Alle theorieën 7-13 Flashcards

1
Q

Welke drie fenomenen tonen aan dat rijke en gedetailleerde representaties slechts één grote illusie zijn?

A
  1. Het homunculus probleem
  2. De incompleetheid of ‘gappiness’ van visuele perceptie
  3. Veranderingsblindheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke drie dingen horen bij “de incompleetheid of ‘gappiness’ van visuele perceptie”?

A
  1. We weten niet altijd precies wat we zien
  2. We vullen veel in: amodale perceptie
  3. We zien nooit alles: blinde vlek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Op welke twee manieren kan de grote illusie aangepakt worden?

A
  1. Zoeken naar een representationeel alternatief
    Perceptie is het opbouwen van representaties in ons hoofd, maar deze zijn niet hoe we dachten dat ze waren!
  2. Zoeken naar een niet-representationeel alternatief
    Perceptie bestaat niet uit het opbouwen van representaties in ons hoofd, we moeten er anders over denken!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke drie problemen zijn er voor het volksidee van aandacht?

A
  1. Onbewuste of pre-bewuste aandachtsfenomenen
  2. Één volksidee - twee neurale mechanismen
  3. De vele vormen van “aandacht”
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke drie voorbeelden behoren tot onbewuste of pre-bewuste aandachtsfenomenen?

A
  1. We kunnen niet precies beschrijven wat er gebeurt wanneer we aandachtig zijn (inattentieve blindheid)
  2. Aandacht is er soms voordat/zonder dat we ons ervan bewust zijn (reflex-saccades; corticale blindheid)
  3. Aandacht wordt beïnvloed door factoren waarvan we ons niet bewust zijn (priming)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke twee neurale mechanismen zijn er bij het volksidee van aandacht?

A
  1. Passieve aandacht: ventrale systeem
  2. Actieve aandacht: dorsale systeem
    –> Waarom noemen we beide “aandacht”?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke drie aandachtstheorieën zijn er?

A
  1. Elimininativisme: aandacht elimineren
  2. Reductionisme: identificeren met één neuraal mechanisme
  3. Niet-reductionisme: alomvattende aandachtstheorie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn uitdagingen voor eliminativisme?

A

Hoe bewustzijn bestuderen zonder ‘aandacht’?
Hoe onze fenomenologie verklaren?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke twee theorieën behoren tot reductionisme?

A
  1. Aandacht als competitief vooroordeel-mechanisme
  2. Werkgeheugentheorie van aandacht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een uitdaging voor reductionisme?

A

Hoe onze fenomenologie verklaren?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke twee theorieën behoren tot niet-reductionisme?

A
  1. Aandacht als structurerend mechanisme
  2. Aandacht als rationeel toegangsbewustzijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een uitdaging voor niet-reductionisme?

A

Gaat het wel om een wetenschappelijke theorie van aandacht?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly