Hoorcollege 8

Question 1

Wetenschappelijk realisme

Answer 1

Je gelooft dat er echt iets is, als wetenschappelijke theorie stelt dat X bestaat, dan bestaat X. Je bent een anticonstructivist.

Question 1

Empirische constructivist

Answer 1

Opvatting dat er meerdere wetenschappelijke theorieën zijn die de objectieve werkelijkheid mogelijk correct zouden beschrijven, maar waartussen je niet kiezen kan, omdat ze net zo goed zijn.

Question 2

Bas van Fraassen

Answer 2

Aanhanger van constructivistisch empirisme

Question 3

Wat accepteren wetenschappelijk realisten?

Answer 3

• Een wetenschappelijke theorie zegt iets over de werkelijkheid
• Er zijn goede redenen om aan te nemen dat die theorie bij benadering waar is
• Er is wetenschappelijke vooruitgang mogelijk

Question 4

IBE

Answer 4

Vorm van abductie. Als je iets wilt verklaren stel je verschillende verklaringen op. Je gaat kijken naar de meest waarschijnlijke oorzaak, dat is een goede reden om aan te nemen dat dit het geval was. Meestal leidt dit tot IOE, inference to the only explanation.

Question 5

Argumenten tegen wetenschappelijk realisme en evaluatie

Answer 5

• Empirische adequaatheid (Bas van Fraassen)
  Theorie hoeft alleen maar succesvolle voorspellingen te doen, je hoeft je niet te committeren aan de waarheid van de theorie over de niet-waarneembare domeinen, als je voorspellingen maar uitkomen.
  Evaluatie:
  Wetenschappers willen toch wel meer dan alleen correct voorspellen. Je wilt ook inzicht verkrijgen in hoe de wereld in elkaar steekt.
• Gericht op het gebruik van IBE/IOE
  Wat nou als iemand een bepaalde hypothese die wel de juiste zou zijn niet opstelt? Kritiek tegen abductief redeneren in het algemeen.
  Evaluatie:
  Het kan altijd zo zijn dat je de echte verklaring bent vergeten op te stellen, maar dan ben je wel heel sceptisch.

Question 6

Pragmatisme

Answer 6

Kennis dient als een doel, we willen op basis van kennis handelen in de wereld

Question 7

Charles Sanders Peirce

Answer 7

Pragmatist, vond dat je kennis verwerft omdat je er mee wilt handelen. In een handeling zie je goed wat iemands overtuigingen zijn.

Question 8

Paper doubt vs Living doubt

Answer 8

Paper doubt = op papier schrijf je op dat je twijfelt, maar in het echte leven twijfel je niet echt aan het bestaan.

Living doubt = een twijfel die oncomfortabel voelt, je weet niet meer wat je moet doen. Je wilt van je twijfel afkomen zodat je weer kan. Handelen dus wil je je overtuigingen vastleggen (fixation of beliefs).

Question 9

Fixation of beliefs

Answer 9

1. Tenacity
   Je blijft weg van dingen die je mogelijk aan het twijfelen brengen. Maar, sociaal gezien is dit niet mogelijk.
2. Authority
   Je gaat eravn uit dat de autoriteiten in een groep weten hoe het zit, deze bevraag je dan ook niet. Maar, er zijn altijd mensen in een groep die zich afvragen waarom we geloven wat we geloven.
3. A priori
   Je gaat opzoek naar waarheden die onweerlegbaar zijn & bouwt dan daaruit de rest op. Maar, waarom accepteer je de ene bewering wel en de andere niet?
4. Methode van wetenschap
   Wetenschappelijke methode levert kennis die onafhankelijk is van mijn smaak en voor iedereen geldt.

Question 10

Naturalisme

Answer 10

Idee dat als je nadenkt over mensen, ze natuurlijk geëvalueerde wezens zijn. Dit is een ontdekking van de wetenschap, daardoor moet je dit ook meenemen in het nadenken over allerlei problemen. Alle zinvolle problemen worden uiteindelijk met de wetenschap opgelost.

Question 11

Quine

Answer 11

Empirist en aanhanger naturalisme. Hij heeft als doel om te kijken naar hoe mensen kennis opdoen over de wereld en hoe ze fouten maken.  Genaturaliseerde epistemologie