Hygiënerichtlijnen kindercentra Flashcards
Infectieziekten worden veroorzaakt door:
bacteriën, virussen, parasieten of schimmels.
Deze infectieziekten worden verspreid door:
handen, lichaamsvloeistoffen, de lucht, voorwerpen, voedsel, water en dieren.
De verspreiding van ziekteverwekkers kan voorkomen worden door een goede hygiëne op de groep. Pedagogisch medewerkers moeten de volgende regels hanteren:
- Breng wat vuil is niet in contrast met wat schoon is, én andersom.
- Maak schoon wat vuil is of gooi het weg.
- Je kunt niet altijd aan de buitenkant beoordelen of iets vuil of schoon is.
- Alles begint en eindigt met handhygiëne.
Persoonlijke hygiëne:
Zowel de kinderen als pedagogisch medewerkers kunnen veel doen om infectieziekten te voorkomen. Persoonlijk hygiëne is daarbij belangrijk. Vooral de handhygiëne want de meeste ziekteverwekkers worden overgedragen met de handen.
In de richtlijnen staat hoe handen gewassen moeten worden en wanneer.
Was handen vóór:
Was handen na:
Voor:
• Het bereiden of aanraken van het eten en flesvoeding;
- Het eten of helpen bij het eten;
- Het verzorgen van een wond;
- Het aanbrengen van crème of zalf.
Na:
• Het bezoek aan het toilet;
- Het verschonen van een luier;
- Het afvegen van de billen van een kind;
- Het contact met lichaamsvocht zoals speeksel, braaksel, ontlasting, wondvocht of bloed;
- Het verzorgen van een wond;
- Bij zichtbaar of voelbaar vuile handen;
- Het hoesten, niezen of het snuiten van de neus (ook bij gebruik van een zakdoek);
- Het buitenspelen;
- Het contact met vuil textiel, afval of de afvalbak;
- Het schoonmaken;
- Het uittrekken van handschoenen.
Hygiënenormen voor tijdens het verschonen:
Plaats de verschoonplaats in de buurt van een kraan met zeep en papieren doekjes, maar gescheiden van de voedselbereidingsplek.
• Verschoon kinderen op een verschoonkussen van glad en afwasbaar materiaal dat met water en allesreiniger schoon te maken is.
Billendoekjes e.d. zijn niet geschikt om het verschoonkussen schoon te maken.
- Vervang het verschoonkussen direct als het beschadigd is.
- Gebruik handdoeken alsbescherming en vervang deze na elk kind en maak het kussen schoon bij zichtbare vervuilingofgebruik geen handdoek, maar maak schoon na elke verschoning.
- Gooi de gebruikte luier na het verschonen direct in een luieremmer of in een afgesloten afvalemmer (met voetpedaal).
Hoesten en niezen
- Hoest of nies in een papieren zakdoek, of aan de binnenkant van de elleboog, of anders in de mouwen.
- Gooi papieren zakdoeken na gebruik meteen weg.
- Pas een goede handhygiëne toe.
Tandenpoetsen
- Geef ieder kind zijn eigen borstel waarop de naam van het kind staat.
- Plaats de tandenborstels in een schone beker of houder en berg ze los van elkaar op.
- Een tandenborstel poetst na een paar maanden niet meer even goed als een nieuwe, vervang daarom elke drie maanden de tandenborstels.
Schoonmaken en desinfecteren:
- Maak schoon van ‘schoon’ naar ‘vuil’ en van ‘hoog’ naar ‘laag’.
- Meubels en voorwerpen maakt u schoon met een allesreiniger van een huishoudelijk schoonmaakmiddel, of gebruik microvezeldoekjes.
- Gebruik schoonmaakmiddelen volgens de instructie op de verpakking.
- Ververs zichtbaar vies sop direct.
- Maak schoonmaakmaterialen na gebruik schoon.
- Maak de vloer schoon met een schone dweil of een mop.
- Gebruik altijd schone doeken, wissers, en wegwerpsponzen.
- Was doeken op 60°C en laat ze aan de lucht drogen.
- Meng water met allesreiniger in een fles of plantenspuit voor het schoonmaken van een verschoonkussen. Zorg dat de plantenspuit niet op vernevelstand staat en maak deze iedere dag leeg en schoon.
- Vervang het filter van de stofzuiger volgens de fabrieksvoorschriften.
Afvalverwerking:
- Leeg afvalemmers minstens één keer per dag. Sluit de zakken goeden bewaar ze in gesloten rolcontainers. Stal deze containers niet in een ruimte waar ook schone materialen staan opgeslagen.
- Verzamel etensresten direct na het gebruik van maaltijden in afsluitbare afvalbakken.
- Houd de opslagplaats schoon, zodat er geen ratten of andere ongewenste dieren op afkomen. Plaats geen afval naast afvalcontainers. Houd containers gesloten en zorg dat het afval minimaal één keer per week en vóórdat een container vol is wordt opgehaald.
Bouw en inrichting
- Maak een ophangsysteem zodat bezems, trekkers en andere materialen niet op de grond staan. Op deze manier kunnen ze beter drogen.
- Plaats een uitstortgootsteen waar vuil water wordt ververst en materialen gemakkelijk kunnen worden schoongemaakt.
- Plaats gevaarlijke schoonmaakmiddelen, zoals ammoniak, in lekbakken. Zorg dat kinderen er niet bij kunnen.
• Verwijder etiketten niet van de schoonmaakproducten.
Bij vergiftiging is het noodzakelijk dat hulpverleners weten om welk middel het gaat.
Voedselveiligheid
Kinderen kunnen ziek worden van eten dat besmet is met ziekteverwekkers. Op de kinderopvang krijgen kinderen eten. Daarom moet de pedagogisch medewerkers zich houden aan de richtlijnen.
Basisprincipes van voedselveiligheid.
Dit gaat over 3 zaken namelijk: tempratuur, hygiëne en houdbaarheid.
HACCP betekenis:
Hazard Analysis Critical Control Points; een systeem om de voedselveiligheid te beheersen genoemd.
Wat staat er in de hydienecode:
In de Hygiënecode staan maatregelen die je moet nemen wanneer je bezig bent met eten. Van het kopen of het ontvangen van eten tot aan het bewaren van voedsel en van het bereiden van het eten tot aan het serveren van eten en drinken. Door te werken volgens een Hygiënecode, voldoet u aan de wettelijke voorschriften van voedselveiligheid.