Idealisme Flashcards

1
Q

Wat was het antwoord van George Berkeley op het interactieprobleem?

A

Er is maar één substantie: de geestelijke substantie

Dus ontstaat het probleem niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Monisme

A

De positie dat er maar één substantie is: de geestelijke, de fysische of nog heel wat anders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

In zijn werk laat George Berkeley Philonous (de geestminnaar) in debat gaan met Hylas (de stofman).

Wat zei Philonous in dit debat?

A

Hij ontkende het bestaan van de materiële substantie, maar niet het bestaan van materie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe redeneerde Berkeley?

A

Door middel van empirisme

“We kunnen geen substantie zien, maar wat zie je dan wel?”
“Eigenschappen: geuren, kleuren, smaken, etc. (secundaire eigenschappen)”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat bestond niet volgens George Berkeley?

A

Primaire eigenschappen

“Als iets groot is, dan is dat afhankelijk van de waarnemer. Dus is grootte een secundaire eigenschap.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom redeneerde Berkeley niet goed?

A

Of iets groot of klein is, is afhankelijk van de waarnemer, maar de daadwerkelijke grootte niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly