Kliniek problematisch alcoholgebruik Flashcards
Wat betekent een biopsychosociale oorzaak van alcoholgebruik?
Mensen beginnen met drinken vanwege lichamelijke klachten of vanwege psychische of sociale problemen.
Wat zijn symptomen van alcoholintoxicatie?
Desoriëntatie, oordeel- en kritiekstoornis, seksuele en agressieve ontremming. Ernstigere complicaties zijn verlies van bewustzijn, shock, ademdepressie, hypothermie, hypoglykemie.
Noem lichte ontwenningsverschijnselen:
slapeloosheid en prikkelbaarheid
Noem matige ontwennningsverschijnselen:
Misselijkheid, braken, overactiviteit, tachycardie, koorts, zweten, lichtschuw hoofdpijn, angst, tremor.
Noem ernstige ontwenningsverschijnselen:
Hallucinaties, delier, insulten.
Wat zijn risicofactoren voor problematisch alcoholgebruik?
Levensgebeurtenissen, sociale omgeving, leeftijd, beschikbaarheid, mannen met psychosociale problemen, positieve familieanamneses.
Wat zijn somatische gevolgen van problematisch alcoholgebruik?
Overgewicht, ondergewicht en vitaminegebrek, maligniteiten, TD-ziektes, hart- en vaatziekten, neurologische problemen etc.
In welke stadia kan een persoon met problematisch alcoholgebruik verkeren?
Voor-bewustwording, bewustwording, voorbereiding en actie.
Hoe moet je een persoon ondersteunen die in de voor-bewustwording fase is? Hoe doe je dat als diegene zich bewust is, hoe doe je dat als iemand in de voorbereidende fase is of actie fase?
Voor-bewustwording -> voorlichting over het inzicht en bewustwording van het probleem.
Bewustwording -> voor- en tegendelen verkennen
Voorbereiding -> behandelplan opzetten
Actie -> ondersteunen bij uitvoeren
Welke bloedwaardes zijn belangrijk om vast te stellen of iemand een levertransplantatie nodig heeft?
MCV, gamma-GT, ASAT, ALAT
Hoe veel cc is 1 eenheid in een bierglas, wijnglas of glas sterke drank?
250, 100 en 35 cc.
Wat kan toegediend worden bij ernstige onthoudingsverschijnselen, waar moet je mee opletten?
Lorazepam, na een week afbouwen.
Wat kan toegediend worden tijdens het afkicken?
Vitaminesuppletie en dan m.n. thiamine tabletten.
Welke medicatie kan je slikken voor terugvalpreventie?
Disulfiram, naltrexon, acamprosaat.
Wat is steatose en wat gebeurd er in de lever?
Leververvetting als gevolg van een verstoorde vetstofwisseling. In de levercellen krijg je dan triglycerideninsluitsels.