragsontwikkeling, leidend tot de huidige Europese Unie, was de EEG (De Europese Economische Gemeenschap).
2. EGKS, EEG en Euratom waren allemaal supranationale samenwerkingen.
3. De Europese Akte (1986) was een herziening die bedoeld was ter afronding van de interne markt in 1992.
4. In het Verdrag van Maastricht (1992) werd de Europese Unie als overkoepelde structuur ingevoerd die de drie oorspronkelijke Europese Gemeenschappen omvatte.

A
  1. De eerste belangrijke communautaire verdragsontwikkeling, leidend tot de huidige Europese Unie, was de EEG (De Europese Economische Gemeenschap).
    ==> Onjuist. Het was de EGKS.
45
Q

Het idee achter de Europese Unie is…
1. interne markt
2. vrede
3. vrij verkeer van personen en goederen
4. de vier vrijheden

A
  1. vrede
46
Q

Wat is Externe soevereiniteit?
1. De aanspraak op volledig lidmaatschap van de statengemeenschap en op niet-inmenging door andere staten
2. De erkenning ervan door de andere staten.
3. De aanspraak op volledig lidmaatschap van de statengemeenschap (ook: de internationale gemeenschap) en op niet-inmenging door andere staten, gevolgd door de erkenning ervan door de andere staten (want Soevereiniteit vereist aanspraak en erkenning ).
4. De door de lidstaten aan de EU overgedragen/samengebrachte (eigen) bevoegdheden om de eigen rechtsorde, de eigen bestuursvorm en de onderlinge rechtsverhoudingen van de Unie in te stellen

A
  1. De aanspraak op volledig lidmaatschap van de statengemeenschap (ook: de internationale gemeenschap) en op niet-inmenging door andere staten, gevolgd door de erkenning ervan door de andere staten (want Soevereiniteit vereist aanspraak en erkenning ).
47
Q

Fundamentele vragen betreffende de Unie, zoals de uitbreiding van de Unie en het nemen van maatregelen tegen de financiële crisis, worden beslist door:
1. Europese Commissie
2. Europees Parlement
3. Raad
4. Europese Raad

A
  1. Europese Raad
48
Q

Wat is geen (juridisch) gevolg van het Verdrag van Lissabon?
1. Door bundeling van de instrumenten van het buitenlandbeleid is de rol van de EU, zowel bij de uitwerking als bij de vaststelling van nieuw beleid, versterkt.
2. Het rechtstreeks gekozen Europees Parlement krijgt veel meer te zeggen over de wetgeving, de begroting en de internationale overeenkomsten van de EU.
3. Een ingrijpende hervorming van Titel VI van het EU-Verdrag dat voortaan de Politiële en Justitiële Samenwerking in Strafzaken (PJSS) betreft.
4. De nationale parlementen krijgen, vooral door de implementatie van het ‘subsidiariteitsbeginsel’, meer zeggenschap.
5. Door het recht van initiatief ontstaat meer inspraak voor de burger.
6. Lidstaten krijgen (expliciet) de mogelijkheid om het lidmaatschap op te zeggen.

A
  1. Een ingrijpende hervorming van Titel VI van het EU-Verdrag dat voortaan de Politiële en Justitiële Samenwerking in Strafzaken (PJSS) betreft.
    ==> Dit was in het Verdrag van Amsterdam
49
Q

Welke stelling is onjuist?
1. Instemmen met wetgeving is een kerntaak van de EC en van de Raad.
2. Het EP kiest de voorzitter van de EC
3. Het EP keurt Kandidaat-commissarissen goed.
4. Opstellen begroting is een kerntaak van de EC.

A
  1. Instemmen met wetgeving is een kerntaak van de EC en van de Raad.
    ==> 1. Instemmen met wetgeving is een kerntaak van het EP en van de Raad.
50
Q

De drie pijlers uit het Verdrag van Maastricht zijn:
1. EGKS, EEG, Euratom
2. EGKS, EG, Euratom
3. EGKS, EEG, EPS
4. EGKS, Euratom, EPS
5. Geen antwoord is juist

A
  1. Geen antwoord is juist
    ==>
    De Europese Unie is samengesteld uit drie pijlers:
  2. Drie Europese Gemeenschappen (EG): EGKS, EEG, Euratom; - met een supranationaal karakter
  3. Gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid; een intergouvernementele samenwerking
  4. Samenwerking justitie en binnenlandse zaken; een intergouvernementele samenwerking