IFRS Flashcards

1
Q

Verschil in waardering tussen voorzieningen Be Gaap en IFRS + reden verschil

A

IFRS
Provisions are recognised when all of the following conditions are met:
 The entity has a present legal or constructive obligation as a result of a past event
 It is probable that an outflow or economic benefits will be required to settle the obligation; and
 A reliable estimate can be made of the amount of the obligation.

Een concept dat we niet kennen onder BEGAAP betreft een constructive obligation. Zonder wettelijke/contractuele basis is het verplicht om onder IFRS een provisie te erkennen o.b.v. vroeger ‘gedrag’/’gewoonte’ (= constructive).

Erkenning van een provisie is wanneer de kans probable is (> 50%). Is de kans niet remote (< 5%) maar niet probable (< 50%) dan wordt het risico toegelicht. Eveneens is een toelichting vereist bij een aleatoir karakter van de liability (zoals in BEGAAP), maar IFRS legt hier wel echt de nadruk dat dit eerder uitzonderlijk is.

BEGAAP
(CBN) Er moet rekening worden gehouden met alle voorzienbare risico’s, mogelijke verliezen en ontwaardingen, ontstaan tijdens het boekjaar waarop de jaarrekening betrekking heeft of tijdens voorgaande boekjaren, zelfs indien deze risico’s, verliezen of ontwaardingen slechts gekend zijn tussen de balansdatum en het ogenblik waarop de jaarrekening door het bestuursorgaan van de vennootschap wordt opgesteld. In de gevallen waarin, bij gebreke aan objectieve beoordelingscriteria, de waardering van de voorzienbare risico’s, de mogelijke verliezen en de ontwaardingen onvermijdelijk aleatoir is, wordt hiervan melding gemaakt in de toelichting,

-> voorzichtigheid primeert bij BEGAAP, maar in principe blijft 50% regel wel standhouden (Wordt op grond van alle beschikbare informatie besloten dat de kans op het voorkomen van een kost of verlies ‘meer waarschijnlijk dan niet’ is, dan is voldaan aan de voorwaarde dat het om een waarschijnlijke kost of verlies gaat. De waarschijnlijkheid dat de gebeurtenis zal plaatsvinden is dus groter dan de waarschijnlijkheid dat dit niet het geval zal zijn.)

Verschil met IFRS zit hem vnl in herstelling en onderhoudswerken - het is niet mogelijk om hiervoor een voorziening aan te leggen in IFRS, wel in BEGAAP

Tot slot is het beoordelingsmoment bij het boeken van een voorziening van een herstructurering verschillend onder BEGAAP (beslissing RvB) vs IFRS (mededeling aan personeel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Share based payments: hoe waarderen onder IFRS en Be GAAP? Wat indien aandelen reeds veel meer waard.

A

IFRS
IFRS 2 applies to all share-based payment transactions, which are defined as follows:
 Equity-settled, in which the entity receives goods or services as consideration for equity instruments of the entity (including shares or share options);
 Cash-settled, in which the entity receives goods or services by incurring a liability to the supplier that is based on the price (or value) of the entity’s shares or other equity instruments of the entity.

Het lijkt logisch om te veronderstellen dat de vraagsteller zal doelen op een transactie met personeelsleden en dat de deze equity-settled zal zijn in een Belgische context. Mocht cash-settled zijn -> uitdrukken aan fair value, jaarlijks herzien en flux in PL.

Bij een equity settled transactie zal deze gewaardeerd worden aan de werkelijke waarde van de aandelen of opties @ grant date. Deze fair value zal nooit opnieuwe gewaardeerd worden in de komende jaren. naargelang het verstrijken van de periode (service/performance condition) ken je stelselmatig uw kost toe van het toekennen van de equity instruments. Je brengt evt service condition of non-market conditions in rekening als deze zich voltrekken (niet op grant date). Boekingswijze onder IFRS: 62 @ equity (aparte lijn in equity roll).

Ter volledigheid; market conditions (vesting conditon) en non-vesting conditions breng je wel in rekening bij fair value calculation @ grant date

BEGAAP
De guidance onder BEGAAP is heel gelimiteerd. Louter CBN advies 2012/3 geeft enkel een duiding bij de boekingswijzige van opties op bestaande aandelen (aandelenoptiewet).
Bij de uitgifte van een warrantenplan (nieuwe/onbestaande aandelen) of opties op bestaande aandelen is geen boeking vereist bij de uitgifte/toekenning op grant date. Weliswaar is een provisie noodzakelijk voor de exposure tussen optieprijs en prijs van het instrument in de mate dat deze niet ingedekt is.

Los van de provisie zijn er geen boekhoudkundige verplichtingen bij toekenning - deze zijn er pas wanneer de opties uitgeoefend worden (o.a. inkoop eigen aandelen bij opties op bestaande aandelen).

Voor de rol van de commissaris/bedrijfsrevisor (en de belastbare basis bij de verkrijger) - zie aparte vraag mbt aandelenoptieplan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ifrs 3 Business combinations: eerste opname overgenomen entiteit

A

Overname van een entiteit onder IFRS 3 gebeurt in 4 stappen;

  1. Identificeer de koper;
  2. Bepaal de transactiedatum;
  3. Opnemen en waarderen van de identificeerbare activa en passiva;
  4. Bepalen van de goodwill (overschot na purchase price allocation)

PPA door activa en passiva op te nemen aan fair value.
Badwill (gain from a bargain purchase) wordt in IFRS onmiddelijk in resultaat genomen (i.t.t. tot BEGAAP - op passief tot negatief resultaat zich realiseert - zie CBN 2016/7).

Gezien eventueel timing probleem kan een herziening van de fair value van de bestanddelen en dus ook de goodwill binnen 12 maanden na overname.

Transactiekosten gerelateerd aan de overname -> onmiddelijk in PL (idem aan BEGAAP)

Extra topics; goodwill die je hier realiseert jaarlijks te onderwerpen aan een impairment test (IAS 36), reverse acquisitions mogelijk onder IFRS (niet onder BEGAAP), …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Factoring onder IFRS

A

A factoring transaction involves a transferor transferring its rights to some or all of the cash collected from some financial asset (usually receivables) to a third party (the factor) in exchange for a cash payment.

Factoring of receivables is a well-established method of obtaining finance, sales ledger administration services or protection from bad debts. Factoring arrangements can take various forms;

1) In a non-recourse factoring arrangement, the transferor does not provide any guarantee about the receivables’ performance. In other words, the transferor assumes no obligations whatsoever to repay any sums received from the factor regardless of the timing or the level of collections from the underlying debts. In that situation, the entity has transferred substantially all the risks and rewards of ownership of the receivables and de-recognises the receivables in their entirety.

