Hygiëne: Animal Environment Flashcards
De atmosfeer bestaat uit:
- stikstof (79%)
- zuurstof (19%)
- argon (1%)
- andere gassen: H20, CO2 & O3 (1%)
Toepassingen stikstof
- vloeibaar stikstof w gebruikt vr bewaren van sperma
- stikstof w gebruikt als ‘blanketing medium’
- > piepschuim bakjes met plastiek folie over zitten gevuld met stikstofgas, O2 w eruit genomen => langere bewaartijd
- > bovenop explosieve stof in olietanken w stikstofgas geplaatst om explosies te vermijden
normaal zuurstofgehalte in de lucht =
16%
vanaf wanneer hypoxie? (vanaf welk O2 gehalte?)
=> gevolgen
zuurstofgehalte < 10% => hypoxie
=> nieren maken EPO => aanmaak nieuwe RBC
=> hyperpnee: versnelde, verdiepte AH
hoe w ozon gevormd?
reactie tss elektrisch geladen deeltjes (stofdeeltjes uit diesel bvb) of UV met zuurstof => ozon
normale CO2 concentratie id lucht
380 ppm
0,03%
vanaf welke CO2 concentratie bewusteloosheid?
+5% CO2
hoe w CO2 concentratie gemeten?
NDIR sensor (Non Dispersive Infra Red sensor) -> infrarood licht absorbeert CO2 dus hoeveelheid IR kan dan gebruikt w om CO2 concentratie te bepalen
relatieve vochtigheid =
absolute vochtigheid x 100 / maximale vochtigheid
gevolgen te lage RV ( < 60%)
- stofvorming
- respiratoire irritatie (droge mucosae)
- broeden nadelig beïnvloedt
gevolgen te hoge RC ( > 80%)
=> condensatie => vochtdruppels van muren => natte bedding => aerosolvorming => kiemen
ventilatiesnelheid is idealiter
tss de 0,2 en 0,5 m/sec
oplossingen voor hoge RV
- isolatie
- ventilatie
met welke meters kan je de luchtvochtigheid meten?
- haar hygrometer
- sling psychometer
- dewpoint hygrometer
principe haar hygrometer
metertje met daarin ontvette paardenhaar
- > RV te laag => paardenhaar krimpt
- > RV te hoog => paardenhaar rekt uit
principe sling psychometer
= meter met daarop droge en natte thermometer
-> de meter w rondgedraaid => afkoeling
de droge thermometer zal de T meten zoals ze is terwijl de natte thermometer bij lage RV een lagere T zal meten (want verdamping) => verschil tss droge en natte thermometer = RV
principe dewpoint hygrometer
LED lichtstraal schijnt op spiegel met element dat spiegel afkoelt -> als vochtige lucht op spiegeltje valt => condensatie => LED straal w verbroken -> die verbrekingen w gemeten
welke abnormale gassen zitten er id atmosfeer
- ammoniak
- waterstofsulfide
- koolstofmonoxide
- anderen zoals methaan, aldehyden, fenolen…
MAC ammoniak
fataal vanaf
< 25 ppm
fataal vanaf 500 ppm
MAC waterstofsulfide
fataal vanaf
0,5 ppm
fataal vanaf > 400 ppm
MAC koolstofmonoxide
fataal vanaf
10 ppm
fataal vanaf 2000 ppm
wnnr is bloed donkerrood/bruinzwart
bij waterstosulfideconcentratie boven de 400 ppm => vorming sulfmethaemoglobine => zuurstof kan niet meer getransporteerd w => haemoglobine w teerachtig
wnnr is bloed helderrood
bij hoge CO concentratie -> CO gaat veel sterker binden aan haemoglobine in vgl met zuurstof => vorming carboxyhaemoglobine => helderrood bloed
hoe zal men schadelijke gassen gaan meten?
via Dräger systeem
-> met pompje w constante hoeveelheid lucht aangezogen via capillair (verschillend vr elke schadelijke stof) -> als er chemische reactie optreedt krijg je kleurvorming (hoe minder kleurvorming, hoe lager de concentratie aan het schadelijke gas)
bio aerosol =
partikel vrijgesteld id atmosfeer vanuit aardse en marine ecosystemen
[bio-aerosol] is afhankelijk van:
- populatiedensiteit
- ventilatie (goeie ventilatie voert aerosolen af)
- relatieve luchtvochtigheid
- temperatuur
limiet voor [bio aerosol]
3 tot 4 µm
[bio aerosol] < 3-4 µm
=> dust -> deeltjes geraken makkelijk id long (bij vogels in luchtzakken) => longontstekingen (luchtzakontstekingen bij vogels) + meel, huidschilfers, bedding, pollen => allergieën
[bio aerosol] > 3-4 µm
=> micro-organismen (bacteria, fungi, virussen, parasieten) => infectie
hoe ga je de luchtkwaliteit meten (welke onderdelen met welke meetsystemen?)
