Kliniek problematisch alcoholgebruik Flashcards

1
Q

Wat betekent een biopsychosociale oorzaak van alcoholgebruik?

A

Mensen beginnen met drinken vanwege lichamelijke klachten of vanwege psychische of sociale problemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn symptomen van alcoholintoxicatie?

A

Desoriëntatie, oordeel- en kritiekstoornis, seksuele en agressieve ontremming. Ernstigere complicaties zijn verlies van bewustzijn, shock, ademdepressie, hypothermie, hypoglykemie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem lichte ontwenningsverschijnselen:

A

slapeloosheid en prikkelbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem matige ontwennningsverschijnselen:

A

Misselijkheid, braken, overactiviteit, tachycardie, koorts, zweten, lichtschuw hoofdpijn, angst, tremor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem ernstige ontwenningsverschijnselen:

A

Hallucinaties, delier, insulten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn risicofactoren voor problematisch alcoholgebruik?

A

Levensgebeurtenissen, sociale omgeving, leeftijd, beschikbaarheid, mannen met psychosociale problemen, positieve familieanamneses.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn somatische gevolgen van problematisch alcoholgebruik?

A

Overgewicht, ondergewicht en vitaminegebrek, maligniteiten, TD-ziektes, hart- en vaatziekten, neurologische problemen etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

In welke stadia kan een persoon met problematisch alcoholgebruik verkeren?

A

Voor-bewustwording, bewustwording, voorbereiding en actie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe moet je een persoon ondersteunen die in de voor-bewustwording fase is? Hoe doe je dat als diegene zich bewust is, hoe doe je dat als iemand in de voorbereidende fase is of actie fase?

A

Voor-bewustwording -> voorlichting over het inzicht en bewustwording van het probleem.
Bewustwording -> voor- en tegendelen verkennen
Voorbereiding -> behandelplan opzetten
Actie -> ondersteunen bij uitvoeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke bloedwaardes zijn belangrijk om vast te stellen of iemand een levertransplantatie nodig heeft?

A

MCV, gamma-GT, ASAT, ALAT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe veel cc is 1 eenheid in een bierglas, wijnglas of glas sterke drank?

A

250, 100 en 35 cc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat kan toegediend worden bij ernstige onthoudingsverschijnselen, waar moet je mee opletten?

A

Lorazepam, na een week afbouwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat kan toegediend worden tijdens het afkicken?

A

Vitaminesuppletie en dan m.n. thiamine tabletten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke medicatie kan je slikken voor terugvalpreventie?

A

Disulfiram, naltrexon, acamprosaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is steatose en wat gebeurd er in de lever?

A

Leververvetting als gevolg van een verstoorde vetstofwisseling. In de levercellen krijg je dan triglycerideninsluitsels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Zijn er klinische verschijnselen bij steatose?

A

komt weinig voor, maar hepatomegalie. Gamma-GT is verhoogt.

17
Q

Wat doet Gamma-GT?

A

Het is een enzym dat de lever helpt met de omzetting en vertering van stoffen.

18
Q

Wat is ALAT?

A

Een stof die bij beschadiging van de lever- of spiercellen in het bloed vrijkomt.

19
Q

Is ALAT verhoogd bij steatose?

A

Nee.

20
Q

Wat is cirrose en wat gebeurd er?

A

Beschadiging van het leverweefsel t.g.v. een chronische leverziekte. Hierbij sterven leverparenchymcellen af en worden vervangen met bindweefsel. De lever neemt eerst in grootte toe en neemt hierna in grootte af.

21
Q

Wanneer is het proces in de lever onomkeerbaar?

A

Als de lever kleiner wordt.

22
Q

Wat zijn klachten bij levercirrose?

A

Misselijkheid/braken, verminderde eetlust, vermoeidheid, buikpijn, icterus, jeuk, spider naevi, donkere plekken in gezicht, rode handpalmen, borstvorming en impotentie bij mannen en stop van de menstruatie bij vrouwen.

23
Q

Waarom ontstaan verschijnselen van levercirrose later?

A

Omdat de lever een groot regeneratief vermogen heeft.

24
Q

Wat gebeurd er bij acute alcoholhepatitis?

A

Er treed levercelnecrose op en er komen verschillende ontstekingscellen bij.

25
Q

Welke ontstekingscellen komen bij acute alcoholhepatitis voor?

A

Granulocyten en mallory-bodies.

26
Q
Je spreekt van acute alcoholhepatitis als er wat gebeurd met deze waardes?
gammaGT
leukocytose
ASAT
ALAT
bilirubine
prothrombinetijd
Albumine
A

GammaGT, leukocytose, ASAT, ALAT, bilirubine zijn verhoogd. Prothrombine tijd verlengd en albumine is verlaagd.

27
Q

Wat gebeurd er bij portale hypertensie?

A

Er ontstaat een verhoogde druk in het veneuze systeem van de poortader die voedingstoffen van de darm naar de lever vervoerd.

28
Q

Wat is het gevolg van portale hypertensie?

A

Spataderen in slokdarm of maag, vochtophopingen (ascites) -> door een te hoge druk in de bloedvaten komt vocht in de buikholte, vergrote milt

29
Q

Wat gebeurd er bij hepatische encephalopathie?

A

De lever kan afvalstoffen en schadelijke stoffen niet filteren en onschadelijk maken. Deze stoffen zoals ammoniak komen in het bloed terecht en veroorzaken verwardheid en sufheid, met soms flapping tremor.