Kwantitatief onderzoek; principe en designs Flashcards
kwantitatief onderzoek
Onderzoek dat gebruik maakt van kwantitatieve analysemethoden om numerieke gegevens zoals aantallen, omvang, en het voorkomen van
waargenomen verschijnselen te analyseren
Positivisme:
Kennis kan enkel verworven worden door het correct toepassen van de wetenschappelijke methode
Doel kwantitatief onderzoek
• Beschrijven (descriptief) • Verbanden ontdekken (correlationeel) • Verschil ontdekken (experimenteel) Concluderen over: – Effectiviteit van een interventie – Verschillen – Verbanden – Oorzaak gevolgrelaties
onderzoekseenheden
Onderzoekseenheden zijn de objecten of subjecten waar iets over wordt gezegd.
• Individuen
• Groepen
variabelen
Een variabele is een eigenschap van een eenheid die minstens twee waarden moet kunnen aannemen • Geslacht • Leeftijd • Stoornis • Ernst van de stoornis
soorten variabelen
afhankelijke variabelen
Onafhankelijke variablelen
onafhankelijke variabelen
• Onafhankelijke variabele:
De variabele die in het onderzoek bewust wordt veranderd / bepaald / gemanipuleerd
afhankelijke variabele
• Afhankelijke variabele:
Dat is de variabele waarvan de onderzoeker vermoedt dat deze beïnvloed wordt door de onafhankelijke variabele. Hier wordt aan
gemeten
variabele : controle en moderator/confounder
• Controlevariabele – Constant tijdens het hele onderzoek • Moderator/confounder – Verandert het effect van de oorzaak-gevolgrelatie tussen de twee variabelen
type onderzoeksdesigns
- Experimenteel onderzoek
- Quasi experimenteel onderzoek
- Niet experimenteel onderzoek
experimenteel onderzoek, RCT
Door variabelen te beïnvloeden (manipuleren) en andere variabelen te controleren zijn we in staat causaliteit vast te stellen Eisen gesteld aan een RCT: • Randomisatie • Controle • Manipulatie = Randomised Controled Trial
populatie
• De populatie is een groep mensen met gezamenlijke kenmerken
• De doelpopulatie is de groep die je wilt bestuderen
• De beschikbare of bronpopulatie is de groep waar je toegang toe hebt
• De onderzoekspopulatie is de groep die je daadwerkelijk gaat
bestuderen
• Steekproefkader
steekproef
• De onderzoekspopulatie (resultaat van de steekproef) moet
representatief zijn voor de doelpopulatie
• Grote kans op fouten (selectiebias)
• Grootte van de steekproef (power analyse)
• Selecte en aselecte steekproeven
– Bij de aselecte steekproef heeft iedereen uit de
doelpopulatie evenveel kans om in de onderzoekspopulatie
terecht te komen
methode van dataverzameling
• Observatie
• Vragenlijsten (mondeling / schriftelijk)
• Schalen (gestandaardiseerde lijsten over een
construct)
• Overige dataverzamelingstechnieken
dimenties van dataverzameling
Tijd • Retrospectief • Prospectief Blindering • Proefpersoon • Onderzoeker