klopto 1,1 hc 2 (glaucoom) Flashcards

1
Q

Wat zijn de klinische kenmerken en risicofactoren van glaucoom?

A
Kenmerken:
-Intra-oculaire druk
- Gezichtsvelduitval 
- Optic Nerve Head
Risicofactoren oa:
- leeftijd
- familie
-afkomst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke onderdelen horen bij de papil van boven naar beneden?

A
Anatomie
A Oppervlakkig zenuwweefsel-retina
B Prelaminair-Choroidea
C Laminair-Sclera
D Retrolaminair
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar let je op bij Papil (Optic Nerve Head) ?

A
  • Grootte
  • Cup/disc ratio
  • Neuroretinale rand
     Roze en gezond
     Bleek
  • Begrenzing
     Scherp of wazig
  • Lamina cribrosa
    (-) / (+)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer is een cup/disc groot ?

A

average small disc: 2,2 mm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een Papil- excavatie?

A
  • Verlies van zenuwvezels
  • Uithollen van papil
  • Grotere cup → grotere C/D ratio
  • Achterblijvende NRR normaal van kleur
  • itt atrofie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het verschil tussen excavatie en atrofie?

A
  • Excavatie -> alleen de disc ziet er raar uit

- atrofie -> je hele papil is aangedaan met de bijbehorende bloedvaten etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt het isnt rule in?

A

Bij een cup is normaal gesproken inferior de breedste kant, daarna volgt superior en nasaal en temporaal is de dunste kant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe kun je de cd-ratio bepalen?

A
  1. Teken een lijn op de rand van de disc.
  2. teken een lijn op de rand van de cup.
  3. Bepaal de verhouding, neem de cup als 1.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is Papil- notching?

A

Notch
- Hapje uit NRR
- Verticale C/D-ratio groter dan horizontale
C/D-ratio

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat gebeurt er met de Papil- lamina cribrosa bij glaucoom?

A
  • Verandering structuur lamina
  • Verschillende oorzaken
  • Posteriore verschuiving door druk
  • Verdrukking van zenuwvezels
  • Afsterven van zenuwvezels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat gebeurt er bij Papil- Vaatveranderingen?

A
  • Overlopen van circumlineaire vaten
  • Progressie van overschrijding
  • De vaten storten onder hun eigen gewicht in en
    leggen zich op de grond van de vergrote cup neer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is Papil- Bean potting?

A
  • Bajonetachtige verandering – beanpotting /
    bayoneting
  • Opening van de cup is kleiner dan ruimte eronder
  • Alleen in eindstadium glaucoom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat voor soorten Verlies zenuwvezellaag zijn er ?

A
  • Slit defects/Spleetdefect
  • Wedge defects/Wigdefect
  • Total atrophy/ Totale atrophie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zie je bij een Papil- peripapillaire atrofie?

A
  • Dan zie je dat de bloedvaten in de disc een soort acht hebben gemaakt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly