klopto 1.3 hc 2 Flashcards

1
Q

Wat is een Internucleaire oftalmoplegie (INO):

A

een van zwakte (of verlamming) van horizontale oogbewegingen bij multiple sclerose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de ziekte van parkinson?

A

De ziekte van Parkinson is geen zeldzame ziekte. Naar schatting veertigduizend mensen in ons land lijden eraan. Daarmee is het een van de meest voorkomende ziekten van het zenuwstelsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke types migraine bestaat er?

A

Er bestaan twee hoofdtypes migraine: migraine zonder aura (soms ‘gewone migraine’ genoemd) een migraine met aura (ook wel ‘klassieke migraine’ genoemd).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar komt het myeline vandaan bij de CZS en PZS?

A

CZS: Myeline komt van de oligodendrocyten
PZS: Myeline komt van de cellen van Schwann

In een ongemyeliniseerde axon zorgen de elektrische Na+ en K+ kanaaltjes voor het doorgeven van het actiepotentiaal. Hierdoor blijft het voltage gelijk. De snelheid is laag omdat de verplaatsing van
de ionen en het openen van de kanalen over de gehele axon tijd kost.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het verschil tussen een gemyeliniseerde en ongemyeliniseerde axon?

A

In een ongemyeliniseerde axon zorgen de elektrische Na+ en K+ kanaaltjes voor het doorgeven van het actiepotentiaal. Hierdoor blijft het voltage gelijk. De snelheid is laag omdat de verplaatsing van
de ionen en het openen van de kanalen over de gehele axon tijd kost.

In een gemyeliniseerde axon blijft het voltage door de elektrische kanaaltjes gelijk. De actiepotentialen vinden alleen plaats bij de insnoeringen van Ranvier, waardoor het actiepotentiaal snel over het axon springt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurt er bij multiple sclerose (MS)?

A

• Bij MS worden oligodendrocyten en de axonen aangetast.
• Het meest waarschijnlijk is het dat het myeline wordt aangevallen door het afweersysteem van het
lichaam.
• De ontstekingsreacties die hierbij ontstaan tasten ook de neuronen aan.
• Met name aantasting van de axonen verklaart de neurologische verschijnselen. De verbindingen
tussen de hersengebieden en doelorganen worden verbroken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de bloed hersenbarrière?

A

Hersenen zijn gewoonlijk niet te bereiken voor
leukocyten (witte bloedcellen).
Astrocyten zijn de meest voorkomende gliacellen in het
CZS en zorgen voor de bloed hersenbarrière.
Bij MS lijken deze tight junctions onvoldoende te functioneren. Leukocyten kunnen naar het
hersenweefsel. -> ontsteking -> oligodendrocyten worden aangevallen.

Herstel: cytotoxische T-lymfocyt is in staat direct myeline en axon aan te vallen. Axon reageert door meer NA+ kanalen te produceren. Hierdoor volgt enig herstel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de epidemiologie bij MS?

A
  • MS begint meestal bij patiënten op een leeftijd tussen 20–50 jaar
  • MS treedt twee- tot driemaal zo vaak op bij vrouwen als bij mannen.
  • De progressie van de ziekte gaat sneller bij mannen en met name ook indien de ziekte op hogere leeftijd is ontstaan.
  • De gemiddelde prevalentie wordt geschat op 79 per 100.000
  • De gemiddelde incidentie op 4 per 100.000.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke twee fasen van MS zijn er?

A
  • Multiple Sclerose klachten als gevolg van de ontsteking

- Multiple Sclerose klachten als gevolg van myeline- en axonbeschadiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de kenmerken van MS als gevolg van ontsteking?

A
  • Ontstekingen bij MS bevinden zich rondom de bloedvaten
  • Ontstekingen zorgen voor een lichte zwelling in het zenuwweefsel.
  • De prikkelgeleiding tussen de zenuwcellen in de hersenen raakt verstoord.
  • Een ontstekingsperiode wordt een ‘relaps’, een ‘exacerbatie’, een ‘terugval’ of een ‘schub’ genoemd.
  • In de regel komt de ontsteking na enkele weken tot rust.
  • Tijdens een schub wordt ook het myeline beschadigd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar wordt de diagnose van MS op gebaseerd?

A
A. spreiding van MS-leasies
B. Uitsluiting van een andere diagnose
C. Risicofactor
D. Klinisch onderzoek
E. MRI ( je ziet witte plakjes in de hersenen)
F. Lumbaalpunctie
G. Bloedonderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke soorten MS zijn er?

A
  • Relapsing-remitting MS (ook RRMS genoemd)
  • Secundair progressieve MS (SPMS)
  • Primair progressieve MS (PPMS)
  • Relapsing progressive MS
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is Relapsing-remitting MS (ook RRMS genoemd)?

A

Bij 85% van de patiënten wordt de ziekte in dit stadium ontdekt.
• 30% tot 45% van de MS patiënten heeft RRMS.
• Er is een duidelijk aanval- en herstel patroon.
• Er zijn opflakkeringen (schubs of exacerbaties) van de ziekte gevolgd door perioden van
herstel.
• Er kan nieuwe myeline worden aangemaakt en verharde plekken in de myeline kunnen
verdwijnen (remyelinisatie).
• Vaak gaat deze fase op den duur over in de volgende fase.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is Secundair progressieve MS (SPMS)?

A

• Relapsing Remitting MS kan zich in tijd ontwikkelen tot Secundair Progressieve MS.
• Ongeveer de helft van de patiënten met RRMS gaat hierin na ongeveer 10 jaar over.
• Ongeveer 40% van alle mensen met MS heeft deze variant.
• De patiënt gaat geleidelijk achteruit, ook tussen aanvallen door.
• Er geen perioden van herstel meer.
• Soms is er nog wel een enig herstel na een aanval, maar de patiënt keert niet meer terug
naar het niveau van voor de aanval.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is Primair progressieve MS (PPMS)?

A
  • Treedt op bij 10 tot 15% van de mensen met MS.
  • Geeft meteen vanaf het begin een verslechtering, zonder dat er perioden van herstel zijn.
  • Dit type komt vaker voor bij mensen die op latere leeftijd MS hebben gekregen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is Relapsing progressive MS?

A

• Een versnelde vorm van de secundair progressieve MS (een combinatie van Relapsing
Remitting MS en progressieve MS).
• Veel aanvallen, weinig herstel en een snelle achteruitgang.
• Ongeveer 5% van alle mensen met MS hebben deze beloopsvorm.

17
Q

Wat is Oogontsteking: neuritis optica?

A
  • Neuritis optica (acute of geleidelijke blindheid aan één oog) door MS komt vaak voor.
  • In 30 % van de gevallen is dit het eerste symptoom van MS.
  • Bij 80 % van de MS patiënten komt één of dubbelzijdige neuritis optica tijdens het beloop van de ziekte voor.
  • In de meeste gevallen leidt een neuritis optica vrij snel tot (sub)totale blindheid aan één oog.
  • Bij ophthalmoscopie is er dan meestal in het aangedane oog niet veel te zien doordat de ontsteking achter het oog zit (betere benaming neuritis retrobulbaris).
  • Na enige weken kan een verbleking van de blinde vlek worden gezien (met name temporaal).
  • Neuritis optica gaat in de meeste gevallen vanzelf nagenoeg over.
  • Vaak blijven mensen na een neuritis optica klagen over verminderd kleuren zien of contrast zien.
18
Q

Wat is een Rechter internucleaire oftalmoplegie?

A
• Geen rechts adductie
• Geen links abductie
• (Nystagmus)
Oorzaak:
1. Demyelinisatie van de FLM
(onder andere bij MS)
2. Vasculair probleem vooral
bij oudere personen (CVA)
3. MRI van de hersenstam
wordt in dit geval veelal
gemaakt
19
Q

Welke 3 kenmerken heeft de ziekte van Parkinson?

A
  1. traagheid;
  2. stijfheid;
  3. beven.

De ziekte begint meestal aan één zijde en blijft daar ook het ernstigst.

20
Q

Wat is dementie?

A

Dementie is een verzamelnaam voor ruim vijftig ziektes. Alle ziektes leiden
tot een geleidelijke achteruitgang van het geestelijk functioneren. Enkele
voorbeelden:
• Ziekte van Alzheimer (meest voorkomend, 65% van dementie)
• Lewy body dementie (een aan de ziekte van Parkinson gerelateerd
vorm van dementie)
• Vasculaire dementie
• Frontotemporale dementie
• Korsakov
• Creutzfeldt- Jakob
• Downsyndroom en dementie
• Mild Cognitive Impairment (MCI)

21
Q

Wat zijn de parkinson beïnvloedende factoren?

A

• Er zijn enkele genmutaties ontdekt die verantwoordelijk zijn voor familiaire vormen van de ziekte van Parkinson.
• Het aandeel van deze genetisch bepaalde varianten wordt geschat op slechts 10% van alle ziektegevallen.
• Vele epidemiologische bevolkingsonderzoeken hebben een verlaagd risico aangetoond voor het ontstaan van de ziekte van Parkinson onder rokers.
• De biologische mechanismen die tot dit beschermende effect van roken leiden zijn onbekend. Waarschijnlijk speelt nicotine hierbij een belangrijke rol, door een
stimulerend effect op de afgifte van dopamine

22
Q

Wat zie je bij parkinson in de hersenen?

A

dat de substantia nigra als het ware weg is. substantia nigra zet kernen in de werking met dopamine, dus bij parkinson wordt dit niet of heel weinig afgegeven.

23
Q

Hoe kun je parkinson behandelen?

A

Dopamine kan niet door de bloed-hersenbarrière.

Daarom worden levodopreparaten gegeven (L-dopa)

24
Q

Wat zijn de oculaire symptomen van Parkinson?

A
  • Weinig knipperen
  • Droge ogen
  • Trage oogbewegingen
  • Convergentie-insufficiëntie
  • Ondertiteling TV lukt niet meer om te lezen
25
Q

Waar wordt het ziekte van meniere door gekenmerkt?

A
De ziekte van Ménière wordt gekenmerkt
door een combinatie van drie klachten:
• aanvallen van draaiduizelingen,
• slechthorendheid,
• tinnitus (oorsuizen/geluiden).
Vaak is er ook een ‘vol gevoel’ in het oor
aanwezig (vaak voor de aanval).
26
Q

Hoe vaak komt meniere voor?

A
  • De aandoening komt voor met een incidentie van 0,4 per 1000 inwoners (Bron: M. Marsman, 2011)
  • Er zijn 10.000 tot 15.000 mensen in Nederland met deze ziekte.
  • Er zijn geen verschillen gevonden tussen mannen en vrouwen, noch wat betreft kenmerken noch wat betreft prevalentie.
  • De ziekte van Menière begint meestal tussen de veertig en zestig jaar