KML VLL - Financiering ouderenzorg Flashcards

1
Q

Medici/paramedici buiten ZH/Alleen ouderen

A

Specialist ouderengeneeskunde: dementerende ouderen, GGZ, thuis (samen met sociaal-psychiatrisch verpleegkundige en casemanager)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Medici/paramedici buiten ZH/bredere populatie

A
  • Specialist ouderengeneeskunde: patiënten met hoge zorgbehoefte onafh. van leeftijd- primair in verpleeghuis of komt bij mensen thuis (in consult gevraagd door ha). Werkt met multidisciplinair paramedisch team binnen verpleeghuis, roept specialisten in voor consult
  • Huisarts: regievoerder voor thuiswonende ouderen, ouderen in verzorgingstehuizen en aanleunwoningen. Werkt samen met praktijkondersteuner, casemanager, wijkverpleging en overige paramedici
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Medici/paramedici in ZH/alleen ouderen

A

Klinisch geriater: kwetsbare ouderen in ziekenhuis, roept specialisten in consult

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Medici/paramedici in ZH/bredere populatie

A
  • Internist ouderengeneeskunde: elke internistische patiënt, maar met de focus op ouder wordende ziekenhuispatiënt. ondersteunt andere specialisten
  • Psychiater ouderen: elke psychiatrische patiënt, maar focus op verwarde oudere patiënten in ZH of GGZ. ondersteunt andere specialisten
  • Overige medische specialisten: meestal de hoofdbehandelaar, 70% van opgenomen patiënten is >70 jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hospice/bijna-thuis-huis

A

Verblijf in huiselijke omgeving tijdens de laatste fase van het leven (max 3 maanden, eenmaal verlenging)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verpleeghuis

A

Instellingen voor mensen die verzorging, verpleging, behandeling of revalidatie nodig hebben die ze thuis of in een verzorgingshuis niet kunnen ontvangen (24-uurs zorg, medische behandeling door SOG) - ook kortdurende zorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Verzorgingstehuizen

A

Bieden zorg en huisvesting voor diegenen die niet meer zelfstandig kunnen wonen: dagelijkse verzorging, medische zorg door de huisarts, soms aangevuld door SOG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wet langdurige zorg

A
  • verpleeghuiszorg
  • gehandicaptenzorg
    –> zorg die een patiënt thuis krijgt in de vorm van verpleging, verzorging en begeleiding (behoefte aan 24 uur per dag zorg)
    –> een (langdurige) opname van een patiënt in een verpleeghuis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Zorgverzekeringswet

A
  • medisch specialistische zorg
  • huisartsenzorg
  • farmaceutische zorg
  • ziekenvervoer
  • (geriatrische) revalidatiezorg
  • wijkverpleegkunde
  • persoonlijke verzorging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning

A

= Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de ondersteuning van burgers zodat ze kunnen participeren
* ondersteuning en begeleiding thuis
* huishoudelijke hulp (alleen bij écht nodig)
* beschermd wonen (GGZ-indicaties)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

VMS: VeiligheidsManagementSysteem

A

Opname in zh, binnen 24u:
* ooit delier doorgemaakt?
* afgelopen half jaar gevallen?
* beperkingen in mobiliteit?
* risico ondervoeding?
meerdere vragen ja –> aanmerking gerichte interventies en consult geriatrisch team

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

APOP: Acuut Presenterende Oudere Patiënt

A

Berekent het risico op acute achteruitgang en/of sterfte binnen drie maanden

hoogst risico:
* ambulance
* regelmatig hulp nodig
* hulp bij baden of douchen
* afgelopen half jaar opname
* bekend met dementie/niet weten welk jaar het is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geriatrische assen

A
  • somatisch: ziekten (recente operaties/opnames, eerder delier, chronische ziekten), medicatie (denk aan therapieontrouw), voeding
  • psychisch: cognitie (geheugen- taal- gedragsproblemen), stemming (slaapproblemen!!), angsten (valangst!)
  • sociaal: steunsysteem (verlies partner, mantelzorger, sociale contacten), economisch (SES)
  • functioneel: activiteiten (veranderingen afgelopen 3mnd, afhankelijkheid), mobiliteit (vallen, hulpmiddelen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly