Hoorcollege 4 - Marktintegratie Flashcards

1
Q

Waarom begon de EU als marktintegratie?

A

Om oorlog te voorkomen ➞ dit is erg bijzonder want het is alleen iets dat de EU kent

Ook zodat de de Europese landen naar elkaar zouden groeien (want ze zijn afhankelijk van elkaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vormen/fases van economische samenwerking (begrippen)

A
  • vrije handelszone
  • douane-unie
  • gemeenschappelijke of (in EU-recht) interne markt
  • monetaire unie
  • totale economische integratie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vrijhandelszone

A

Dit is de lichtste oom van samenwerking ➞ de handel in goederen tussen landen is vrij. Er zijn dan geen heffingen op goederen voor die landen (bijv NL en Duitsland), en de hoeveelheid in te voeren of uit te voeren producten is niet gebonden aan restricties.

Het moet gaan om goederen die in de landen zelf zijn geproduceerd (bijv een fiets geproduceerd in NL dat naar DE gaat, maar als het eerst uit de VS komt, dan zullen er toch heffingen op komen als het van NL naar DE gaat ➞ want dit is een derde land).

Ook de VK heeft met de EU vrijhandelszone (geproduceerd in de VK, niet een derde land)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Douane-unie

A

De economische integratie is hier hechter dan bij de vrijhandelszone ➞ vrij verkeer van goederen (geen douaneheffingen op goederen tussen de deelnemende landen)
Voor goederen ingevoerd vanuit de niet-deelnemende landen geldt bij elk deelnemend land hetzelfde tarief ➞ het vormt dan een handelsgebied.
Er wordt een gemeenschappelijk douanetarief ingevoerd voor de derde-landen. Indien een product uit een derde land eenmaal is ingevoerd in dit gebied, kan dit product vrij circuleren en dan geen heffingen bij de grenzen van deelnemende landen. ➞ douanetarieven afgeschaft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Gemeenschappelijke of interne markt

A

Het gaat hier over het vrije verkeer van goederen, personen (werknemers en vesting), diensten en kapitaal

Personen ➞ werknemers: mensen die in loondienst zijn en te maken hebben met een gezagsverhouding
Personen ➞ vrijheid van vesting: zelfstandigen (geen werknemer) en ondernemingen worden economisch actief in een ander land
Diensten: ‘niet-stoffelijke producten’. Bijvoorbeeld het geven van juridisch advies door een advocaat
Kapitaal: beleggingen en investeringen in bijvoorbeeld onroerend goed of aandelen ➞ vrij verkeer van betalingen

Harmonisatie: level playing field = er komt een gemeenschappelijke norm, die worden vastgesteld op Europees niveau in plaats van nationaal niveau. Dit is handig want anders hen je per deelnemer een norm nodig en nu 1 gemeenschappelijke ➞ iedere lidstaat staat hier daarom ook gelijk (samenwerking)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Monetaire unie

A

De deelnemers hebben delen in dezelfde munt ➞ de euro (om handel nog beter te stimuleren)

Dit kan ook zijn nadelen hebben: overheidsfinanciën zijn nog steeds onderdeel van het nationaal beleid (overheidsuitgaven zijn verschillend). Hiervoor zijn nu maatregelen genomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Totale economische integratie

A

Een Europese federatie creëren.
Dit kan leiden tot uniformering van de wetgeving en het beleid op deze terreinen

Dit bestaat nu nog niet, maar zou kunnen in de toekomst. Het komst na alle stappen van vrijhandelszone tot monetaire unie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Is de Europese Unie gebaseerd op zowel een douane-unie als een gemeenschappelijke markt en monetaire unie?

A

Ja. De EU heeft 3 van de 5 vormen van economische samenwerking aangenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Interne markt

A

Een ruimte zonder binnengrenzen van vrije verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal
Art 26 VWEU

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Integratiemethoden / technieken

A
  1. Negatieve integratie = lidstaten wordt verboden dergelijke obstakels op te werpen - nalaten. Zie dit in bijvoorbeeld art 30 VWEU
  2. Positieve integratie = geboden gericht aan de lidstaten (je moet dus iets doen). Een eis, voorschrift of richtlijn vastgesteld op EU-niveau moet worden overgenomen in de regelgeving van de lidstaten ➞ de norm die word opgegeven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Toetsing van nationaal beleid (nationale regel die je moet toepassen op de EU)

A
  1. Kijk eerst of er een specifieke Europese regelgeving bestaat (richtlijn of verordening etc) ➞ je toets eerst aan de harmonisatie
  2. Indien zo’n Europese regeling niet bestaat moet je toetsen aan de verdragsbepaling inzake het vrije verkeer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Casus: drones veroorzaken veel veiligheidsproblemen. Omdat de EU niets doet, heeft NL speciale wetgeving in het leven geroepen met daarin strikte eisen voor drones. Moet deze wetgeving getoetst worden aan de verdragsbepaling voor het vrije verkeer?

A

Antwoord: ja. Het is verboden om de vrije markt te beperking. Daarom moet er hieraan getoetst worden want er is geen richtlijn of verordening voor en dan kom je bij de verdragsbepaling voor het vrije verkeer uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Goederen in de zin van het Europese recht

A

Alle waarden die op geld waardeerbaar zijn en daarom voorwerp van handelstransacties kunnen zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Belemmeringen/beperkingen van goederen

A

Tarifaire belemmeringen: heffingen ➞ als de overheid een heffing op een goed legt

Non-tarifaire belemmeringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Tarifaire (+fiscale) belemmeringen

A

Art 30VWEU: verbied douaneheffingen en heffingen van gelijke waarden. Het heeft betrekking tot de in- en uitvoer van goederen (want heeft te maken met heffingen gelegd op de grensoverschrijding van goederen)

Art 110 VWEU: verbod op discriminerende belastingheffingen (binnenlandse belasting) ➞ van producten afkomstig uit andere lidstaten.
Fiscale soevereiniteit is onaangetast ➞ de bevoegdheid van lidstaten om belasting op goederen te heffen wordt gerespecteerd. Alleen verboden zijn discriminerende en protectionistische belastingen op goederen ➞ dus als het en grote nadeel heeft voor buitenlandse producten

verschil tussen de twee
Art 30 VWEU is er geen belasting op binnenlandse producten (alleen import en export) en art 110 VWEU is ook binnenlandse producten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Eisen van heffingen van gelijke werking

A

➞ valt onder art 30 VWEU (tarifaire belemmeringen)

  1. Geldelijke last (je moet geld betalen)
  2. Eenzijdig opgelegd door een nationale overheid
  3. Last wordt opgelegd wegens in- of uitvoer van een goed (de reden waarom het word opgezet)
  4. Geen douaneheffingen in eigenlijke zin (heeft niet de naam van een douaneheffingen, ze spelen er dus omheen)