Fysiologie spijsvertering deel 1 Flashcards
Wat kan er niet gereguleerd worden: de mate van inname of de mate van opname? En hoe wordt datgeen dat wel gereguleerd kan worden gereguleerd?
De mate van opname kan NIET gereguleerd worden, de mate van opname wordt gereguleerd door bijvoorbeeld hormonen zoals ghrelin (honger) en leptine en obestatin (verzadigd).
Tussen de mond/keelholte en oesophagus, de oesophagus en maag, maag en dunne darm, dunne darm en dikke darm en dikke darm en anus zitten sphincters. Welke zijn dit?
- Upper Esofageal Sphincter
- Lower Esofageal Sphincter
- Pylorussphincter
- Ileocaecale sphincter
- Sphincter ani internus en externus
Welke structuur is aan de binnenkant van de darm te vinden? En wat zit er op deze laag?
De mucosa met epitheelslijmvlies en villi die verantwoordelijk zijn voor absorptie.
Waar is het lamina propria te vinden en wat is het?
Onder het slijmvliesepitheel van de mucosa. Het is een laag waar bloed- en lymfevaten te vinden zijn.
Wat is het crypt lumen en wat voor cellen vind je hier?
Het crypt lumen zijn instulpingen naast villi die endocriene cellen bevatten.
Wat is de submucosa (welke structuren kom je erin tegen) en waar vind je het?
De submucosa is de laag onder de mucosa, het is een bindweefsellaag met grotere bloed- en lymfevaten. In deze laag is ook de plexus submucosus te vinden.
Waaruit bestaat de muscularis externa?
Uit een circulaire en longitudinale spierlaag met daartussen de plexus myentericus.
Waaruit bestaat de serosa?
Een bindweefsellaag met een aantal bloed- en lymfevaten.
Welke structuren kom je tegen als je een dwarsdoorsnede bekijkt van de darm (van binnen naar buiten)?
Mucosa, submucosa, muscularis externa, serosa, viscerale peritoneum.
Waardoor kan de tractus digestivus autonoom functioneren?
Door de plexi die zich in de submucosa en muscularis externa bevinden. Deze behoren tot het intrinsieke zenuwstelsel.
Door welke soorten regulatie wordt de tractus digestivus gereguleerd?
Door lokale factoren, een neuraal controleringsmechanisme en een hormonaal controleringsmechanisme.
Waarop reageren lokale factoren en wat reguleren ze dan?
Lokale factoren reageren op bijv. verandering in pH of de aanwezigheid van bepaalde voedingsstoffen of messengers. Ze reguleren de beweging van materialen door de TD en hebben een rol bij secretoire functies.
Een bepaalde lokale factor merkt een verandering in de pH op. Hoe wordt hierop gereageerd?
De lokale factor die de pH-verandering opmerkt bind aan een bepaalde chemoreceptor. Dit triggert een kort reflex via de neuronen die zich in de plexus myentericus bevinden, waardoor spieren bijv. aanspannen.
Een bepaalde lokale factor merkt dat er rek staat op de dunne darm, doordat deze vol zit. Hoe wordt hierop gereageerd?
De factor bindt met een rekreceptor, er wordt een lange reflex geproduceerd -> dit innerveert inter- en motorneuronen van het CZS. Hierdoor kan er peristaltiek gevormd worden waardoor het materiaal weggevoerd kan worde.
Wat doet een lang reflex?
Deze bied meer controle over de vertering en klieren van de TD.