Identificatie van de overtreder Flashcards
Wat is de oorsprong van de artikelen 67bis en 67ter WVW en wat is hun doel?
De artikelen 67bis en 67ter WVW komen voort uit de Wet van 4 augustus 1996. Ze zijn bedoeld om het verband te leggen tussen het gebruik van automatische toestellen en het vergemakkelijken van de identificatie van verkeersovertreders, waardoor de handhaving van de verkeerswetgeving efficiënter wordt.
Wat was de situatie voor de Wet van 4 augustus 1996 met betrekking tot de identificatie van bestuurders bij verkeersovertredingen?
Voor de Wet van 4 augustus 1996 waren de algemene bewijsregels van toepassing, waardoor het bijna onmogelijk was om te achterhalen wie de bestuurder van een voertuig was bij een verkeersovertreding. Het persoonlijk karakter van de straf moest gevrijwaard blijven.
Wat bepaalt artikel 67bis WVW voor voertuigen die zijn ingeschreven op naam van een natuurlijk persoon?
Artikel 67bis WVW stelt dat wanneer een verkeersovertreding wordt begaan met een voertuig dat op naam van een natuurlijk persoon is ingeschreven en de bestuurder niet wordt geïdentificeerd, het vermoeden bestaat dat de houder van de kentekenplaat de overtreding heeft begaan. Dit vermoeden is weerlegbaar.
Hoe kan de houder van de kentekenplaat het vermoeden weerleggen dat hij de bestuurder was tijdens de overtreding?
De houder van de kentekenplaat kan het vermoeden weerleggen door met alle mogelijke middelen te bewijzen dat hij niet de bestuurder was op het moment van de feiten. Hij is verplicht de identiteit van de werkelijke bestuurder kenbaar te maken, tenzij hij kan bewijzen dat er sprake was van diefstal, fraude of overmacht.
Waarom schendt het vermoeden in artikel 67bis WVW de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet?
Het vermoeden schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet omdat het weerlegbaar is en omdat het beoogde doel de bestrijding van onveiligheid in het verkeer is. Daarnaast is tegenbewijs toegelaten en schendt het vermoeden niet het principe van onschuld of het persoonlijke karakter van de straf, aangezien het alleen van toepassing is op verkeersinbreuken.
Wat heeft het Hof van Cassatie beslist op 21 juni 2022 over de toepassing van artikel 67bis WVW?
Het Hof van Cassatie besliste dat de regeling van artikel 67bis WVW ook van toepassing is wanneer er geen onmiddellijke vaststellingen zijn en wanneer de persoon wordt aangetroffen zonder dat kon worden vastgesteld dat hij de bestuurder was.
Wat is de implicatie van het systeem van artikel 67bis WVW voor voertuigen die zijn ingeschreven op naam van een rechtspersoon?
Voor voertuigen ingeschreven op naam van een rechtspersoon is de houder van de kentekenplaat niet automatisch de bestuurder. De rechtspersoon moet in dit geval de identiteit van de bestuurder kenbaar maken, wat ook kan worden gevraagd in het kader van artikel 67bis WVW.
Is de nieuwe regeling van artikel 67bis WVW van toepassing bij staande houden en identificatie van de bestuurder?
Is de nieuwe regeling van artikel 67bis WVW van toepassing bij staande houden en identificatie van de bestuurder?
Wat bepaalt de Wet van 6 maart 2018 over de houder van de nummerplaat die beweert niet de bestuurder te zijn?
De houder van de nummerplaat moet de identiteit van de onmiskenbare bestuurder kenbaar maken binnen 15 dagen vanaf de dag dat hij bewijst dat hij niet de bestuurder was. Tegenbewijs mag door elk middel worden geleverd, zoals getuigen of documenten, en wordt vrij door de rechter beoordeeld.
Wat is de mededelingsplicht volgens de Wet van 6 maart 2018 voor de houder van de nummerplaat?
: De houder moet de identiteit van de “onmiskenbare bestuurder” opgeven binnen 15 dagen vanaf het bewijs dat hij zelf niet de bestuurder was. Hij mag niet zomaar iemand anders opgeven als bestuurder.
Wat zijn de straffen voor het niet nakomen van de mededelingsplicht onder artikel 29ter tweede lid WVW?
De straffen zijn 15 dagen tot 2 jaar gevangenisstraf en/of een geldboete van 50 tot 4000 euro, eventueel aangevuld met een facultatief verval van het recht tot sturen. Bij herhaling binnen drie jaar worden de straffen verdubbeld.
Welke rechtbank is bevoegd bij niet-nakoming van de mededelingsplicht onder artikel 29ter WVW?
De bevoegde politierechtbank is de rechtbank van de plaats waar de verkeersovertreding is gepleegd.
Wat bepaalt artikel 67ter WVW voor voertuigen ingeschreven op naam van een rechtspersoon?
Artikel 67ter WVW legt een mededelingsplicht op voor de rechtspersoon of de natuurlijke persoon die de rechtspersoon vertegenwoordigt, zonder een vermoeden van schuld voor de rechtspersoon. De mededeling moet binnen 15 dagen na de vraag om inlichtingen plaatsvinden, schriftelijk of mondeling (bv. tijdens een verhoor).
Wat zijn de gevolgen als een bedrijf met meerdere voertuigen niet kan zeggen wie een verkeersovertreding heeft begaan?
Het bedrijf riskeert dezelfde boete omdat het niet de nodige maatregelen heeft genomen om de mededeling mogelijk te maken. Het is raadzaam om een organisatie te hebben, zoals een logboek of register, om bij te houden wie met welk voertuig rijdt.
Wat zijn de straffen voor niet-nakoming van artikel 67ter WVW onder artikel 29ter, eerste lid?
: De straffen zijn 15 dagen tot 6 maanden gevangenisstraf en/of een geldboete van 200 tot 4000 euro, met verdubbeling bij herhaling binnen drie jaar.