integratie bundel 2.0 Flashcards
aanvaardbaarheidscriteria flow-volume curve (bij spirometrie)
- adequate start zonder aarzeling (steil omhoog)
- spitse piek
- curve loopt gelijkmatig af naar de x-as
- vrij van artefacten, zoals hoesten, glottissluiting, voortijdige afbreking, lekkage/obstructie mondstuk
- uitademingsfase
- minimale duur > 6 seconde (>3 seconde bij kinderen)
herhaalbaarheidscriteria (spirometrie):
van 3 technisch aanvaardbare manoeuvres mogen:
- 2 hoogste FVC waarden max. 0,15 L verschillen
- 2 hoogste FEV1 waarden max. 0,15 L verschillen
- 2 hoogste PEF’s mogen max. 0,67 L/s verschillen
wat doe je als niet aan herhaalbaarheidscriteria wordt voldaan bij spirometrie?
er dienen dan tot maximaal 8 manoeuvres te worden uitgevoerd, om te proberen om te voldoen aan de herhaalbaarheidscriteria
spirometrie en longfunctie bij longfibrose:
om de diagnose longfibrose te kunnen bevestigen kijk je naar de volgende waarden:
- TLC < -1.64 SD
- FVC < -1,64 SD
daarnaast heb je een Tiffeneau index nodig van 100% of meer
restrictieve longziekten:
bijv. longfibrose en verminderd longvolume door scoliose
obstructieve longziekten:
astma en COPD
Tiffenau index:
verhouding tussen FEV1 en FVC
waarom kan je de diagnose longfibrose niet alleen stellen met spirometrie:
TLC krijg je niet bij het afleggen van een spirometrie. je kan alleen een suggestie doen naar longfibrose door de FVC en een obstructieve longziekte uitsluiten door de Tiffeneau index
FEV1:
is de maximale hoeveelheid lucht die je na een volledige inademing snel en geforceerd kan uitademen in één seconde
FVC:
is de totale hoeveelheid lucht die na een volledige inademing maximaal kan worden uitgeademd
FEV1/FVC ofwel de Tiffeneau index:
is de verhouding van de twee vorige parameters. Normaal zal iemand 70 tot 80% van zijn vitale capaciteit kunnen uitademen tijdens de eerste seconde van een geforceerde uitademing
Tiffeneau index bij obstructieve longziekte:
kleiner dan 70% van de normaal waarde
welke vorm heeft een flow-volume curve bij een obstructieve longziekte?
kerktoren
welke vorm heeft een flow-volume curve bij een restrictieve longziekte?
aan alle kanten kleiner
significante reversibiliteit bij spirometrie:
toename van FEV1 > 12% en > 200 mL t.o.v. baseline, na behandeling met bronchodilatatie
PEF bij spirometrie:
meet de maximale hoeveelheid lucht die je in één minuut kunt uitademen.
welke test kan je naast spirometrie met bronchodilatator nog meer doen voor de diagnose van astma?
provocatie test
provocatie test:
- directe provocatie test: met bijv. histamine. je dient dit toe en herhaalt daarna de spirometrie om te kijken of de patiënt hierop reageert
- indirecte provocatietest, bijv. iemand laten inspannen bij verdenking op inspanningsastma
wanneer treden klachten van astma vooral op?
- ’s nachts
- vroeg in de ochtend
- na blootstelling aan prikkels
definitie ACS (Acuut Coronair Syndroom)
ontstaat door de afsluiting van een of meerdere kransslagaders, wat leidt tot zuurstoftekort in het hartspierweefsel (ischemie).
atherosclerose kan leiden tot ACS. als zo’n plaque namelijk scheurt kan zich een trombus vormen, wat de al vernauwde arterie volledig kan afsluiten en een hartaanval kan veroorzaken.
diagnose van ACS:
- POB in rust
- verhoogde niveaus van cardiale enzymen, troponine T en I, in het bloed
- ECG, om onderscheid te maken tussen STEMI en NSTEMI
STEMI op ECG:
STEMI is volledige afsluiting van kransslagaders.
- er zijn ST-elevaties zichtbaar op minstens 2 ECG afleidingen
revascularisatie bij STEMI:
zo snel als mogelijk, time is muscle
NSTEMI:
gedeeltelijke afsluiting van kransslagader. geen ST-elevaties.
revascularisatie moet minimaal binnen 24 uur en bij instabiele patiënt zo snel mogelijk, net als STEMI
risicofactoren voor ACS:
- hoog cholesterol
- familiegeschiedenis
- roken
- hogere leeftijd
- mannelijk geslacht
- diabetes
- overgewicht
- hoge bloeddruk
symptomen/klachten bij ACS:
- POB die kan uitstralen naar kaak of schouders
- kortademigheid
- hartkloppingen
- malaise
- zweten
- bleke/grauwe huid
bij LO kunnen tekenen van shock, hartruis en transpiratie worden gezien
behandeling ACS/myocardinfarct:
- anti trombotische medicatie
- pijnstillers
- zuurstof
- nitraten
- revascularisatie
2 vormen van revascularisatie:
- PCI, katheterisatie
- CABG, coronaire bypassoperatie
golden five bij na ACS/myocardinfarct:
- Aspirine
- P2Y12 remmer
- ACE-remmer
- Bèta blokker
- Statine
definitie stabiele AP:
ontstaat door zuurstoftekort in de hartspier, veroorzaakt door een stabiele atherosclerotische plaque in een kransslagader
symptomen/klachten stabiele AP:
- drukkende pijn op borst tijdens inspanning, stress, zware maaltijden of kou
- de pijn verdwijnt in rust
- pijn kan uitstralen naar armen, hals, rug, kaak of bovenbuik
- soms misselijkheid, duizeligheid, kortademigheid en zweten
diagnose stellen stabiele AP:
- gedetailleerde anamnese
- inspannings-ECG, waarbij een ST-depressie zichtbaar is bij myocardischemie