- toxische gassen meten -> Drager
- stofdeeltjes meten
- > inerte stofdeeltjes -> B stof monitor
- > micro-org meten -> CFP bepalen
principe B stof monitor
-> dient om massa vd inerte stofdeeltjes (meel, huidschilfers,…) te meten
Stofdeeltjes vallen op een sonde => leidt tot elektrische ontlading -> B stof monitor telt aantal ontladingen dmv het nagaan van hoeveel stofdeeltjes een laserstraal passeren -> elke keer een stofdeeltje passeert w de straal onderbroken
fysische karakteristieken vd atmosfeer
- klimaat
- atmosferische druk
- wind / tocht
- licht
- temperatuur
- regenval
gevolgen van veel wind / tocht
- afkoeling
- minder respiratoire weerstand
- meer metabole activiteit (bvb trillen) => productieverlies
gevolgen van te weinig wind / tocht
- moeilijkheden met thermoregulatie
- lage luchtkwaliteit (schadelijke stoffen!)
- aangepaste metabole activiteit => productieverlies
hoe kan je wind/tocht id atmosfeer gaan meten ? wat is de beste optie ?
- mechanische anemometer
- digitale thermo anemometer
mechanische = beste optie want die moet je itt de digitale niet richten in een bep richting
soorten UV straling:
- hoeveel tot hoeveel nm
- gevolgen
- UVc -> 100 - 290 nm => absorptie in atmosfeer
- UVb -> 290 - 320 nm => zonnebrand -> erytheem & fotosensitisatie
- UVc -> 320 - 400 nm => zonnebrand -> huidkanker (melanoom, melanocarcoom)
voorbeelden van tellurische micro-organismen (= aardse micro-org)
- miltvuur (anthrax)
- gangrene
- tuberculose
- erysipelas (vlekziekte)
- salmonella, brucella, listeria,…
hoeveel % vh LG is opgemaakt uit water
66%
dehydratatie:
- vanaf wnnr klinische symptomen
- vanaf wnnr fataal
\+10% = klinische symptomen (huidturgor, Hc stijgt) \+30% = dood
bronnen van drinkwater
- grondwater (65%): bronnen, waterputten
- oppervlaktewater (35%): regen, rivieren, vijvers, zeewater
geen enkele parameters die gebruikt w om de kwaliteit van water te definieren
- water moet organoleptisch zijn = geurloos, kleurloos & smaakloos
- waterhardheid
- chemische eigenschappen van water: pH (6-8), conductiviteit, zuurstofinhoud, organische koolstof inhoud
….
productieproces drinkwater: grote lijnen
1) prefiltratie = grote partikels verwijderen (sedimentatie & snelle filtratie van zand)
2) chemische zuivering
(aanpassing pH, floccuatie, hardheid aanpassen)
3) antimicrobiële behandeling
(desinfectie met ozon & UV)
4) verwijderen van residuele turbiditeit & bacteriën
(trage filtratie van zand & filtratie met actieve koolstof)
5) opslag en distributie
(toevoeging NaOCl, beluchting met lucht/O2)
hoe gaat met de pH van drinkwater aanpassen tot 6-8?
toevoeging CaO of NaOH
floccuatie =
verwijderen van opgeloste partikels
floccuatie haalt zuren weg => schuimlaag
hoe w drinkwater gedesinfecteerd?
dmv ozon & UV
- ozon -> doodt bacteriën en ontgeurt
- UV -> werkt in op DNA van bacteriën => bacteriën beschadigd
hardheid water
- veroorzaakt door?
- uitgedrukt in?
- range van bruikbaar water?
- aanwezigheid Mg & Ca
- Duitse hardheisdgraad °D
- 8-16°D
gevolgen te lage hardheid water (< 8°D)
=> corrosie
zacht water bevat heel weinig ionen => dr concentratiegradiënt zu ionen uit de waterleiding gaan
gevolgen te hoge hardheid water (> 16°D)
=> beperkte zeepwerking
=> neerslaan van bep GM
hoe gebeurt het ontharden van water?
via waterontharder die bestaat uit centrale harskolom -> hars he groot absorptievermogen wrdr ionen hieraan blijven plakken
hard water zal door hars gestuurd w => alle Ca en Fe blijven plakken => na tijdje is hars verzadigd => regeneratie dmv toevoeging hoge concentraties NaCl => gebonden ionen losgemaakt => water dat er dan uitkomt bevat Na, Fe & Ca dus wachten tot het terug zuiver is
bacteriele wateranalyse
- totale bacteriele telling: er moeten minder dan 100 colonies zijn per ml water (gebeurt bij 37°C gedurende 24 op agarbodem)
- faecale bacterien telling: gebeurt bij 44-37°C gedurende 24u in glucose-lactose broth (enkel faecale bacteriën ku lactose vergisten => pH wijziging)
hoe ga je drinkwater ontsmetten
mechanisme
dmv chloor
-> HOCl = hypochloriet = stukje van chloor met desinfecterende werking -> zal oxidatieve actie uitvoeren door release van vrij chloor in water en vorming van O0
NaOCl + H2O -> NaOH + HOCl + HCl
Cl2 + H2O -> NaOH + HOCl + HCl
voordelen & nadelen van drinkwater ontsmetting via chloor
voordelen: lange nawerking, activiteit op biofilms, makkelijk te monitoren, goedkoop
nadelen: ontstaan DBP (kankerverwekkend), milieubelastend, geen optimale gebruiksvriendelijkheid, niet actief tegen cysten