Hygiëne: Bijzondere hygiëne Flashcards

1
Q

Verschillende bedrijven pluimveesector

A
  • selectiebedrijven (primaire fokkerijen) -> slechts enkelen wereldwijd
  • grootouder -en moederdierbedrijven
  • broederijen
  • leghennenbedrijven
  • mestkippenbedrijven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

soort stal (groot)ouderbedrijven

A

open stal met voldoende legplaatsen & voedergoten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

In geval van nood zal men grondeieren gaan wassen -> hoe gebeurt dit

A

eieren wassen gebeurt met chloraminen omdat die w niet gedeactiveerd dr organisch materiaal gebeurt bij 41°C -> warm water zal ervoor zorgen dat de inhoud van het ei uitzet waardoor er geen vuil kan binnenkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

condities ei-opslag in (groot)ouderbedrijven (bewaartijd =)

A
  • 55-65°F
  • hoge RV (want anders uitdroging)

(bewaartijd 2-3d)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

laagjes van een broedei van buiten nr binnen

A
  • poreuze eischaal
  • schaalvlies
  • eiwit
  • chalaza (hangt eidooier op)
  • eicel (dooier) met luchtkamer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ideale gewicht broedei

A

50-55 g

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

windei =

A

ei zonder schaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

in kippensector niet veel KI (itt vleeskalkoenen: altijd KI) -> waarom?

A

kippensperma kan je mr zeer beperkt verdunnen kippensperma kan je niet invriezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat gebeurt er in de broederij?

A
  • opslag van eieren
  • desinfectie van eieren
  • uitbroeden
  • uitkomen
  • verwerking van kuikens
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Opslag van eieren in broederij: condities

A
  • 15-20°C
  • 80% RV
  • eieren liggen in brooder trays met stompe kant nr boven in broedkast
  • eieren w gestempeld!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

desinfectie van eieren in broederijen: hoe?

A

dmv korte formolfumigatie

  • 20min
  • 80% RV
  • 20°C
  • 40 min naventileren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

uitbroeden van de eieren in een broederij: condities

A
  • 100 °F
  • gedaalde RV (voor betere O2 uitwisseling)
  • CO2 laag
  • tot 3d voor uitkomen w eieren 24x per dag gedraaid
  • overdruk in voorbroeders (zodanig dat er geen contaminatie is van buiten nr binnen toe)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

uitkomen van de eieren in een broederij: condities

A

(eieren w in hatching trays gelegd in uitkipkast)

  • korte formolfumigatie gedurende 10min
  • incubatie bij 37,8 °C , RV 55% en CO2 < 1% -> er moet gekoeld w want door metabole warmteproductie gaat de T snel boven de 37,8°C stijgen
  • onderdruk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

uitbroedtijd kip

A

21 dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

voorbroedtijd kip

A

18 dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

klapeieren =

A

wnnr grondeieren met pseudomomas (anaerobe kiemen) eraan id broedkast gestoken w ku die pseudomomas gaan gisten => gasvorming => ei barst => enorme stank (gaat ook andere eieren contamineren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

verwerking kuikens in broederij

A
  • sexing -> haantjes = afval
  • 1 vaccinatie tegen Marek’s disease
  • bek trimmen om kannibalisme en vederpikken te vermijden & om voederverspilling te vermijden (niet bij mestkuikens want die moeten juist meer eten)
  • verpakking: 100 kuikens per doos
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

initiële condities in mestkuikenbedrijf

A
  • T 20-32°C (id winter dmv petroleumkanonnen)
  • RV 50-60% - bodembedekking = zaagsel en/of stro -> moet minstens 10cm dik zijn
  • belichting van 10 nr 5 lux (maar meestal 24/24 licht aan want kuikens eten niet als het donker is)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

latere condities in mestkuikenbedrijf

A
  • T 20-23°C
  • RV 60-80%
  • 20-25 kippen per m²
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

opfok van leghennen: periode:

A

0 tot 18 weken (kippen wegen dan 1,5kg)

21
Q

condities leghennen: opfok

A
  • 20-23°C
  • 60-80% RV
  • afbouwen van 23u per dag nr 8u per dag licht (5lux)
22
Q

hoe gaat men leghennen artificieel in rui brengen

A

kippen w volledig in het donker gezet en krijgen een week geen eten => stress => rui minder strenge methode = 24u geen eten en dan heel weinig -> voer met laag Ca -en eiwitgehalte

23
Q

legperiodes leghen

A

1e legperiode = 10x 4 weken

ruiperiode = 4 weken

2e legperiode = 8x 4 weken

24
Q

Hygiënische uitdagingen op leghennenbedrijf

A
  • vochtgehalte van de mest
  • stofvorming
  • vliegen
  • rode mijt
  • salmonellose, campylobacter
  • voetzool -en pootproblemen
25
Q

organisatie varkenssector: verschillende fases

A
  • kunstmatige inseminatie
  • zwangerschap: 115d
  • lactatie - spenen (op 4wk)
  • biggenbatterij tot 10wk, wegen dan 20kg
  • mestvarkensstal -> op 3md tijd van 20kg nr 110kg
  • slachthuis
26
Q

totaal productieleven zeug

A

5 worpen

27
Q

condities zeugenstal

A
  • 16-18°C
  • 2,5kg voeder per dag
  • 10L water per dag
  • beton met rooster => mest valt in mestput onder rooster
28
Q

kraamstal condities

A
  • 30°C vr biggen, 20°C vr zeug
  • beperkte bewegingsvrijheid zeug
29
Q

kraamstal = all in all out -> hoe gebeurt de desinfectie tussendoor?