2) In factoring of receivables, the transferor can provide the factor with full or limited recourse. The transferor is obligated, under the terms of the recourse provision, to make payments to the factor. Alternatively, the transferor might be required to repurchase receivables sold under certain circumstances. In most factoring arrangements that are subject to recourse, the transferee is precluded from selling the receivables, which means that the transferor continues to control them. Therefore, continuing involvement accounting might apply.

3) Specifiek geval; in case of advance payments; Consider a five-year maintenance contract, with payments to be billed annually in advance, or an operating lease contract with rentals due quarterly in advance. The entity has a contractual right to receive cash from the date when the contract is signed, even though it has provided no goods or services at that time. Such contracts give rise to the question of when a financial asset for the amounts due under the contract should be recognised. No asset should be recognised until at least one of the parties has performed under the contract.

General comment - BEGAAP beoordeling ongeveer gelijkaardig i.f.v. uitdrukken vordering (echter wel keuzemogelijkheid obv CBN advies) & onder IFRS is uw verlies van de verkoop van de vordering geboekt als een loss on disposal (ipv financiële kost onder BEGAAP)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Eigen aandelen onder BE GAAP en IFRS

A

BE GAAP
Op het actief, en voor hetzelfde bedrag een onbeschikbare reserve
(voorwaarden tot verwerving, zie andere vraag)

IFRS
In mindering van het eigen vermogen voor aankoopwaarde. Er mag geen winst of verlies geboekt worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verschillen Be GAAP en IFRS

A
  1. Algemeen
    - fair value vs kostprijs
  2. Structuur financial statements
    - cash flow statement
    - statement of other comprehensive income
    - geen vast format
    - meer toelichtingen
  3. IMVA
    - IFRS herwaardering toegelaten
    - IFRS nooit activeren hersturctureringskosten of oprichtingskosten
  4. MVA
    - impairment vs afschrijvingen
    - IFRS subsidie in mindering AKP
  5. Financiële instrumenten
    - FVPL (FV en dan FVPL)
    - HTM (FV + transaction costs en dan ammort cost)
    - LR (FV + transaction costs en dan ammort cost)
    - AFS (FV + transaction costs en dan FV direct in equity)
  6. Voorraad
    - IFRS geen direct kosten en geen completed contract en geen lifo
  7. Eigen aandelen
    - IFRS in mindering EV en Be provisie (onbeschikbare reserve)
  8. Provisies
    - onder IFRS moet er een bestaande verplichting zijn (al dan niet via verwachting) en onder Be is dit niet
    - onder IFRS dus geen provisie voor groot onderhoud
  9. Uitzonderlijk resultaat
    - niet onder IFRS

Eén van de verschillen tussen BE GAAP en IFRS is de boekhoudkundige verwerking van lease- en huurcontracten. Conform de Belgische boekhoudwetgeving (BE GAAP) kunnen lease contracten zowel op de balans (actief tegenover schuld) als in de resultatenrekening (als periodieke kost) geboekt worden. IFRS 16 (in voege sinds 01/01/2019) bepaalt dat alle lease- en huurcontracten tot uitdrukking moeten gebracht worden op de balans.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Leg uit deferred taxes? Verschil tussen BE GAAP en IFRS?
Welke soorten deferred taxes (DTA en DTL) en bestaan beide dan voor Be Gaap en IFRS?

A

IFRS
Deferred taxes (assets/liabilities) komen voor op de geconsolideerde als de enkelvoudige JRRK (i.t.t. BEGAAP). BE enkel Conso maar in Be wel deferred tax liabilties voor uitgestelde belastingen op meerwaarden of kapitaalsubsidies.
Deferred tax liabilities are the amounts of income taxes payable in future periods in respect of taxable temporary differences.
Deferred tax assets are the amounts of income taxes recoverable in future periods in respect of:
► Deductible temporary differences
► The carry-forward of unused tax losses
► The carry-forward of unused tax credits

typevoorbeelden zijn fiscale afschrijving rapper/trager dan boekhoudkundig, tijdelijke verschillen door consolidatieboeking of een DTA i.f.v. overgedragen verliezen.
In practice wordt meestal een periode van 5 jaar gehanteerd.

Deze worden in bijna alle bovenstaande gevallen erkend m.u.v. initiële erkenning van goodwill & bij outside basis differences. Je erkend uw DTA/DTL aan de fiscale belastingvoet van het moment waarop je verwacht dat deze zal gerealiseerd worden. Verdisconteren is verboden.

Aandachtspunten;
- Bij een DTA is er de belangrijke voorwaarde van ‘recoverability’ - in practice kijkt men meestal 5 jaar vooruit. (EXTRA - uitzondering; als je DTL hebt voor zelfde entiteit kan je DTA aanleggen voor max dat bedrag, als er een basis hiertoe is uiteraard, zonder de toekomstige winsten te beoordelen - IAS 12.29).
- Offsetting is mogelijk voor zelfde entiteit/zelfde aangifte (of groep entiteiten bij fiscale consolidatie)
- indien DTA/DTL betrekking heeft op element die in equity geboekt werd -> ook boeken in equity (niet in PL)
- enacted vs substantively enacted laws

BEGAAP
Enkel mogelijk in geconsolideerde JRRK (m.u.v. uitgestelde belastingen op meerwaarden of kap subsidies). Anders wordt dit gewoon toegelicht in de JRRK.
In algemeen zijn de waarderingsregels veel breder uitgewerkt onder IFRS

It is possible to record deferred tax liabilities in consolidated financial statements if it is probable that an actual tax charge will arise in the foreseeable future. Furthermore, recognition of deferred tax assets in the consolidated financial statements is permitted if recovery is probable.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verschil boekingswijze van herstructureringskosten volgens BGAAP volgens IFRS

A
  1. Wanneer een provisie boeken:
    • BE GAAP: een voorziening moet gevormd worden vanaf de datum waarop in hoofde van de onderneming de verplichting ontstaat, namelijk het tijdstip waarop het bestuursorgaan de beslissing tot ontslag heeft genomen.
    • IFRS: er kan pas een provisie geboekt worden op het moment dat het management het plan tot herstructurering in actie heeft gezet, of het plan heeft medegedeeld aan de werknemers waardoor er een redelijke verwachting is dat het management de herstructurering zal uitvoeren. Een zuivere beslissing van de Raad van Bestuur is niet voldoende voor een provisie. (IAS 37.75)
  2. OpEx of CapEx
    • BE GAAP: toegelaten om te activeren en af te schrijven over een periode van 5 jaar als het gaat om uitgaven met een uitzonderlijk karakter die nauwkeurig zijn omschreven en die verband houden met een ingrijpende wijziging in de structuur of de organisatie van de onderneming, en als deze kosten een blijvende en gunstige weerslag hebben op de rentabiliteit van de onderneming.
    • IFRS: herstructureringskosten worden opgenomen in de resultaatrekening vanals ze zich voordoen (kosten van oprichting, kapitaalverhoging, … komen in mindering van het kapitaal en kosten van uitgiften lening komen in mindering van het ontvangen bedrag).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is IFRS 9?
Wanneer van toepassing en wat is het grootste verschil met IAS 32/39?

A

IFRS 9: Financiële instrumenten. IFRS 9 is opgedeeld in 3 hoofdonderdelen
1. Classificatie en waardering
2. Waardevermindering (impairment)
3. Hedge Accounting

Wat zijn financiële instrumenten:
- schuldinstrumenten (bv. obligatie);
- derivaten (afgeleide financiële instrumenten) (bv. Interest rate swap);
- eigenvermogensinstrumenten (bv. aandelen).

Classificatie
- aanhouden om de contractuele kasstromen te innen;
- aanhouden om de contractuele kasstromen te innen en te verkopen;
- overige.

Financiële instrumenten kunnen op 3 manieren gewaardeerd worden
- geamortiseerde kostprijs: bedrag waartegen het actief / verplichting initieel op de balans is opgenomen, verminderd met betalingen;
- reële waarde met waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening;
- reële waarde met waardeveranderingen in het eigen vermogen (other comprehensive income).

De bovenvermelde classificatie is van belang voor de manier waarop de financiële instrumenten gewaardeerd worden.

IFRS 9 voorzien ook in een bijzondere waardeverminderingmodel (ECL: Expected Credit Loss)
De financiële instrumenten worden opgedeeld in 3 categorieën
- Stadium 1: het verwachte verlies in de eerste 12 maanden;
- Stadium 2 & 3: het verwachte verlies tijdens de resterende looptijd. (Stadium 3 wordt pas bereikt als er bewijs is van een opgetreden waardevermindering).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is fair value?

A

Reële waarde: De prijs die zou worden ontvangen bij verkoop van een actief of betaald bij overdracht van een verplichting in een regelmatige transactie tussen marktdeelnemers op de waarderingsdatum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

IFRS 16 - Toelichten

A

IFRS 16 (Leases) behandelt het al dan niet kwalificeren van een contract als lease.
Een Lease = a contract, or a part of a contract, that conveys the right to use an asset (the underlying asset) for a period of time in exchange for a consideration.

De scope is een stuk breder dan onder BEGAAP, waar het doorslaggevend criterium meer de focus legt op de wedersamenstelling van het kapitaal. (alternerende berekening OG/RG i.f.v. overnameoptie - de 15% regel).

Uitzonderingen onder IFRS (om het niet nodeloos complex te maken voor de onderneming) betreffen low-value leases (5k USD) & short term leases (12 maanden)

Het actief dient identificeerbaar te zijn (bv wagen met chassisnummer) en de leasingnemer dient ‘right to use’ (gebruiksrecht) te kunnen uitoefenen.

Eenmaal gekwalificeerd als lease onder IFRS 16 drukt een onderneming enerzijds (1) zijn lease liability uit (KT/LT), hetgeen een verdisconteerde som van de betalingen, aankoop opties (indien reasonably certain) & termination paybles (indien reasonably certain) betreft en anderzijds (2) zijn right of use assets. De ROuA zal gelijk zijn aan de lease liability (initial recognition) behoudens het extra tot uitdrukking brengen van betalingen die je vooraf al geleverd hebt, initiële directe kosten en kosten gerelateerd aan het verwijderen van het actief.

De discount rate (i.f.v. bepalen lease liability) is in eerste instantie de rente (impliciet) uitgedrukt in het contract. Dit is echter in de praktijk moeilijk te bepalen waardoor in veel gevallen de IBR (incremental borrowing rate) gehanteerd wordt - dit betreft de rente waaraan de onderneming zou lenen voor hetzelfde bedrag in dezelfde omstandigheden.

Vervolgens schrijf je uw ROuA af (cfr BEGAAP) en werk je jaarlijks uw lease liability bij adhv de discount rate (interest kost) en de betalingen ervan. Betalingen in de cash flow statement van de lease liability komen terug onder financing activities. Uw interesten volgen IAS 7 (aard van de interest bepaalt uw classificatie)

Specifieke aandacht voor;
- Lease modifications
- Sale and lease back - diff met BEGAAP (If the buyer-lessor has not gained control over the asset (indicating no sale has taken place), the supposed sale and leaseback is viewed as a financing arrangement, with the underlying asset acting as collateral)
- Bij huurgelden gekoppeld aan index - jaarlijks lease liability update, geen herziening discount rate nodig
- Termijn houdt rekening met huurvrije periode (net zoals onder BEGAAP)
- impact op EBITDA - free cash flow

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn deferred taxes en geef voorbeelden hiervan. Wat is de standpunt van de fiscus hierin? Is hier een verschil tussen BeGAAP en IFRS, en wat tussen statutair en consolidatie? + Bijvragen naar verschillende transacties en hun fiscale gevolgen.

A

§ 1. De uitgestelde belastingen op kapitaalsubsidies en gerealiseerde meerwaarden worden oorspronkelijk gewaardeerd tegen het normale bedrag van de belasting die erop zou zijn geheven indien die subsidies en meerwaarden zouden zijn belast ten laste van het boekjaar waarin zij werden geboekt. Zij worden evenwel gewaardeerd na aftrek van de weerslag van de belastingverminderingen en vrijstellingen waarvan op het ogenblik dat deze subsidies en meerwaarden worden geboekt kan worden vermoed dat zij, in een nabije toekomst, zullen leiden tot een lagere belasting op deze subsidies en meerwaarden.

§ 2. De uitgestelde belastingen op ontvangen kapitaalsubsidies worden geleidelijk afgeboekt via overboeking naar de post “Onttrekkingen aan de uitgestelde belastingen” van de resultatenrekening, gelijkmatig met de afboeking van de kapitaalsubsidies in de passiefpost waarop zij betrekking hebben.

De uitgestelde belastingen op gerealiseerde meerwaarden worden geleidelijk afgeboekt via overboeking naar de post “Onttrekkingen aan de uitgestelde belastingen” van de resultatenrekening, gelijkmatig met de opneming van de betrokken meerwaarden in het belastbaar resultaat.

§ 3. Behoudens toepassing van paragraaf 2 mag het gepassiveerde bedrag van de uitgestelde belastingen slechts worden aangepast in zover, ingevolge een wijziging in de fiscale toestand van de vennootschap, VZW, IVZW of stichting, het effectieve bedrag van de geraamde belasting die in een nabije toekomst op deze subsidies en meerwaarden zal zijn verschuldigd, waarschijnlijk sterk zal verschillen van het bedrag aan passiefzijde.

Ook volgens BE GAAP mogelijk in conso, denk aan uitgestelde belastingen bij eliminatie marge voorraad.

IFRS: verschil tussen tax base en carrying amount.
Deferred tax liabilities are the amounts of income taxes payable in future periods in respect of taxable temporary differences.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een bill and hold transactie? Quid verschil BeGAAP en IFRS, en boekhoudkundige verwerking.

A

Een ““Bill-and-Hold”” transactie is een omzeterkenning methode waarbij omzet direct erkend wordt op het moment van de verkoop, maar waar de goederen pas op een latere datum geleverd worden (de verkoper behoudt de fysieke eigendom).

IFRS
Toegelaten onder bepaalde voorwaarden, waar de klant reeds controle heeft de aangekochte goederen, maar waar de koper beslist heeft deze goederen pas op een latere datum te laten leveren (bv. wegens tekort aan opslagplaats).
Voorwaarden
- De klant moet hier specifiek om gevraagd hebben;
- De goederen moeten individueel identificeerbaar zijn dat ze reeds behoren tot de klant;
- De goederen moeten in afgewerkte staat zijn, en klaar zijn om verzonden te worden;
- De verkoper mag niet in staat zijn de goederen te verkopen aan een andere koper.

IFRS 15 nog steeds toepassing en kijken of er nog andere prestatieverplichtingen inbegrepen zaten in de verkoop (bv. onderhoud, …).

BE GAAP
Ook toegelaten, afhankelijk van de waarderingsregels en wanneer het risico overgaat o.a. adhv incoterms (moet geval per geval specifiek bekeken worden).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Kapitaalsubsidies, bestaat dit onder IFRS? Zo ja, hoe boeken we deze dan?

A

Ja, 2 manieren:

Zoals onder BE GAAP, of in mindering van CapEx (dus netto investering)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de belangrijkste principes van IAS 10?

A

Gunstige of niet gunstige gebeurtenissen die zich afspelen tussen einde verslagperiode en peiode waarop jrrk zal worden goedgekeurd.
* Adjusting: gebeurtenis na afsluit van verslag periode die extra info geeft over omstandigheden die bestonden op datum van afsluit.
* Non-adjusting: wijzen niet op omstandigheden die bestonden op afsluitdatum en zodus geen aanpassing nodig. Enige uitzondering: discontinuiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

IAS 12
Wat is een DTA? Wanneer krijgen we ze? Hoe vinden we ze?

A

Bedragen van in de toekomstige perioden terug te vorderen mbt verrekenbare tijdelijke verschillen, carryforward taks losses, carry forward taks credits. Vermindert de taxbare basis in de toekomst. Een uitgestelde belastingvordering (DTA) mag slechts opgenomen worden wanneer het waarschijnlijk is dat voldoende fiscale winst aanwezig zal zijn waarmee de DTA kan worden verrekend.
Bij een DTA zal de boekwaarde lager zijn dan de fiscale belastbare winst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

IAS12
Leg belastinglatenties uit en hoe ze werken in BeGAAP en IFRS

A

Uitgestelde belastingen ontstaan doordat er tijdelijk verschillen zijn ontstaan tussen de boekwaarde van een actief of een verplichting en de fiscale boekwaarde ervan. Er zijn 2 soorten tijdelijkse verschillen: belastbare tijdelijke verschillen en verrekenbare tijdelijke verschillen. Belastbare tijdelijk verschillen zullen in de toekomst leiden tot belastbare bedragen. verrekbare zullen in de toekomstleiden tot aftrekbare bedragen.

In BEGAAP worden deze niet opgenomen in de boekhouding met uitzondering van de de uitgestelde belasting als gevolg van herwaarderingsmeerwaarde of als gevolg van kapitaalsubsidies.

18
Q

IAS 16
Wat is een herwaarderingsmeerwaarde en de rentabiliteitsvoorwaarde? Wat zijn de toekomstige winsten van een bedrijf? Hoe is het onder IFRS?

A

IFRS: ofwel kiezen voor cost model (kostprijs - afschrijvingen og bijzeonder waardeverminderingen) of owel aan herwaarderingsmodel. Gekozen grondslag is van toepassing op een volledige categorie van MVA.
Indien herwaarderingsmodel: herwaarderings MW wordt in equity geboekt bij meerwaarde. Bij minderwaarde in P&L of eerst afbouw hwdm als eerder een meerwaarde werd geboekt
Grote veschil begaap: herwaarderingen in ifrs zijn van toepassing op groep van activa, in BEGAAP mogelijk om slechts 1 actief te herwaarderen.

19
Q

IAS 19
Wat is het verschil tussen Belgium GAAP en IFRS op het vlak van de behandeling van pensioenvoorzieningen (but a atteindre => defined benefit?
Kunnen IAS 19-bepalingen worden opgenomen in de jaarrekening van Belgium GAAP? Als de voorzieningen niet zijn opgenomen in de rekeningen van Belgium GAAP, is dan een vermelding/informatie vereist?
Wat is het verschil tussen de AccumulatedBenefitObligation- en ProjectedBO-methode?

A

Begaap: een voorzienng moet aangelegd worden indien de werkgever het risico behoudt van een tekort. Ondernemingen zullen evalulaeren of de betaalde premies en het rendement op de fondsbeleggingen voldoende zijn.

In belgie voor defined contribution plans zullen er geen provisies worden opgenomen aangezien er premies worden betaald aan pensioenfondsen of verzekeringsmaatschappijen. Deze worden tijdens de periode in P&L. In belgie geldt er ook een minimum rendementswaarborg op de aanvullende pensioentoezeggingen. De werkgever dient echter wel een provisie op te zetten voor bijkomende contributies indien dit minimum niet wordt gehaald.

Defined benefit in IFRS: het bedrag opgenomen op de balans zal gebaseerd zijn op de huidige waarde van de defined benefit obligation (berekend op de projected unit method - actuariele methode) min de fair value van de fondsbeleggingen.
Actuariële winsten/verliezen opnemen in OCI. Kosten van planwijzigingen in P&L. kosten van settlement: P&L.

ABO: het geschatte bedrag van een onderneming hun pensioen plan op een bepaald moment in tijd. present value van de bedragen die pensioenplan verwacht te betalen aan werknemers gedurende hun pensioen gebaseerd op geaggregeerde huidige salarissen .
PBO: de actuariele waarderingen van wat een onderneming nodig zal hebben vandaag om toekomstige pensioenverplichtingen te kunnen coveren.

20
Q

IAS 19
Wat zijn de belangrijkste elementen van IAS 19? Kan een onderneming IAS 19-bepalingen opnemen in de statutaire jaarrekening? Zo ja, onder welk(e) voorwaarden(en) en wat is het (fiscale) risico? Defined benefits en defined contribution in Begaap en IFRS uitleggen? Kun je een DC hebben in BeGAAP?

A

IAS 19 is de standaard die alle vormen van vergoeding betaald door een entiteit als ruil voor geleverde diensten of beïndiging van een contract behandelt. Er zijn 3 grote blokken: korte termijn beloningen, belongingen na de uitdiensttreding en andere lange termijn beloningen.
KT: beloningen (binnen 12m): als kost opnenemen in periode waarin ze zich voordoen (wanneer diensten worden geleverd). Voor betaald verlof: voorziening opnemene indien niet opgenomen. Bonus: indien in rechte afdwingbaar door historische gebeurtenissen en de verplichting kan worden geraamd, ook provisie voor opzetten.

Na uitdiensttreding:
- defined contribution: bijdragen opnemen als kost in periode waar werknemer prestaties heeft verricht die recht geven op deze bijdragen. Vennootschap geeft vaste bijdragen aan een aparte enteitei en heeft geen verplichting om verdere bijdragen te betalen indien het fonds over niet voldoende activa beschikt om alle personeelsbeloningen te betalen. (bv wergeversbijdrage bedraagt 4% van het loon en de uitkering van het fonds is geliijk aan de gestorte bijdragen + het behaalde rendement). Indien er een een minimum rendement gegarandeerd wordt moet de pensioneregeling als defined benefit aanzien worden, tenzij de garantie volledig door een derde partij wordt gedragen
- defined benefit: alle andere regelingen dan de defined contribution

Geen DC in BEGAAP door minimumrendementseisten

21
Q

IAS 2
Voorraad: Vergelijk IFRS-standaarden - BEGAAP
* Welke beoordelingsmethoden zijn toegestaan?
* Wat is het verschil in kostprijs?
* Met betrekking tot aannemingscontracten. Wat zijn de verschillen?

A

IAS 2: waardering: laagste van kostprijs en NRV (= impliciete impairment test)
Toegelaten methodes: individualisering, gewogen gemiddelde en FIFO
2 grote verschilpunten met BEGAAP:
- kostprijs: in begaap bestaat de mogelijkheid om indirectekosten niet mee op te nemen mits toelichting. In IFRS is direct costing verboden
- LIFO is toegelaten in begaap maar niet in ifrs

22
Q

IAS 37
Wanneer een voorziening voor risico’s en kosten boeken volgens IFRS en Belgium GAAP? Wat zijn de belangrijkste verschillen?
Wat is het verschil in behandeling tussen de twee boekhoudkundige kaders voor voorzieningen voor (i) grote reparaties en onderhoud en (ii) herstructureringen?
Wanneer kunt u een voorziening voor ontslagvergoedingen aanleggen onder IFRS?

A

Voorziening IFRS: een verplichting van onzekere omvang of met onzeker tijdstip. 3 VW waarop een provisie wordt erkend:
- de entiteit heeft een bestaande verplichting ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden
- het is waarschijnljijk dat een uitstoom van middelen vereist zal zijn om de verplicting af te wikkelen
- het bedrag kan op betrouwbare wijze worden geschat

In IFRS gaat het over verplichtingen daar waar in BEGAAP verliezen/kosten worden beoogd die ontstaan zjn tijdens het boekjaar en die op balansdatum waarschijnlijk zijn, maar waarvoor het bedrag niet vaststaat, zonder dat het een verplichting betreft. Daarnaast is het in Begaap geen vereiste dat deze onafhankelijk is van toekomstige handelingen van de entiteit (cfr grote herstellingswerken).
VW begaap: duidelijk omschreven, waarschijnlijk/zeker zijn op balansdatum zonder dat bedrag vasstaat, rekening houden met overeenstemmingsprincipe

Reparaties en onderhoud: Deze kosten vinden hun oorsprong in het verleden (wat in begaap aanleiding geeft tot beoeken van voorziening). Toch is er meestal geen verplichting voor de vennootschap om tot herstellingswerken over te gaan of is deze verplichting veelal afhankelijk van toekomsiste handelingen.

Herstrucureringen: begaap : formele beslissing RvB voldoende om voorziening aan te leggen. In IFRS wat meervoorwaarden: er moet een gedetailleerd plan zijn (met beschrijving van geimpacteerde activiteit, locaties, aantal wns, uitgaven, tijdstip) en het plan moet de geldige verwachting hebben gecreëerd dbij de betrokkenen dat reorganisatie zal doorgevoerd worden (door bv belangrijkste kenmerken mee te delen aan betrokkenen).
(FYI - enkele direte kosten mogen geprovisioneerd worden)

Ontslagvergoeding: kost opnemen op moment dat entiteit aangebeoden vergoeding niet kan terugtrekken of op moment herstructureringsvoorziening wordt opgenomen. (zelfde vw herstructurering)
Verschil BEGAAP: moment erkenning kan eerder zijn dan per IAS 19 / IAS 37. IN BE wanneer beslissing is genomen terwijl in ifrs beslissing BO niet voldoende is.

23
Q

IAS 37
Wettelijke en feitelijke verplichting onder IFRS, leg het verschil uit?

A
  • Wettelijk: verplichting die voortvloeit uit een contract, wetgeving of andere wettelijke beschikkingen
  • Feitelijk/constructief: verplichting die ontstaat uit handelingen van de entiteit. Op baisis van acties/ patroon uit het verleden of gepubluceeerde regels waardoor het andere partijen te kennen geeft dat zij bepaalde verantwoordelijkheden accepteert.
24
Q

IAS 8
Hoe zit het met een stelselwijziging/een schattingswijziging? Vergelijk met BeGAAP (specifiek verzoek om retrospectief of toekomstgericht).

