klopto 1.4 hc 1 Flashcards
Wanneer doen we gezichtsveldbepaling (indicaties)?
• Onverklaarbare visusdaling • Afwijkende GGB • Proptosis • Afwijkende pupilreacties • Motiliteitsproblemen • Afwijkende papil • Gezwollen papil • Bleke papil • Retinale / choroidale afwijkingen • Oculaire hypertensie • Glaucoom • C/D assymmetrie • Notching • Bloeding op de papil • Defecten in de zenuwvezellaag • Pigment dispersiesyndroom • Exfoliationsyndroom
Wat is de island of vision?
• De verschillende hoogten van het ‘eiland’
corresponderen met de visus op het desbetreffende punt
– Maximale visus in de macula (0˚)
– Een lager gelegen punt heeft een lagere visus
• Bijvoorbeeld in de periferie
– De visus is gerelateerd aan de visuele sensitiviteit
• Hoe hoger de gevoeligheid, des te hoger de visus
Wat is de hill of vision?
• Gerelateerd aan de verdeling van de fotoreceptoren in
de retina
• Minder fotoreceptoren in de periferie
– Lagere gevoeligheid
– Stimulus moet groter en helderder zijn om
gezien te worden
Wat is het gezichtsveld?
• Elk zichtbaar punt in de ruimte
correspondeert met een punt op de retina
• Al deze punten samen worden het
gezichtsveld genoemd
Wat is een begrenzing?
• Als een constante stimulus vanuit het centrale
fixatiepunt richting de periferie verplaatst wordt,
dan is het punt uiteindelijk niet meer te zien
– Het punt waarop het onzichtbaar wordt, is
voor de desbetreffende stimulus de
begrenzing
Wat zijn de begrenzingen bij het monoculair kijken?
• Temporaal: 100˚ – Einde retina – Pupilgrootte • Nasaal & superior: 60˚ – Neus – Wenkbrauw • Inferior: 75˚ – Jukbeen
Wat zijn je begrenzingen bij het binoculair kijken?
• Overlap tussen gezichtsveld OD en OS – Horizontaal: 200˚ • Centrale 120˚ is binoculair • Perifere 40˚ aan beide zijden is monoculair – Verticaal: 135˚
Wat houdt de De blinde vlek (blind spot) in?
• Nervus opticus – Geen fotoreceptoren – Stimuli zijn niet zichtbaar – “Put” in de hill of vision • Grootte – Horizontaal: 5,5˚ – Verticaal: 7,5˚ • Locatie – 15˚ temporaal ten opzichte van fixatie • Positie – Net onder de horizontale middenlijn
Waardoor ontstaat een gezichtsvelddefect?
• Een gezichtsvelddefect ontstaat door een laesie
in het oog, de oogzenuw, chiasma of de
hersenen
• Kennis van de anatomie van het visuele
systeem en de functie van de structuren, geeft
inzicht in het effect dat een laesie op het
gezichtsveld heeft
Waar bestaat het visuele baan uit?
- Retina (outer) en choroidea
- Ganglioncellen, zenuwvezellaag
en nervus opticus - Chiasma opticum
- Post-chiasmale structuren:
• Tractus opticus
• Corpus geniculatum laterale
• Radiatio optica
• Visuele cortex
Hoe zit de 1e splitsing van de zenuwvezels in elkaar?
• Superiore boogvormige bundels verzamelen zich bovenin de oogzenuw • Inferiore boogvormige bundels verzamelen zich onderin de oogzenuw • De papillomaculaire bundels treden temporaal de oogzenuw binnen • De nasale vezels treden nasaal de oogzenuw binnen
Hoe lopen de zenuwvezels in de nervus opticus?
• De papillomaculaire bundels verplaatsen naar het centrum van de n. opticus • De zenuwvezels afkomstig van de inferiore- en superiore boogvormige bundels verplaatsen naar temporaal
Hoe lopen de zenuwvezels in de chiasma opticum (splitsing 2)?
• Ongeveer de helft van de zenuwvezels kruisen in het chiasma opticum – Alle temporale zenuwvezels blijven op hun plaats • Nasale gezichtsveld – Alle nasale zenuwvezels kruisen • Temporale gezichtsveld – De gekruiste zenuwvezels komen samen met de temporale zenuwvezels van de andere kant • De inferiore nasale zenuwvezels kruisen vlak voor het chiasma opticum • De superiore nasale zenuwvezels kruisen vlak na het chiasma opticum
Wat is de willebrands knee en hoe kruisen de zenuwvezels zich daar?
• Sommige nasale zenuwbundels gaan de contralaterale oogzenuw in voordat ze hun weg vervolgen • Von willebrand’s knee – Anterior: inferiore zenuwvezels – Posterior: superiore zenuwvezels • Na het kruisen in het chiasma opticum tractus opticus
Hoe lopen de zenuwvezels in de Tractus opticus & CGL?
• De tractus opticus bevat zenuwvezels van beide ogen – Positie van de zenuwvezels is redelijk willekeurig (weinig structuur) • Corpus geniculatum laterale – Laatste synaps voor visuele cortex – Zenuwvezels meer gestructureerd ten opzichte van tractus opticus – Elk gedeelte van het CGL correspondeert met een s