Getuigen in het wegverkeersrecht Flashcards
Wat bepalen artikelen 6.1 en 6.3d van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) met betrekking tot getuigen in strafzaken?
Artikel 6.1 EVRM garandeert het recht op een eerlijk proces, terwijl artikel 6.3d EVRM het recht geeft om getuigen à charge (ten laste) en à décharge (ten ontlaste) te laten horen voor de rechtbank als onderdeel van dit recht.
Wat zijn de drie Riahi-criteria die een rechter moet beoordelen bij het verzoek om getuigen te horen?
- Ernstige redenen voor het niet horen van de getuige (bijvoorbeeld als de getuige in het buitenland zit en onvindbaar is).
- Of de belastende verklaring het enige of doorslaggevende element is.
- Of er voldoende compenserende waarborgen zijn voorzien (zoals de mogelijkheid om de getuige tijdens het vooronderzoek te ondervragen of de beschikbaarheid van een video-opname van het verhoor).
Wat zegt het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) over het afwijzen van verzoeken om getuigen à charge op te roepen?
Het EHRM oordeelt dat een rechter niet zomaar kan weigeren om getuigen à charge op te roepen. De rechter moet aantonen dat geen van de drie Riahi-criteria de noodzaak aantoont om de getuige op te roepen. Zonder deze motivatie is de afwijzing niet gerechtvaardigd.
Hoe behandelt de rechter verzoeken om getuigen à décharge op te roepen?
De rechter kan verzoeken om getuigen à décharge afwijzen door te wijzen op het recht op een eerlijk proces en de concrete omstandigheden van de zaak. Deze criteria worden soepeler gehanteerd dan bij getuigen à charge.
Wat bepaalt artikel 67bis van de Wegverkeerswet (WVW) met betrekking tot het vermoeden dat rust op de houder van de nummerplaat?
rtikel 67bis WVW stelt dat de houder van de nummerplaat vermoed wordt de bestuurder te zijn bij verkeersovertredingen. Dit vermoeden kan weerlegd worden door getuigen à décharge.
Wat heeft het Hof van Cassatie recentelijk beslist over getuigen à décharge in het kader van artikel 67bis WVW?
In een arrest van juni 2022 heeft het Hof van Cassatie bepaald dat getuigen die worden opgeroepen om het vermoeden van artikel 67bis WVW te weerleggen, altijd als getuigen à décharge worden beschouwd, zelfs als ze een negatieve verklaring afleggen, omdat ze worden opgeroepen in het kader van de verdediging van de verdachte.
Waarom zijn getuigen die worden opgeroepen om het wettelijk vermoeden van artikel 67bis WVW te weerleggen altijd getuigen à décharge?
De achterliggende redenering is dat de verdachte wordt vervolgd op basis van een wettelijk omkeerbaar vermoeden. Zonder deze getuigen zou de verdachte door dit vermoeden al schuldig zijn. Daarom zijn alle getuigen die worden opgeroepen om dit vermoeden te weerleggen, getuigen à décharge.