Hoorcollege 8: Motorische Beperkingen en Chronische Ziekten Flashcards

1
Q

Definitie Motorische Beperking:

A

Door motorische aandoeningen gehinderd
worden in groei, ontwikkeling, ontplooiing en
handhaving. Beperkt het lichaam kunnen
gebruiken, door neurologische, musculaire,
metabolische stoornissen of traumata.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Motorische Beperking –> Diagnose gespecificeerd naar…:

A
  1. Naar aard:
    - Neurologisch
    - Musculair
    - Orthopedisch
  2. Naar plek:
    - Diplegie (alleen benen)
    - Tetra(quadri)plegie (aandoening van benen en armen)
    - Hemiplegie (links/rechts)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Abnormale Tonus:

A

Spierspanning:

  • Abnormaal hoog/laag/wisselend
  • Vaak asymmetrisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Abnormale Bewegingen:

A

Kwaliteit van bewegingen zijn (sterk) minder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ernstmaat:

A

Vaak wordt Gross Motor Function Classification System (GMFCS) gebruikt, schaal van licht tot ernstig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Cerebrale Parese:

A
  • Verzamelnaam voor groep van aandoeningen gekenmerkt door blijvende houdings- of bewegingsstoornis door hersenbeschadiging
  • Beschadiging sinds foetus of baby
  • Niet progressief
  • Relatief veelvoorkomend 400-500 per 200.000 kinderen per jaar (NL)
  • Hersenbeschadiging
  • Niet progressief
    ™
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hydrocephalie:

A

Waterhoofd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Spina Bifida:

A

Open rug, stoornis in sluiting wervelkolom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Spierdystrofie:

A

Eiwitstoornis in spieren, zoals bijvoorbeeld Ziekte van Duchenne

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Traumata:

A

Meer lokale gevolgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ziekte van Duchenne:

A

Type spierdystrofie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Gevolgen Motorische Beperking Algemeen:

A
  • Voor verschillende factoren in transactioneel ontwikkelingsmodel (zie college 1 en 2)
    -™ Invloed van deze verschillende factoren
    ™- Kwantitatief en kwalitatief andere ervaringen, belang van exploratie
    -™ Vertragingen en verstoorde ontwikkeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Gevolgen Motorische Beperking Risico’s:

A
  • Risico’s emotionele problemen
  • Cognitieve ontwikkeling
  • Sociaal functioneren
  • Communicatieproblemen –> wel/niet spreken + wel/niet begrijpen nonverbale communicatie
  • Gedragsproblemen
  • Ouderproblemen
  • Opvoedingsproblemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Interventies Risico’s beperken Motorische Beperkingen:

A
  • Psycho-educatie
  • Trainingen
  • Methodieken
  • Van ambulante zorg tot residentieel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Chronische aandoeningen: Definitie:

A

Een lichamelijke aandoening/ziekte die is vast te stellen met behulp van medisch wetenschappelijke kennis, die (nog) niet te genezen is en minstens 3 maanden bestaat en/of waarschijnlijk langer zal duren
(Mokkink, van der Lee, Grootenhuis, Offringa, van Praag & Heymans, 2007).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Prevalentie:

A
  • 10 - 15 % van de kinderen in NL
  • Iets verhoogde kans op psychische problemen
  • Kinderen met chronische ziekte rapporteren iets mindere QOL dan kinderen zonder chronische ziekte
17
Q

Redenen voor stress: 5 universele kenmerken van Kinderen een Chronische Aandoening:

A
  1. Onzekerheid –> Angst en hoop
  2. Oncontroleerbaarheid –> Angst
  3. Beperkingen in het functioneren –> Frustratie en boosheid
  4. Eigen verantwoordelijkheid –> Schuld en trots
  5. Lange duur –> Depressiviteit
18
Q

Kenmerken Ouders Kinderen Chronische Aandoeningen: Ervaren meer Stress

A

Ouders hebben Vierdubbele Taak:
1. Opvoeding: Net als andere ouders moeten ze hun kind opvoeden tot een volwassen, zelfstandig individu
2. Verzorging/Verpleging: Tegelijkertijd vaak ook verzorgende/ verplegende taken.
3. Balans Gezin: Daarbovenop moeten ze de balans in het gezin zien te
handhaven.
4. Eigen gevoelens van schuld en
schaamte rondom de ziekte van hun kind
–> Ouders hebben behoefte aan steun en begrip

19
Q

Cirkel van Veiligheid - Cooper, Hoffman, Marvin & Powell (1999):

A

Veilige basis –> Ondersteuning Exploratie
Veilige Haven –> Troost en Bescherming bieden
Balans is nodig voor veilige gehechtheid en goede balans tussen ontwikkelen/exploreren en de genegheid/rust/comfort van ouders

20
Q

Interventies: Samen op Koers!

A

Cursus voor ouders en kinderen –> Cognitieve technieken, psycho-educatie, stress-management en sociale vaardigheden.
Ouders kunnen hun kinderen stimuleren de aangeleerde
vaardigheden in de thuissituatie te gebruiken.
Hoe?
3-stap model
1. Leren en modelleren
2. Sensitiseren
3. Ondersteunend-stimuleren (leeftijdsadequaat)
4. Stressverminderen door lotgenoten