Kim's causal exclusion problem Flashcards

1
Q

Wat is het causale exclusion Problem?

A
Niet-reductief fysicalisme
\+
Causale geslotenheid fysieke domein
\+
Exclusief principe
=
Epifenomenalisme: mentale toestanden zijn inert, ze doen niks.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is causale geslotenheid?

A

Elke fysieke verandering heeft een volledige fysieke oorzaak. Er is geen oorzaak buiten het fysieke domein.

(Cartesianen denken van wel: de ziel ligt buiten het fysieke domein).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het exclusief principe?

A

Behalve bij échte gevallen van overdeterminatie, hebben gebeurtenissen maar één voldoende oorzaak.

échte overdeterminatie zijn twee onafhankelijke oorzaken, dit is zeer zeldzaam.

Anders: overige oorzaken uitsluiten: excluderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is generalisatie?

A

De reactie van Baker: het causale exclusion Problem lijkt voor alle superveniërende fenomenen te gelden. Er moet dus iets mis zijn met het argument van Kim.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de drie reacties op het probleem?

A
  1. Opgeven: reductie. Toegeven dat het mentale wordt vervangen door fysieke concepten. Mentale concepten bestaan dus niet.
  2. Het op een andere boeg gooien: program explanation. Mentale toestanden zijn relevant voor een causale oorzaak, maar is er geen. Dat er een mentale toestand is geeft aan dat er een fysieke concept is.
  3. Oplossen: interventionisme. Het probleem van Kim is een schijnprobleem.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Leg reductie (opgeven) uit.

A

Het opbreken van mentale types in zoveel verschillende realisatiebasissen als er zijn: bijv. pijn.

pijn in honden
pijn in mensen
pijn in marsmannetjes

Wat maakt dit allemaal pijn? –> opgeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Leg Program explanation uit.

A

Causale relevantie in plaats van causale effectiviteit voor mentale (en andere superveniërende) fenomenen.

De superveniërende eigenschap ‘programmeert voor’ de aanwezigheid van een causaal effectieve eigenschap op micro-niveau.

Maar.. sluit niet aan op Fodor’s intuïtie dat het mentale echt causaal effectief is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Leg interventionisme uit.

A

Er is niets mis met het idee van superveniëntie, maar met de manier waarop we met causale vragen omgaan in contexten waarin superveniërende fenomenen een rol spelen.

Kijk kritisch naar hoe je met de notie van een causaliteit omgaat en het causale exclusion Problem lijkt een schijnprobleem.

Causale modellen waarin superveniërende fenomenen zijn opgenomen als potentiële causale rivalen zijn verkeerd opgesteld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly