Fysiologie nieren deel 3 Flashcards

1
Q

Waar ligt de pH van ons bloed normaliter op?

A

Tussen de 7.35 en 7.45

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer spreek je van acidose?

A

Wanneer er een lagere pH is dan 7.35 (-6.8)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer spreek je van alkalose?

A

Wanneer er een hogere pH is dan 7.45 (-7.7)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom zijn we gevoelig voor verstoringen in pH?

A

Omdat onze eiwitten optimaal werken bij een pH van 7.4.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waaruit worden waterstofionen gehaald?

A

Uit CO2.
CO2 + water <> H2CO3 <> H + HCO3-

En uit metabolsime van eiwitten enz. (H2SO4, H3PO4)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer verliezen we waterstofionen?

A

Metabolisme, braken en hyperventilatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke buffers vinden we in het intracellulaire vloeistof?

A

Een fosfaat buffersysteem: H3PO4- + H2O <> H 3O+ H2PO4-

Eiwit- en hemoglobine buffersysteem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke buffers vinden we in het extracellulaire vloeistof?

A

Een di-waterstofcarbonaat- bicarbonaat ion buffersysteem:
CO2 + H2O <> H2CO3 <> H+ HCO3-
Eiwitbuffersysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat gebeurd er als de Pco2 stijgt?

A

CO2 wordt dan omgezet in HCO3- en H+. De pH daalt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat gebeurd er als de Pco2 daalt?

A

De pH stijgt door de productie van CO2 en water uit H+ en HCO3-.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is respiratoire acidose?

A

De longen functioneren niet meer goed, waardoor zure deeltjes niet het lichaam via de uitademing kunnen verlaten. De concentratie CO2, H+ en HCO3- zijn hierbij verhoogd. De nieren proberen de stijging in CO2 te compenseren door HCO3- aan te maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is respiratoire alkalose?

A

Er wordt meer CO2 uitgescheiden dan er geproduceerd wordt (door hyperventilatie bijv.). De verlaging in CO2, heeft ook als gevolg een daling van de H+. De nieren proberen de daling in CO2 te compenseren door minder HCO3- te produceren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is metabole acidose?

A

Een verstoring in de stofwisseling, waardoor de HCO3- concentratie daalt. Als gevolg hiervan daalt de concentratie CO2. De concentratie H+ is echter hoog, omdat er geen bicarbonaat meer is om de H+ om te zetten. De longen proberen hier te compenseren, door dieper te gaan ademen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is metabole alkalose?

A

Door metabole stoornis in de nieren is de HCO3- concentratie gestegen, terwijl de concentratie H+ gedaald is (door braken bijv.). De concentratie CO2 neemt toe, omdat de longen langzamer gaan ademen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly