Computernalisme Flashcards

1
Q

Vertel kort iets over het verband tussen de opkomst van computers en de mind.

A

In de jaren 80 kwamen computers opzetten. Dit werd de nieuwe definitie voor de mind. Dus de mind is een computerprogramma dat draait op het brein als hardware.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem de twee problemen rondom computernalisme.

A
  1. the Chinese room van Searle.
  2. Over-intellectualisering: als je de mind als computer ziet, hebben we het meer over het denken los van het lichaam. Het gaat meer over rationele handelingen: als denken, schaken, dammen, etc.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Leg de Turing-test uit.

A

Zoekt een antwoord op wat we bedoelen met een machine die kan denken. In het experiment van Turing heb je een ondervrager en twee proefpersonen die in verschillende kamers zitten. Een proefpersoon wordt vervangen door een computer, deze beantwoord de vragen goed. Een computer zou dus intelligent zijn.

Maar is intelligentie alleen de goede output kunnen geven?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zegt Turing over denken en wat heeft hij ontdekt?

A

Denken is rationeel (naar aanleiding van zijn experiment).

Hij bedenkt ook software: een programma op de computer kunnen installeren. De mind is dus een programma dat draait op onze hardware, het brein.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Op welke manier worden symbolen gemanipuleerd door een computer? Welke betrekking heeft dat op de mind?

A

Een symbool is een element dat ergens naar verwijst.

De 1-en en 0-en (symbolen) manipuleren beelden die wij op het scherm zien. Wat zijn de ‘bits’ waar wij op draaien?

De bits in ons brein zijn de neuronen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn syntactische eigenschappen? Leg dit uit.

A

Syntactische eigenschappen is grammatica en de vorm van taal. Dit gebeurt op twee manieren:

  1. Fysisch herkenbare eigenschappen van symbolen.
    Een voorbeeld hiervan is dat A en a hetzelfde zijn. Maar hAllo is syntactisch fout, de vorm is niet goed.
  2. Worden gebruikt in de regelgeleide interrelatie van symbolen (zoals de syntax van een taal). Hoe maak je een correctgevormde zin?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn semantische eigenschappen?

A

Semantische eigenschappen gaan over de betekenis van een symbool.

  1. betekeniseigenschappen.
  2. bijvoorbeeld verwijzing of waarheidswaarde.

Als symbolen volgens computers zo werken, moeten die van ons ook zo werken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zegt Fodor? (3)

A
  1. De mind is een computerprogramma.
  2. De hersenen als hardware en de mind als software
  3. Denkprocessen modelleren door functionalisme (in kaart te brengen, vorm geven).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat wordt er bedoeld met denken als symbool-manipulatie?

A

Een systeem dat symbolen bevat die standen van zaken in de wereld representeert en die symbolen manipuleert op basis van syntax die de semantiek respecteert, zodat ware uitgangspunten via logische redeneringen tot ware conclusies leiden. Is dit het geval? Dan denkt het systeem.

Een denkend systeem is op basis van syntax en respectvol semantiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom is een computer een denkend systeem?

A

De computer is bezig met de syntax en de semantiek wordt gerespecteerd, want deze is goed. (alleen begrijpt de computer deze niet). Een computer is dus een denkend systeem, zolang het programma goed functioneert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat wordt er bedoeld met menselijk denken?

A
  1. Elk denkend systeem is een computationeel systeem.
  2. Het brein is een biologische computer.
  3. De mind is de software van ons brein (de hardware).
  4. De syntax van het brein is de programmeertaal van onze gedachtes, niet in onze alledaagse taal.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zorgt ervoor dat ons brein goed geprogrammeerd is?

A

Descartes: god.

Computernalisme: evolutie

Door dit hebben wij de juiste symbolen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Leg Searle’s kritiek op het computernalisme uit.

A

The Chinese room: gedachte-experiment.

In de kamer zit een persoon die geen Chinees spreekt. Buiten de kamer staan twee personen die wel Chinees spreken. Zij geven brieven (input) met vragen in het Chinees aan de persoon in de kamer. In de kamer ligt een vertaalboek. Op basis van de syntax (grammaticale regels van het Chinees) kan de persoon antwoord op het briefje geven van de Chinezen. Dit antwoord is semantiek.

Conclusie: volgens Fodor is dit een denkend systeem, doordat het werkt op basis van syntax en de sementiek respecteert. Maar de persoon die deze uitput produceert, begrijpt totaal niet wat hij produceert. Hij begrijpt namelijk alleen de syntax en niet de semantiek. Een computer denkt dus niet zoals wij denken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly