Bewust versus onbewust Flashcards
Waar gaat het debat van bewust versus onbewust over?
Veroorzaken onze bewuste gedachten ons handelen of zijn het onbewuste toestanden die het doen? Dit debat gaat niet over vrije wil of mentale veroorzaking (mentaal versus fysiek). De mind kan niet reduceert worden tot fysieke.
Leg het Libet-experiment uit.
De proefpersonen drukken uit ‘vrije wil’ op een knop (voorbeeld van een vrije handeling).
Wat komt eerst? Neurale preparatie voor de handeling (brein) of de bewuste intentie.
Welke drie zaken werden er tijdens het Libet-experiment gemeten?
- Readiness potential.
- bewuste intentie.
- actie. (deze wordt tot slot gemeten)
Leg readiness potential uit.
Neurale voorbereiding in de motorcortex voor beweging. Dus de beweging wordt in gang gezet door het brein.
Leg bewuste intentie uit.
Dit kun je niet zien in het brein, dit meet je aan de hand van een klokje. Op dit klokje gaat een wijzer of een bolletje rond per 2,5 seconde. Je moet onthouden waar de wijzer of het bolletje opstond als je de urgentie voelt om op de knop te drukken. Dit moesten de proefpersonen van het Libet-experiment na de handeling aangeven. Als dit voor het experiment gevraagd wordt, merk je dat mensen eerder willen reageren.
Wat is de conclusie van het Libet-experiment?
Mensen hebben pas de bewuste overtuiging dat ze op de knop gaan drukken nadat het brein dit al in beweging heeft gezet. Hier zitten een aantal seconde tussen, daarna volgt de handeling. Dus je brein heeft al onbewust besloten voor je bewuste handeling.
Geen vrije wil: een specifieke motorcortex handeling.
Leg uit wat Mele bedoelt met onbewuste neigingen.
De interpretatie van het experiment van Libet is van groot belang. Volgens Mele is de onbewuste intentie een neiging en geen intentie.
Libet voert zijn experiment nog eens uit: de proefpersonen mogen er nu voor kiezen om de handeling niet uit te voeren, ookal hebben ze wil de neiging.
Volgens Mele zijn intenties leidend en is readiness potential slechts een neiging.
Er zijn geen onbewuste intenties. Je kunt wel onbewust handelen, maar intenties zijn altijd bewust. Dus bewuste intenties beslissen wat er gebeurd.
Wat zegt Wegner over intenties?
We zien oorzakelijkheid die er niet is: het lijkt maar alsof onze intenties ons handelen veroorzaken.
Wanneer worden we geneigd te denken dat Y veroorzaakt wordt door X?
Drie voorwaarden:
- X gaat vooraf aan Y
- X is gerelateerd aan Y
- Er is geen duidelijke andere oorzaak dan Y.
Maar dat wil niet altijd zeggen dat er dan altijd een causale relatie tussen beiden is. Deze voorwaarden kunnen opgaan voor intenties en handelingen zonder dat er een causale relatie is.
Wat is confabulatie?
Je doet iets zonder er een reden voor te hebben en achteraf probeer je het te rechtvaardigen waarom je dat gedaan heb, zelfs als het aantoonbaar niet klopt. Dit is niet liegen, want dit doe je onbewust. Hierbij is bewustzijn gewoon de interpretator van de handeling.
Wat is Wegner’s conclusie?
Onbewuste processen veroorzaken bewuste intenties en acties, maar bewuste intenties veroorzaken geen actie. Dit is een illusie. Dus vrije wil is een illusie!
Noem vier punten van kritiek op intenties
- intenties zijn geen discrete staten, maar processen die over tijd gebeuren (Dennett). Dit komt in samenwerking met de motorcortex.
- Lange-termijn intenties lijk wel causale effectief. Bewuste intenties als ‘self-programming’ (slors). Dit leidt tot een beïnvloeding van je gedrag.
- Ook zelf-interpretatie kan helpen om onze toekomstige acties vorm te geven.
- Relatie van dit alles met vrije wil is zeer discutabel. (twijfelachtig)