Hoorcollege 10 & 11 - Rechtsbescherming en Handhaving Flashcards
Art 2 VEU
Waarde = de rechtsstaat
Art 19 VEU
Zegt dat rechtsbescherming en handhaving hand in hand gaan
➞ EU rechters eerbiedigen het recht (lid 1)
- ziet op de handhaving
➞ lidstaten voorzien rechtsmiddelen zodat men naar de onafhankelijke rechter kan (lid 1)
- ziet op de rechtsbescherming
Actoren van de rechtsbescherming (EU)
- Europese rechters
- Nationale rechters
➞ gelaagde structuur van rechtsbescherming
Europese rechters
Hof van Justitie (of voor hoger beroep, of eerste aanleg en dan geen hoger beroep)
Gerecht
Doel van nationale rechters bij rechtsbescherming
Ze controleren de uitvoering en interpretatie van EU-recht op nationaal niveau
arrest Simmenthal: nationale rechters passen het EU-recht integraal toe (soms moeten ze dus nationaal recht buiten toepassing laten als het in strijd is met EU recht)
De prejudiciële procedure
➞ art 267 VWEU
Dit geeft nationale rechters de kans om een vraag te stellen over de uitleg van het Unie recht ➞ vragen alleen door het Hof beantwoord
Doelstelling = het uniforme toepassing van EU-recht (anders kan het zo zijn dat elke lidstaat een andere interpretatie heeft)
Gemiddeld 17,3 maanden
Twee typen vragen van art 267 VWEU
1. Uitleggingsvragen
Deze komen het meeste voor ➞ als je niet snapt hoe de regels werken
- geldt voor primair recht en secundair recht
2. Geldigheidsvragen
Voor de handelingen van de instellingen van de EU ➞ is het überhaupt nog wel van toepassing
- alleen voor secundair recht
Bevoegdheid van nationale rechters bij prejudiciële procedure
Alleen onafhankelijke rechters mogen vragen stellen ➞ ze beslissen in een concrete vraag af of ze een vraag stellen (partijen dus niet)
lagere rechters hebben vrijheid ➞ mogen zelf kiezen of ze een vraag stellen
hoge rechters moeten een vraag stellen ➞ verplicht te vragen als ze er twijfel over hebben
- Hoge Raad
- College van Beroep voor Bedrijfsleven
- Centrale Raad van Beroep
Bevoegdheid van het Hof bij prejudiciële procedure
Mogen het nationale recht niet interpreteren/uitleggen
- ze kunnen het dan herformuleren zodat ze dat wel mogen uitleggen
Moet sprake zijn van een echt geschil (dit geschil mag het Hof niet zelf uitleggen)
Uitzonderingen op de plicht van uitleggingsvragen (voor de hoge rechters)
- Je stelt geen vragen als het niet van toepassing is op het geschil
➞ de andere uitzonderingen komen uit het Cilfit arrest
-
Acte eclaire
- als een bepaald kwestie al verduidelijkt is door het Hof in eerdere rechtspraak, dan hoeft de nationale rechter hier niet weer een vraag te stellen -
Acte claire
- de nationale rechters hoeven geen vraag te stellen als het eigenlijk wel duidelijk genoeg is
- ze kunnen het op eigen verantwoordelijkheid oplossen (redelijke wijze geen twijfel)
Consorzio Italian Management arrest
➞ heeft de principes uit het Cilfit arrest herhaalt
- nationale rechter hoeft niet alle taalversies te controleren, alleen die die hij beheerst
- als er in de rechtspraak veel verdeeldheid is = betekent dat misschien toch geen acte claire
Geldigheidsvragen (prejudiciële procedure - art 267 VWEU) + schorsing
Als de rechter twijfelt of iets geldig is
➞ ze mogen namelijk als het wel geldig is nooit een besluit/bepaling van EU-recht buiten toepassing laten
Soms kan de nationale rechter richtlijnen, verordeningen, etc. schorsen
voorwaarden:
1. Nationale rechter heeft twijfel over de geldigheid
2. Nationale rechter start een prejudiciële procedure
3. Schorsing is nodig om te voorkomendst een partij ernstige letsel lijdt
4. Het belang van EU-recht mag niet in gevaar worden gebracht door de schorsing
Beroep tot nietigverklaring - art 263 VWEU
- wie tegen kan beroepen
- vragen van belang
- voorwaarden
➞ procedure op Europees niveau
wie tegen beroepen:
Alinea 2, 3 en 4
- lidstaten
- instellingen van de EU
- particulieren
vragen van belang:
1. Wie kan in beroep
2. Bij welke Europese rechter
3. Tegen welke handeling
4. Op welke gronden
voorwaarden:
1. Handeling
2. Op welke grond
3. Wie is bevoegd
4. Tijdslimiet
Wanneer kan een particulier in beroep (prejudiciële procedure)
Alinea 4 art 263 VWEU
Ze moeten een belang hebben
A. Aan diegene gericht; of
B. Rechtstreeks en individueel geraakt (derde belanghebbende) ➞ plaumann arrest
Plaumann arrest
- wanneer de commissie nog iets moet uitvoeren = niet rechtstreeks gerecht want er moet nog iets gebeuren
- individueel = als je je kan onderscheiden van de anderen
Welke Europese rechter bij nietigverklaring
- individu tegen instelling = gerecht + hoger beroep bij het hof
- lidstaat tegen commissie = gerecht + hoger beroep bij het hof
- lidstaat tegen Raad of Europees parlement = het hof
- instelling tegen instelling = het hof