Hoorcollege 8 - Mededingingsrecht Flashcards

1
Q

Wat houdt het mededingingsrecht in

A

= gaat over eerlijke concurrentie en doorkruist het overeenkomstenrecht

Het is gericht aan ondernemingen zodat ze op de markt goed opereren en de concurrentie niet beperken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Doelstellingen van het mededingingsrecht

A
  1. Consumentenwelvaart ➞ dat de consument veel spullen kan kopen tegen een scherpe prijs
  2. Martkintegratie ➞ het tot stand brengen van de interne markt maar dan voor ondernemen (privaten actor)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie voert het mededingingsrecht uit?

A

De commissie voer het uit, zij treden op en kunnen boeten opleggen zonder dat daar een lidstaat voor nodig is.

➞ Deense mevrouw in de commissie heeft een grote rol in het mededingingsrecht en bereid alle dossiers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ondernemingen in de zin van EU mededingingsrecht

A

= elke entiteit die economische activiteiten (aanbieden van goederen en diensten op de markt) verricht ➞ Hofner arrest: je kijkt niet naar de rechtsvorm maar naar de aard die de activiteiten uitoefenen

Als iets een onderneming is zijn de wetten van het mededingingsrecht gelijk van toepassing, want het behoord bij de markt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Economische activiteiten

A

= het aanbieden van goederen en diensten op de markt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Pijlers van het mededingingsrecht (regels)

A
  1. Kartelverbod - art 101 VWEU : altijd minstens 2 zelfstandige ondernemingen
  2. Verbod op misbruik van economische machtspositie - art 102 VWEU : je mag als bedrijf geen misbruik maken ➞ eerlijke concurrentie de nek omdraaien mag niet (de commissie wacht hier en treed achteraf op - repressief toezicht)
  3. Concentratietoezicht - concentratieverordening : fusietoezicht etc. ➞ preventief toezicht - bijvoorbeeld als 2 ondernemen samen gaan of word overgenomen. Een te grote onderling kan belemmerend zijn voor de concurrentie ➞ de grote fusies worden gemeld bij de commissie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Art 101 VWEU - vereisten

A
  1. Vorm van coördinatie: een overeenkomst, onderling afgestemde feitelijke gedragingen of besluiten van ondernemersverenigingen
  2. Beperking van concurrentie ➞ ertoe strekken of ten gevolge hebben
  3. Tussenstaatse handel ongunstig beïnvloeden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vormen van coördinatie (art 101 VWEU)

A

A. Overeenkomst
- wilsovereenstemming (echte afspraken onderling)

B. Onderling afgestemde feitelijke gedragingen
Vereisten:
1. Parallel gedrag
2. Afstemming / coördinatie
3. Causaal verband tussen de twee met bewijs

C. Besluit van ondernemersverenigingen
- statuten en reglementen van brancheorganisaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Concurrentie beperken - art 101 VWEU (interne markt verhinderen)

A

1. Ertoe strekken / doel beperking
- je maakt afspraken en daarmee is de bedoeling om concurrentiegevoelige beperken

2. Gevolg beperking
- minder ernstig
- kijkt hiervoor naar de markt analyse

Alleen merkbare gevolgen worden hieronder gezien
A. Horizontale overeenkomst (onderneming - onderneming) ➞ marktaandeel van alle partijen 10% of hoger is merkbaar
B. Verticale overeenkomst ➞ marktaandeel per partij hoger dan 15% is merkbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Tussenstaatse handel - art 101 VWEU

A

Handel tussen lidstaten ongunstig beïnvloeden➞ potentiële beïnvloeding is voldoende om te zeggen dat het een schending is hiervoor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Uitzonderingen op kartel verbod

A

I. Groepsvrijstellingen ➞ bepaalde groepen die van tevoren zijn vrijgesteld. Dit staat vast in verordeningen
II. Art 101 lid 3 VWEU

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Art 101 lid 3 VWEU - wettelijke uitzondering

A

Vereisten

  1. Verbetering van belang genoemd in bepaling ➞ productie, distributie of innovatie
  2. Billijk aandeel voor de gebruiker ➞ als de consument er op andere wijze van profiteert
  3. Onmisbaar ➞ proportionaliteit… kan het minder belemmerend zijn?
  4. Voldoende rest concurrentie over
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Handhaving van kartelverbod

A

De commissie doet onderzoek ➞ kan een boete van max 10% van de omzet opleggen

clementie ➞ klikken loont

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly