Antigoon en wegverkeerrecht Flashcards
Wat was de impact van het Antigoonarrest van 14 oktober 2003 op het gebruik van onregelmatig verkregen bewijs in strafzaken, inclusief verkeersmisdrijven?
Het Antigoonarrest bepaalde dat onregelmatig verkregen bewijs niet altijd uit het dossier moet worden geweerd. Dit betekent dat onregelmatigheden in de vervolging van verkeersmisdrijven ook volgens de Antigoon-doctrine moeten worden beoordeeld.
Wat zijn de drie criteria voor het uitsluiten van onregelmatig verkregen bewijs volgens de Antigoon-doctrine?
- Wanneer de naleving van bepaalde vormvoorwaarden voorgeschreven wordt op straffe van nietigheid.
- Wanneer de begane onrechtmatigheid de betrouwbaarheid van het bewijs heeft aangetast.
- Wanneer het gebruik van het bewijs in strijd is met het recht op een eerlijk proces.
Wat zegt het arrest van Cassatie van 26 november 2008 over de controle van een ethylometer door een verkeerde instantie?
Het arrest oordeelde dat de controle door een verkeerde instantie de betrouwbaarheid van het bewijs niet aantastte en dat het recht op een eerlijk proces niet werd geschonden, waardoor het bewijs aanvaard werd na toepassing van de Antigoon-doctrine.
Wat bepaalt artikel 32 VTSV sinds de wijziging in 2013 over de uitsluiting van onrechtmatig verkregen bewijs?
Artikel 32 VTSV bepaalt dat bewijs enkel mag worden uitgesloten in drie gevallen:
1. Wanneer een voorschrift op straffe van nietigheid is voorgeschreven. 2. Wanneer de betrouwbaarheid van het bewijs is aangetast. 3. Wanneer het gebruik van het bewijs in strijd is met het recht op een eerlijk proces.
Wat is de betekenis van het principe “fruits of the poisonous tree” in de context van artikel 32 VTSV?
Het principe “fruits of the poisonous tree” houdt in dat onrechtmatig verkregen bewijs leidt tot de uitsluiting van de resultaten van alle volgende, regelmatige uitgevoerde onderzoeksmaatregelen die steunen op het eerder verkregen onrechtmatig verkregen bewijs.
Wat was het oordeel van Cassatie op 14 mei 2014 over het voorschrift van artikel 24, tweede lid, KB 21 april 2007 betreffende de ademtest?
Cassatie oordeelde dat de werkelijke onbetrouwbaarheid van het bewijs bewezen moet zijn. Het niet naleven van het voorschrift om voldoende hard te blazen tot een geldige monsterneming werd niet als substantieel beschouwd, waardoor de geldigheid van de alcoholmeting niet werd aangetast en het bewijs betrouwbaar bleef.
: Wat zijn voorbeelden van substantiële en niet-substantiële voorschriften bij ademtesten en -analyses?
Substantiële voorschriften:
* Vermelding van modelgoedkeuring en zelftest. * Duidelijkheid omtrent het verloop van de controleprocedure. Niet-substantiële voorschriften: * Overhandiging van de gebruiksaanwijzing aan het controle-organisme. * Dat de exploitatiezetel van het controle-organisme dezelfde is als die van de invoerder. * Ongeldige ademtest kan leiden tot geldige ademanalyse. * Datum en uur van de meting van alcohol.
: Welke rechten van verdediging moeten gerespecteerd worden bij bloedproeven?
De verdachte heeft recht op een tegenexpertise binnen 15 dagen, wat inhoudt dat hij op hetzelfde bloedstaal een tweede test kan laten uitvoeren.