A

Schattingswijziging: in lijn met IAS. Heeft geen betrekking op voorbije periode of correctie van fout. Prospectief verwerken in de jaarrekeking

Fouten: IAS 8: aanpassen: retroactieve aanpassing; correctie in eerste jaarrekening die wordt goedgekeurd nadat fouten zijn ontdekt. Ook toelichten (bedrag, reden aard, omstandigheden die geleid hebben tot aanpassing). Voor BEgaap: zie apart CBN

Wijziging grondslagen:
IAS 8: grondslagen moeten consistent worden toegepast, echter kunnen/moeten deze soms aangepast worden bv doordat een nieuwe standaard wordt gepubliceerd. Bij een nieuwe standaard, als er geen overgansbepalingen zijn, moeten deze retrocatief worden toegepast. idem voor vrijwillige wijzigingen. Vrijwillig enkel indien dit leidt tot verbetering van informatie in de jaarrekening). Retrospecief: voorgaan periode ook aanpassen voor vergelijkbaarheid.
BEGAAP: geen specifieke grondslagen voor verwerking (retrospecief/prospectief) van aanpassing grondslagen. Enkel laat BEGAAP geen wijziging van het beginsaldo van de ingehouden winsten toe.

25
Q

Wat kunt u zeggen over IFRS 11?

A

Joint arrangements: contractuele overeenkomst waarbij 2 of meerdere partijen gezamenlijk zeggenschap uitoefenen. Kan geclassificeerd worden als joint venture of joint operation.

Joint operation: gezamelijke overeenkomst waarbij partijen die gezamelijk zeggenschap hebben recht hebben op de activa en aansprakelijk zijn voor de verplichtingen
Joint venture: gezamelijke overeenkomst waarbij partijen die gezameijk zeggenschap hebben, recht hebben op de netto-activa.
Kijken naar rechten en verplichtingen in overeenkomst om uit te maken of het een JO of JV is (structuur, rechtsvorm, controlevoorwaarden, andere feiten/omstandigheden). Indien joint arrangement NIET gestructureerd is als eeen afzonderlijk vehicle, is het een joint operation. Wanneer wel afzonderlijk vehicle: verder kijken naar rechtsvorm, contracturele vw, etc

Joint operation: erkennen met betrekking tot het belang (proportionele methode)
joint venture: equity methode

BEGAAP: geen verschil tussen JO and JV
proportionele methode gebruiken. Enkel VMM indie JV niet nauw geïntegreerd is

26
Q

IFRS 15
U bent CFO in een internationale groep en u wilt de winst optimaliseren en de winst beheren. Welke methoden ga je gebruiken?
“completed contracted method”, hoe leg je dit vast in IFRS? Hoe in BeGAAP? Om precies te zijn, het boekhoudkundig schema? Hoe leg je de POC (percentage of completion) vast in IFRS? Waar moet je als auditor op letten bij bedrijven die met grote projecten werken en bij het werk in uitvoering?

A

Completed contract methode is niet toegestaan onder IFRS: Bij completed contract methode worden het resultaat pas opgenomen bij het einde van het project. Bij POC is dit a rato de voortgang van het project.
POC valt onder IFRS 15: revenue is recognised over time. 2 methodes: de input en de output methode
* de outputmethode kijkt naar de voortgang (de waarde die al naar de klant is getransfereerd) bv milstones bereikt units die zijn afgewerkt of geleerd. Bv wanneer 2 van de 10 verdiepen van een gebouw klaar zijn, erkend ge 2/10
* de input methode: kijkt naar de resources die zijn gebruikt : bv 100 euro aan kosten van de geschatte 1000 euro zijn verbruikt, dus erkend ge 1/10 van de revenue.
Wanneer op andere momenten wordt gefactureerd creëert dit een contract asset (accrued income) f een contract liability (deferred income).

POC in begaap: matching principe: wanneer kosten zijn gemaakt. Ook hier kunt ge de input of output methode gebruiken.
Ook facturatie kan verschillen: voorschot facturen kunnen gestuurd worden: worden op 46 geboekt: ontvangen vooruitbetlaingen. Maar CBN oordeelt dat deze ook mogen gecompenseerd worden met de kosten van vervaardiging zodat een netto voorstelling op balansniveau wordt verkregen.

27
Q

IFRS 15
Leg IFRS 15 uit. Wat is er anders in BeGAAP en wat zijn de verschillende methoden in BeGAAP?

A

IFRS 15 is gebaseerd op een 5 stappen model
1) identificatie van het contract: identificeren partijen, commercieele substantie, rechten/betalingsvw mbt goederen/services w identiferecen / waarschijnlijk dat goeding gaat worden verkregen.
2)identificatie Performance obligations: PO = contractule verplichting om goederen/diensten te leveren. Kunnen distinct zijn: klant kan opzichzelf van goed profiteren en belofte om goed over te dragen is afzonderlijk identificeer van de andere beloftes in het contract
3) bepalen transactieprijs: vergoeding die entiteit verwacht te hebben in ruil voor de goederen/diensten (voor variabele vergoeding: expected value method of single most likely - enkel erkennen als het zeer waarschijnlijk is dat een subsequent verandering niet zal leiden tot tergname van significante revenue
4) toewijzen van transactieprijs een performance obligation. indien standalone prijs niet waarneembaar is: schatten (adjusted marjet assessment approacn / excpected cost and margin approach / residual approach). ook kortingen toewijzen over PO. wanneer som van standalone prijzen groter is dan dan totaal prijs: korting proportineel toewijzen behalve als korting op 1 iets specficiek betrekking heeft
5) erkennen van opbrengsten. wanneer zeggenschap wordt overgedragen. Over time wanneer klant gelijktijdig de voordelen ontvang en consumeert of de presetaties creeert of verbetert het actief waarop de klant zeggenschap heeft. de prestaties creeren geen actief met alternatieve gebruiksmogelijkheid EN entiteit heeft afdwingbaar recht op de betaling van de reeds verrichte prestaties.

Verschillen met BEGAAP
BEGAAP veel minder specificiek, maar wel in overstemming. In BEGAAP is voor de vervreemding van de goederen het toekennen aan het jaar waarin de voornaamste risico’s worden overgedragen. in IFRS gaat het overdracht van zeggenschap. De overdracht van risico’s is daar een indicatie van, maar niet pers& het doorslaggevende element

Wanneer effectieve inning van opbrengsten onzeker bij aanvang: onderneming is vrij om opbrengst te erkennen. Zelfde opbrengste mag in resultaat geboekt worden tegelijk met waardevermindering? In IFRS is er geen sprake van een contract wanneer bij aanvang inning onwaarschijnlijk is.
Verkoop OG: indien in contract niet is voorzien wanneer eigendommen worden overgedragen: kijken naar Burg wetboek en verkoop erkennen op moment van verkoopte (moment overeenkomst over zaak en prijs). In iFRS is overdracht van eigendom slechts een indicatie van mogelijk overdracht van controle, maar geen doorslaggevend element op zicht.

28
Q

IFRS 16
S&LB

A

Eerst bekijken of de overdracht een verkoop is conform IFRS15.
Indien verkoop:
- uitboeken actief
- erkennen lease liabilty en RoU
- erkennen van meer/inderwaarde in P&L

Geen verkkop:
- actief wordt niet uitgeboekt
- financiële verplichting boeken conform IFRS 9 gelijk aan opbrengst van de overdracht

BIJ Koper actief (lessor)
Bij verkoop:
- erkennen actief
- lessor accounting volging

Bij geen verkoop
- geen actief erkennen
- financieel actief openen conform ICRS 9

In BEGAAP
Meer/minderwaarde die wordt vastgesteld bij verkoop wordt op de overlopende rekeningen geboekt en wordt ieder jaar in resultaat genomen a rato de afschrijving van het geleasde VA. Dit wordt dus niet gezien als gerealiseerde meerwaarde.

29
Q

IFRS 16
Leg de nieuwe norm voor leasing uit?

A

Leasing = overeenkomst die het gebruiksrecht geeft van een actief voor een bepaalde periode in ruil voor een vergoeding.

Leasing period: niet opzegbare periode inclusief optie tot verlenging vd lease indien redelijk zeker dat de nemer het zal uitvoeren en optie tot beïndiging van de overeenkomst indien het reldijk zeker is dat de nemer die niet zal uitvoeren. In het algemeen: kijken wanneer het contract afdwingbaar. leaseovereenkomst is niet meer afwingbaar als zwoel lessee en lessor allebei het recht hebben o zonder toestemming van de andere partij de overeenkomst kunnen beieindeigen.

NVT: short term lease of leasing van activa van geringe waarde

Lease verplichting: opnemen op aanvangsdatum aan contante waarde van de betalingen die nog niet zijn verricht, verdisconteert met impliciete rentevoet? Indien deze niet eenvoudig kan worden bepaald: marginale rentevoet (IBR - rente dat vennootschap zou moeten betalenom te lenen overgelijkaardige periode in gelijke economische markt voor een gelijk actief).
Subsequent: betalingen + aanapssing interest

RoU: subsequent measurement: cost model, revaluation model

Lease modification:
- als aparte lease indien aanpassing verhoging van de scope is en wanneer de vergoeding voor de lease proportineel wordt verhoogd met de standalone prijzen die voor de individuale assets zijn bij verhoging van de scope

30
Q

IFRS 16
Wat is het verschil tussen BeGAAP en IFRS voor leasing?

A

Identificatie van de soort lease obv van juidsche vorm van het contract in BEGAAP, daar waar in IFRS meeer substance over form prcincipe geldt.
In BEGAAP enkel financiele lease als de leasebetalingen het kapitaal+ interestkosten wedersamenstellen. In ifrs geen onderscheid tussen financiele en opereationele lease.

31
Q

IFRS 2
Share based payments

A

IFRS 2
SBP: moet toegepast worden bij verwerking transacties wanneer het bedrag van betaling gebasseerd is op de waarde van de aandelen. Het feit of de entiteit verkregen goederen/diensten kan identificeren is niet van belang. Kunnen zowel afgewikkeld worden in cash als in equity instruments.
Het feit of een leverancier recht heeft of SBP, hangt af van paar voorwaarden. Er zijn 2 mogelijk: vesting en nonvesting
Vesting: ofwel is die gerelateerd aan een dienstperiod ofwel aan prestatiegericht voorwaarde
service condition: vereist dat parij bepaalde dienstperiode uitdoet
prestatievw: vereist dat de partij een bepaalde dienstperiode uitdoet EN bepaalde prestatiedoelstellingen haalt. Deze prestatiedoelstellingen kunnen eigen zijn aan de activiteit van de entiteit (nonmarket condition) of kan gelinkt zijn aan de prijs/waarde van equity instruments (bv behalen van een bepaalde aandelen prijs)
Opname: credit EV of liability
Nadien:
Equity settled: waarderen aan FV op waarderingsdatum obv marktprijs en erkennen over time over de vesting periode (opname)
Cash settled: waarderen aan FV en iedere afsluit herwaarderen en veranderingen in PL nemen

BEGAAP kent dit niet, enkel bij het uitreiken van stock options
erkennen kost op datum toekenning + opzetten provisie voor verschil tussen prijs op datum toekenning en actuele waarde aandeel (alsook rekeninghouden met verwacht aantal personen die nog zullen moeten uitoefenen)

32
Q

IFRS 3
Wat is badwill en hoe werkt het in BeGAAP en IFRS?

A

Wanneer overnameprijs van deelneming lager is dan et overeenkomstig deel in het EV van die aangekochte dochter
* BEGAAP: passief en blijft daar staan tot deelneming wordt afgedankt. Mag in P&L wanneer de badwill is ontstaan door toekomstige negatieve vooruitzichten en die vooruitzichten worden werkelijkheid
* IFRS: direct in P&L

33
Q

IFRS 3
Wat zijn de verschillen tussen IFRS EN BE GAAP voor goodwill? Hoe schrijf je af? Als er geen afschrijving is, wat is er dan wel?
Hoe herken je een risico op waardevermindering? Welk tarief wordt gebruikt in de DCF-berekening?
Bijzondere waardevermindering?
Is het nodig om uitgestelde belastingen op goodwill te boeken?

A

Theoretically, goodwill gives rise to a temporary difference that would result in a deferred tax liability as it is an asset with a carrying amount within the group financial statements but will have a nil tax base. However, IAS 12 specifically excludes a deferred tax liability being recognised in respect of goodwill.

Consoverschillen tussen BeGAAP en IFRS? Heeft u positieve en negatieve conso verschillen geregistreerd?
Goodwill: begaap afschrijven / IFRS niet (impairment)
Badwill: begaap op aparte lijn in equity / IFRS in P&L

34
Q

IFRS 3
Hoe verwerk je een bedrijfscombinatie aan?

