kwalitatief onderzoek Dataverzameling: principes, technieken en de steekproef Flashcards
dataverzameling
- Observaties: van participatief naar alleen observeren
- Interviews: van themagerichte naar open en individueel of groep
- Documenten: levensverhalen, notulen, officiële documenten
- Discours: gesprekken en films
- Gebruiksvoorwerpen / visueel materiaal: foto’s, internet
observaties
• Observaties:
– directe waarneming door deelname onderzoeker aan
de sociale werkelijkheid
– Men doet meer dan kijken; meelopen met, deelnemen
aan, teksten lezen, hulp verlenen, gesprekken voeren,
interviews doen
observeren - participeren
• Van participeren naar observeren: – Volledig participeren – Participeren en gedeeltelijk observeren – Minder participeren en meer observeren – Volledig observeren
waarnemingen
• Wat doen mensen: cultureel gedrag?
• Wat weten mensen: culturele kennis en opvattingen?
• Wat maken mensen: culturele artefacten?
• Vastleggen waarnemingen in veldnotities:
– Identiteit vast leggen: wie
– Letterlijk omschrijven: hoe
– Concreet maken: wat
wat vastleggen van observaties in thick descriptions
• Wel:
– Rijke kwalitatieve data die de sociale gebeurtenis niet
alleen beschrijft maar ook plaats in de context van
waaruit het handelen plaats vond
– Het is een koppeling tussen verzamelde data, de
analyse daarvan op basis van rijke informatie: geeft
antwoord op de onderzoeksvraag.
wat niet vastleggen van observaties in thick descriptions
• Niet:
– Registreren van veel details
– Idiosyncratische beschrijving; geen hyper-individuele
beschrijving van de realiteit (van 1 individu dus!)
– Geen artistieke beschrijving van de sociale
werkelijkheid
wat na de observatie
• Vastleggen op band of op papier: veldnotities
• Uitwerken met eerste indrukken in de vorm van
persoonlijk dagboek
• Uitwerken eerste inhoudelijke indrukken
• Analyse en vastleggen van structuren
interviews
- Voorbereiden
- Uitvoeren
- Vastleggen en voorbereiden voor analyse
3 soorten structurering van interview
• Drie soorten structurering:
– gestandaardiseerd: kwantitatief
– semi-gestructureerd: kwalitatief
– open interview: kwalitatief
• Keuze hangt af van situatie: van te voren inhoud vragen,
formulering vragen, volgorde vragen en antwoordkeuze
soorten interview
• Topic interview: één bepaald onderwerp
• Life history: levensverhaal
• Elite interview: hooggeplaatste persoon, expert
• Focusgroep: met een groep respondenten
– Interviewer: tijdens interview beslissingen:
– Vragen die gesteld worden, formuleringen, volgorde en
antwoorden
2 belangrijke items bij interviews
• Interviewer: vragen aanpassen aan referentiekader
ondervraagde
• Interactie tussen interviewer en ondervraagde moet goed
verlopen. Onderzoeker dient flexibel te zijn!
– Instrument hierbij is dan de
topiclijst/conversatiehandleiding of ook wel aide
memoire
topiclijst
• Een topiclijst die wordt ingezet in een kwalitatief
onderzoek is altijd iteratief en ontwikkelt zich
gaandeweg het onderzoek.
• Is dus dynamisch!
doorvraag technieken
- Vragen herhalen
- Samenvatten
- Ongericht expliciet doorvragen
- Gericht expliciet doorvragen
- Non-directieve doorvraagtechnieken
- Spiegelen/papegaaien
- Functionele stilte
- Non-verbaal luistergedrag
- Knikken en hummen
na het interview
• Opname goed opslaan
• Verslag maken van je eigen indrukken, je eigen rol
en interacties van jou met de situatie
• Eerste inhoudelijke indrukken en vragen
vastleggen
• Interview uitwerken: transcript
verwerking gegevens: opbrengsten
• Veldnotities • Digitale opnamemateriaal • Uitgetypte versies van opnamemateriaal of directe weergave op beeldscherm • Videobanden • Transcripties van die banden • Foto’s • Tekeningen