keuken (kitchen) Flashcards
1
Q
the glass
A
het glas (glazen)
2
Q
to fry
A
bakken
3
Q
the fridge
A
de koelkast (koelkasten)
3
Q
**
the microwave
A
de magnetron (magnetrons)
4
Q
the spoon
A
de lepel (lepels)
4
Q
the plate
A
het bord (borden)
4
Q
the knife
A
het mes (messen)
5
Q
the fork
A
de vork (vorken)