A

Verschillende stappen:
- Nagaan of het om een entiteit gaat: concentratietest
- identificatie overnemende partij
- bepalen overname datum
- waarderen aan FV van A&P op overnamedatum
- bepalen van de goodwill

35
Q

IFRS 5
Discontinued operatoins

A

IFRS 5: discontinuit operation: component van een entiteit dat is afgestoten of staat geclassificeerd als held for sale, en
- een major line of buisness is / of geografische bedrijfseenheid vertegnewoordigt, of
- deel uitmaakt van een gecordineert om een georgrafische bedrijseenheid of MLB af te stoten, of
een dochter die uitsluitend is overgenomen om terug door te verkopen
Classificeren aan laagset tussen BW en FV min verkoopkosten. niet meer afshrijven nadien
Discontinut operations: aparte lijn in P&L + comperatives aanpassen

36
Q

Bill and hold

A

Bill & hold: IFRS 15 : Entiteit verkoopt/factureert aan klant, maar entieit houdt het goed nog fysiek in haar bezit totdat het in de toekomst aan de klant wordt overgedragen? Opbrengst mag enkel worden indien zeggenschap over goed werd overgedragen. Zeggenschap wordt overgedragen in volgende gevallen:
- reden voor afsluit overeekomst is substantieel
- goed kan afzonderlijk worden geïdentificeerd
- goed is klaar voor overdracht
- de entiteit is niet in staat het goed te gebruiken of het te bestemmen aan een andere klant.

37
Q

IFRS 9
Wat zijn de belangrijkste principes van financiële instrumenten in BEGAAP en IFRS? Wat zijn de fundamentele verschillen?

A

Financial assets begaap aan lower of cost or market.

Onder IFRS zijn er 3 classificatie mogelijkhden: amortised cost, FVTPL en FVTOCI. De klasse wordt bepaald obv van het business model en het cash flow model. Voor impairment van de assets geeft de ECL methode guidance.

Eigen aandelen: Begaap: aanzien als een financiele activa op KT. Een onbeschikbare reserve dient aangelegd te worden voor hetzelfde bedrag. IN IFRS worden eigen aandelen afgetrokken van de equity. Geen winst/verliezen worden ergkend bij transacties met eigen aandelen.

Derivaten: In begaap worden die niet erkend, maar off balance toegelicht. In IFRS worde deze erkend aan FV op de balans.

38
Q

IFRS 9
1. Wat zijn financiële instrumenten? Hoe worden ze geboekt in BEGAAP? Hoe in IFRS?
2. Welke instrumenten neemt u op in het jaarverslag? Welke niet?
3. Kunnen er ook financiële wanbetalingen zijn bij handelsvorderingen?
4. Als een vennootschap verschillende speculatieve financiële instrumenten heeft en dit niet in de statuten staat, moet zij dan haar doel wijzigen? Hoe gaan we hier te werk?

A
  1. In BEGaap geboekt aan nominale waarde, rekening houdend met ‘lower of cost or market)’.
  2. In jaarverslag enkel financieel afgeleide instrumenten
    FYI: IFRS 7 als guidance. Financiele instrumernen onderbrengen in gelijke groepen en informatie verstrekken per categorie. 2 categeoriën van info verstrekking: info over belang van de financiele instrumenten en infor over de aard ien de omvan van riscio’s die voortvloeien uit de financieële instruemten. Het gaat zowel over kwalitatiieve infor als kwantitatieve. Onder kwantitatieve info houden we rekening met
    - liquidity risk: risico dat de entiteit het moelijk gaat krijgen om verplichtingen na te komen
    - credit risk; risico dat 1 partij een financieel verlies zal veroorzaken bij een andere partij
    - market risk: risico dat de FV van toekomstige cashflows zal veranderen door verandering in marktprijs: currency risk, interest rate risk

Alle financiele instrumeten moeten geclassificeerd worden volgens 3 levels:
- level 1: genoteerde prijzen in active markten voor gelijke activa en verplichtingen
- level 2: inputs andere dan in level 1 in genoteerde prijzen, maar fair value is gebasserde op observeerbare data
- level 3: inputs niet gebaseerd op observeerbare data

  1. ELC methode: het model gaat uit van verachte verliezen. De verwachte verliezen moeten worden opgeneomen als vermindering van de boekwaarde voor een bedrag dat overeenkomst et de werwachte verliezen voode komende 12 maanden of de verwachte verliezen voor de totale levensduur. Het is een 3 satdia approach. Bij eerste opname een voorziening openemen ter hiogte van het verwachte verlies in de 1 ste 12 maanden van de looptijd. Als later het kredietriscio (significiant) , worden de verqachte verliezen verhoogt met de verwachte verliezen obv van de gehele looptijd (stadium 2). BIj handelsvoderingng standaardr direct de hele looptijd nemen.
    Pas wanneer objectief bewijs voorhanden is dat er waardevermidneringen zijn opgetreden, begeeft het zich naar stadium 3.
    Stadia 1 & 2: intrest opbrengtsen berekenen op bruto BW. Stadium 3 op Netto BW.
39
Q

IFRS 9
Hoe ga je om met hedge cashflow?
Wat is een kasstroomafdekking en een reëlewaardeafdekking?
Wanneer is er sprake van een dekkinsgtransactie?

A

Cashflow hedge: het gebruiken van een financieel instrument dat het bedrag van een toekomstige cash in of cash out ‘bevriest’ dat normaal onderhevig zou zijn bewegingen in de markt. Een voorbeeld hiervan is een interest rate swap.
Verlies op het hedging instrument & effectieve dekking: in OCI (dt OCI - cr finanial liabilities)
Verlies op HI & ineffectieve dekking: in PL
Winst en effectief: OCI (ct)
Winst en ineffectie: (P&L) ct

FV hedge / Reelewaarde afdekking: afdekking van het risico voor veranderingen in reele waarde van een opgenomen actief/verplichting waarbij wijzigingen verband houden met een bepaald risico en invloed kunnen hebben op het resultaat.
Op afsluit datum: FV bepalen van het hedged item en het hedged instrument => zullen elkaar opheffen. Gain op 1 is loss op andere.
Winsten/ verliezen onstaan door deze afdekking: erkennen in P&L.

40
Q

IFRS 9: leg uit.
Wat bedoel je met reële waarde? Hoe bepaal je dit voor een financieel instrument?
Wat gebeurt er als er geen liquide markt is voor dit instrument?

A

RW: prijs die zou worden betaald/ontvangen in een regelmatige transactietussen marktdeelnemers op de waardederingsdatum. (Bepaling zie IFRS 7: 3 levels)

  • level 1: genoteerde prijzen in active markten voor gelijke activa en verplichtingen
  • level 2: inputs andere dan in level 1 in genoteerde prijzen, maar fair value is gebasserde op observeerbare data
  • level 3: inputs niet gebaseerd op observeerbare data