Hoorcollege 7: Negatieve peer relaties Flashcards
Actieve isolatie
Als andere mensen jou buitensluiten, geen eigen keuze in gedrag, wordt je opgelegd (meer een soort afwijzing)
Sociale teruggetrokkenheid
Gedrag wat je laat zien, waarbij je de keuze maakt om je terug te trekken
Subtypes:
Approach motivation = welke mate wil jeg raag sociaal contact hebben / ze benaderen
Avoidance motivation = heb je bepaalde angst of spanning om contact uit de weg te gaan.
- Angstig-teruggetrokken = hoge score op beiden; willen graag contact, maar zijn angstig in contact
- Onsociaal = laag op beiden; niet veel behoefte aan sociale connecties, maar ook niet gespannen als het wel gebeurd.
- sociaal ontwijkend; laag op approach motivation, hoog op avoidance motivation –> niet veel behoefte aan sociale connecties, wel erge spanning wanneer dit gebeurt.
Gevolgen vansociale terugtrekking
- zwakkere sociale vaardigheden; minder vaak in interactie. De onsociale groep heeft geen zwakkere vaardigheden
-
meer internaliserende problemen / lager zelfbeeld; verklaren vanuit cascade-ontwikkelingsmodel.
Cascade = iets wat slechter of negatiever wordt over de tijd heen; interactie tussen individue en sociale omgeving, waardoor problemen over tijd heen erger worden.
Afwijzing
Meer dan actieve isolatie, de peers besluiten dat jij er niet bijhoort. Afwijzing is relatief stabiel gedurende de levensloop. Bepaalde factoren houden dit in stand:
- minder sociale vaardigheden
- internaliserende probelemenn
- agressie = erg sterke voorspeller (Reactieve agressie)
- ADHD
Hostile attribution bias
Veel mensen die worden afgewezen interpreteren sociale cues ook meer negatief.
Veel risicofactoren voor externaliserende problemen, zijn ook risicofactoren voor afwijzing, ze versterken elkaar over de tijd heen.
Ook in de volwassenheid zien we effecten, reactieve agressie –> afwijzing
CyberBall
afwijzing simuleren.
- Fundamentele behoeften; lagere zelfwaarde / minder beloning/ minder controle over omgeving/ betekenisvol bestaan ligt lager.
- intrapersoonlijk; hoe boos voel je je ? veel bozer na afgewezen
- interpersoonlijk; hoe boos ben je op X? prosociaal gedrag neemt af.
Pesten
Plagen is iets positiefs, kan je band versterken, heel normaal onderdeel van sociale interacties.
Pesten is daarentegen nooitfijn en altijd negatief:
- Doelgericht; sociale status verbeteren in de groep
- Machts-imbalans; pester is sterken dan slachtoffer (fysiek of sociaal)
- Steeds opnieuw; moet meer dan 1x voorkomen
- Pijnlijk; moet het ervaren als pijnlijk, is subjectief
Hoe verklaren we pesten?
- Hechtingstheorie: rol van werkmodellen –> ouders geven werkmodellen mee van hoe je met elkaar omgaat.
- Social Information Processing Model –> vijandigheid zien (hostile attribution), verwachten dat agressie positief resultaat geeft.
-
Functionele modellen: pesten is een resultaat van natuurlijke selectie; levert ons status op
- Evolutionaire signalering; om die status te krijgen moet je het juiste slachtoffer kiezen.
Betrokken bij pesten
- Pesters: hoge sociale vaardigheden (manipulatie); hebben sociale competentie en macht in de groep –> proactieve agressie
- Slachtoffers: internaliserende problemen/afwijzing/geen vrienden; vanuit de pester een makkelijk doelwit (functionele modellen). Vrienden kunnen er gbeschermend werken.
- Pester-slachtoffers; mensen die nominaties krijgen als zowel pester als slachtoffer = meest problematische groep: Hoge afwijzing / internaliserende/externaliserende problemen / impulsiviteit en emotie-deregulatie / moeilijke thuissituatie / lage sociale vaardigheden. In reactie op pesten, gaan ze zelf maar pesten–> reactie agressie
Consequenties van pesten
- Slachtoffers: lange termijn gevolgen, vooral bij chronisch gepest worden; lager zelfbeeld / zwakkere fysieke gezondheid / problemen met sociale cues later. Healthy context paradox = pesten meer negatieve gevolgen in contexten waar pesten weinig voor komt.
- Pesters: heel veel gepest hebben –> lange termijn externaliserende problemen (delinquentie), vooral bij proactief pestgedrag / agressieve interpersoonlijke relaties (zowel dader als slachtoffer –> bij reactief pesten).
- **Pester-slachtoffers: **meest problematische groep; combineren de problemen van beiden groepen
Pesten als groepsproces
Het is geen dyadische relatie (zo wordt het vaak wel geprobeerd om op te lossen).
- Assistent = degene die het pesten niet begint, maar wel meedoet in het pesten
- Versterker = gaat het slachtoffer niet zelf pesten, maar versterkt het gedrag wel.
- Verdediger = gaat het slachtoffer verdedigen
- Buitenstaander = geen actieve rol, maar creëert als nog een norm van dat het pesten oke is.
- Leerkrachten ; hoe ga je om met pesten en groepsprocessen.
Leerkrachten en pesten
Een vaardigheid die geoefend kan worden (herkennen van pestgedrag).
Leraren gebruiken soms ineffectieve methoden om pesten te signaleren / ze vinden soms dat kinderen overdrijven.
Leerkracht kenmerken die samenhangen met pesten:
- daadkracht
- extern attribueren
- zelfvertrouwen
- verleden als pester
Groepsprocessen die ook van belang zijn
Groepsprocessen bij ouders en bij de leerkrachten
Antipestprogramma’s –> je moet het zien als een heel groepsproces/systeem
Pesten op de werkvloer
= situaties waarin een werknemer herhaaldelijk en over tijd wordt blootgesteld aan intimiderend gedrag van een of meer collega’s (inclusief ondergeschikten en leidinggevenden) en waarbij de beoogde persoon niet in staat is zichzelf te verdedigen tegen deze systematische oneigenlijke behandeling.
1. Werknemer is doelwit van negatief en ongewenst gedrag op het werk (pijn)
2. Dit wordt vaker herhaald
3. Het slachtoffer kan de situatie niet stoppen (machtsverschil)
Intentionaliteit is niet noodzakelijk –> literaturen apart van elkaar opgebouwd, andere definities
Prevalentie = 15% (maar veel variabiliteit); werksfeer
Hoe verklaren we pestgedrag op de werkvloer?
- Werkomgevingshypothese = er zitten bepaalde elementen in de werkomgeving die mensen kwetsbaar maken om slachtoffer te worden van pesten; werkdruk/werkonzekerheid/rolconflict
-
Individuele dispositie hypothese = bepaalde karakteristieken in ons zelf verklaren dat we risico lopen; hoog neurotisch / introvert
Interactie tussen individu en werkcontext natuurlijk, niet perse negatiee uitkomsten.