A

formolisatie

30
Q

het enige wat je doet in de kraamstal =

A
  • navelontsmetting met joodtinctuur => uitdrogende werking
  • nageboorte wegdoen
31
Q

biggenbatterij: hoeveel biggen per compartiment ?

A

ongeveer 20

32
Q

hoeveel mestvarkens per compartiment? hoeveel per hok?

A

150 per compartiment of unit 10-12 per hok

33
Q

wanneer gebeurt de dekking (1 beer voor .. zeugen)

A

6-7d na spenen (1 beer voor 200 zeugen)

34
Q

problemen in mestvarkenbedrijven

A
  • drop out van 3-4%
  • respiratoire problemen: influenza
  • gastro-intestinale ziekten: e coli, ascaris
  • kannibalisme
  • vechten, trauma
35
Q

gebruiksduur van een gemiddelde melkkoe =

A

3-5 jaar

36
Q

melkvee: eerste afkalving op

A

24md

37
Q

indeling klauwletsels koeien + vbdn

A

niet infectieuze laesies:

  • zool ulcurs, teen ulcurs
  • fissuren (verticaal, axiaal, horizontaal)
  • interdigitale hyperplasie
  • dunne zool

infectieuze laesies:

  • digitale dermatitis
  • interdigitale dermatitis (!)
  • rotkreupel
  • hiel erosie
38
Q

preventie van klauwlaesies

A
  • regelmatige desinfectie van klauwen => doorloopbad aan ingang vd melkstal -> enkel id winter als koeien op stal staan, 3L formol per 100L water
  • regelmatig kappen vd klauwen
39
Q

spenen van konijnen gebeurt op

A

6wk (600g)

40
Q

productieleven konijn

A

3-4j vr vrouwtje 18md vr mannetje

41
Q

condities konijnenbatterij

A
  • 15 konijnen per m²
  • T 10-25°C
  • goede ventilatie
  • geen intense belichting (konijnen ~ schemerdieren)
42
Q

courante problemen op konijnenbedrijven

A
  • ventilatie moet goed zijn want konijnenurine geeft snel ammoniakvorming => irritatie luchtwegen => pasteurella = snuffles (snot, niezen, natte neus, vieze voorpoten dr schoonmaken vd neus)
  • coccidiose (darminfectie) => diarree (=> konijnen ku ervan doodgaan) -> nr 1 oorzaak = gedaalde weerstand -> behandeling met robenidine
  • fungi: microsporum canis (zoönose)
  • myxomatosis (vliegen) -> meeste konijnen overleven dit niet
  • bruine hazenziekte = RCD = rabbit calicivirus disease = hyperactief hemorragisch virus
  • voetzool trauma -> staphyloccocus (vloerkwaliteit)
43
Q

knock out =

A

specifiek inbrengn van een bepaalde mutatie => knock out als je een dier hebt met bep enzyme dat je eruit wil => mutatie inbrengen in genoom dat codeert voor dat enzyme => knock out van enzyme (om functie van gen dat codeert voor iets te achterhalen)

44
Q

transgene dieren =

A

dieren met vreemde DNA segmenten in elke cel van hun lichaam

45
Q

axenische dieren =

A

kiemvrije dieren

46
Q

FAPP =

A

Filtered Air Positive Pressure => overdruk om kiemen buiten lokaal te houden -> zie je op broederijen & in labo’s

47
Q

preventieve geneeskunde in labo’s (7)

A
  • degelijke bron van dieren
  • quarantaine (3-5wk) & testen nr kiemen op dier
  • klinisch onderzoek
  • periodische bewaking van colony
  • contaminatie containment (aiao, compartimentalisatie)
  • onderhoud microbiele barriere
  • records bijhouden
48
Q

Biohazard levels voor pathogenen

A

level 1: heel laag risico -> onwaarschijnlijk dat microorg van level 1 ziekte veroorzaken

level 2: gemiddeld risico voor individu, laag risico vr gemeenschap -> salmonella, influenza (gelimiteerd risico op verspreiding vd infectie

level 3: hoog risico vr individu, laag risico vr gemeenschap -> malaria, AIDs, tuberculose (laag spreidingsrisico)

level 4: hoog risico vr individu & gemeenschap -> enkel virussen! -> ebola (meestal geen effectieve behandeling mogelijk)

49
Q

biohazard levels in labo’s:

A

BSL 1: basis bioveiligheid, standaard praktijken (onderwijs & research)

BSL 2: basis bioveiligheid, level 1 pathogenen, biohazard teken, beschermende kledij (gezondheidszorg & research)

BSL 3: inperking, level 2 pathogenen, speciale kleding, gecontroleerde toegang (speciale diagnostiek en research)

BSL4: maximale inperking, level 3 pathogenen, luchtsluis, douche & speciale waste disposal (gevaarlijke pathogenen unit)