Hoorcollege 7: Feyerabend en Lakatos Flashcards
Feyerabend
Constructivist en relativist net als Kuhn, maar verschillen wel.
Tradities
Van Feyerabend
= paradigma’s (beperkt tot de wetenschap, tradities gaan verder, er zijn tradities waaruit je feiten construeert).
- Tradities volgen elkaar in de wetenschap op; de ene is niet beter dan de ander
- de huidige westerse wetenschap is één van de vele tradities (en kan dus ingewisseld worden)
Kuhn: paradigma = gestaltswitch, kan niet meer terug
Feyerabend: je kan gewoon een ander paradigma/traditie kiezen
Hoe van Feyerabend zijn epistemologie samen?
- Against method!
- Anything goes!
Against method!
Feyerabend is een groot van van de wetenschap en het is volgens hem ook een methode om kennis te verwerven.
Waar is hij dan tegen? –> waarneming is theoriegeladen en je hebt geen objectieve toegang tot de feiten alleen tot de subjectieve geconstrueerde feiten. Wetenschappers denken dat de feiten die ze ontdekken objectief zijn, maar dat hebben ze fout volgens Feyerabend. De kennis die we over feiten denken te hebben zijn eigenlijk ideeën net als Kuhn.
- Wetenschap heeft monopolie op kennisverwerving, maar dat klopt niet, je hebt enkel kennis van een bepaalde set van geconstrueerde feiten –> tegen het feit dat er één methode is die het monopolie heeft op kennisverwerving
Anything goes!
Je mag elke methode gebruiken die je maar wilt en wanneer je maar wilt. Alle methoden kunnen bron van kennis zijn –> ook Voodoo en toveren.
Methodologisch anarchisme = epistemologisch anarchisme, niet politiek.
Wetenschap van pseudo-wetenschap onderscheiden is dus niet belangrijk hier.
Als je de wereld wil begrijpen (doel van de wetenschap), dan is het vreemd om van tevoren restricties op te leggen –> je loopt risico van alles te missen.
Humanitaire houding = mensen geen beperkingen opleggen in hoe ze kennis moeten verwerven; mensen vrijlaten in hun denken.
Consequenties anarchisme van Feyerabend
-
Kennis is een zee van alternatieven
Kennis is geen kennis van objectieve feiten, die verschillende sets aan geconstrueerde feiten zullen met elkaar botsen, maar zijn allebei kennis. Er zijn dus oneindig veel alternatieven feiten en dus soorten kennis.
Inperkinge van onze denkvrijheid = wij krijgen in colleges niet geleerd hoe we met al de alternatieven iemand moeten helpen.
LET OP: niet alle methoden zijn wetenschappelijk, maar wel manieren om kennis te verwerven. -
Er zou vrijheid van methode in het onderwijs moeten zijn.
Vrijheid in het onderwijs –> kiezen van je methode. Er is helemaal niet democratisch gekozen voor de wetenschap in ons onderwijssysteem; scheiding staat en onderwijs.
3 problemen relativisme & constructivisme
-
Kuhns opvattingen
Mensen in andere paradigma’s spreken in andere talen volgens Kuhn; incommensurabiliteit = niet rationeel met elkaar te vergelijken, kunt niet met elkaar praten, want je bedoelt andere dingen. Maar waarom zouden we niet kunnen begrijpen van elkaar dat we iets anders bedoelen met woorden? -
Algemeen probleem:
Kennis van de geconstrueerde feiten, paradigma / tradities bepalen welke zinnen relatief daar aan waar zijn. **Zin wordt waar gemaakt door de gecontstrueerde feiten die daar aan vastzitten. Elke zin is dus waar afhankelijk van het paradigma waar in je zit; de feiten die daardoor geconstrueerd worden.
Dan klopt het dus niet dat alles relatief is (relativisme), want dan zou het in alle tradities waar moeten zijn. -
Moeten we wel willen kiezen voor voodoo op school?
Is de waarneming wel zo theoriegeladen, als dat niet zo is kunnen we de objectieve feiten wellicht wel achterhalen. Als je meer informatie hebt over wat een eend is of wat een konijn is, is de waarneming dan nogsteeds zo theoriegeladen? Je kunt je natuurlijk wel vergissen.
Constructivisme/relativisme te radicaal.
En de wetenschappelijke methode achterhaalt de objectieve feiten –> dus toch wetenschap van pseudo-wetenschap onderscheiden.
Oplossing volgens Lakatos
Kuhn –> beschrijft wetenschap = descriptief
Lakatos –> gaat weer opzoek naar een norm waar wetenschap aan moet voldoen = normatief.
Popper en Kuhn combineren; in de wetenschap wordt vooruitgang geboek en je kunt wetenschap en pseudo-wetenschap van elkaar onderscheiden.
Geschiedenis falsificationisme
Dogmatisch falsificationisme (Braithwaite) –> methodologisch falsificationisme (Popper) –> genuanceerd falsificationisme (Lakatos)
Dogmatisch falsificationisme
Van Braithwaite, voor Popper.
Uitgangspunten:
- elke wetenschappelijke theorie is feilbaar
- de empirische basis is onfeilbaar
- enkel op basis van empirische data kan je een theorie beoordelen
- wetenschappelijke groei gaat via het verwerpen van theorie op basis van (Waargenomen) feiten.
Problematisch want –> waarneming is theoriegeladen, dus er is geen onfeilbare empirische basis. Dit maakt falsificatie problematisch (want hoe weet je of je theorie die je nodig hebt voor observatie correct is).
Methodologisch falsificationisme
Van Popper.
- neemt theoriegeladenheid van de waarneming serieus
- maar het stelt ook dat de wetenschapper achtergrondtheorie kan accepteren
- dat maakt het mogelijk om empirische data te verwerven die eventueel strijdig is met de theorie die je onderzoekt.
Lakatos over theorie
je hebt 2 theorieën, allebei wetenschappelijke theorieën en vervolgens heb je dat wat je denkt dat je data is, welke theorie past het best bij de data? Je houdt een slag om de arm dat je data fout zijn.
Het is niet de theorie vs. empirische basis, maar theorie vs. theorie vs. empirische bais (Kuhn: paradigmawisseling vereist een alternatief).
Lakatos:
- Dit komt overeen met de geschiedenis van de wetenschap (Kuhn)
- Falsificatie van theorieën is mogelijk op basis van wat je denkt dat de feiten zijn, waardoor de normativiteit van de wetenschap is gered
Lakatos over wetenschappelijke verandering
HIj heet het over onderzoeksprogramma’s (geen paradigma’s) .
- bestaan niet alleen achter elkaar, ze bestaan ook naast elkaar en zijn ook te vergelijken (niet incommensurabel)
- Wetenschappers uit verscihllende onderzoeksprogramma’s praten met elkaar en proberen uit te zoeken wie er gelijk heeft (welke verklaring het beste is). Dit is een rationele vergelijking van theorieën, met als doel de beste theorie te vinden.
Heuristiek
Heuristiek = manier om via methodologische weg een antwoord op problemen te zoeken
Negatieve Heuristiek = wat je niet mag doen, je harde kern van je onderzoeksprogramma opgeven.
Positieve Heuristiek = wat je wel mag doen als je de harde kern niet mag opgeven –> dan zal je (om falsificatie te voorkomen) dus wel aan de gordel moeten sluiten als een voorspelling niet uitkomt.
je moet iets aan je hypothese veranderen.
Boederij met bomen er omheen
Als je iets tegekomt wat in conflict komt met een voorspelling –> geef je je hypothese voor die voorspelling op.
Progressief/degeneratief
Progressief onderzoeksprogramma = door aanpassing van de gordel (buitenkant OP), wordt de theorie complexer en krijgt steeds meer empirische meerinhoud. Als je nieuwe toegevoegde voorspellingen uitkomen –> meerinhoud, progressief.
Degeneratief onderzoeksprogramma = falsificeerbare hypothesen worden gefalsificeerd, dan pas je je gordel aan, worden ze weer gefalsificeerd.
Demarcatiecriterium = progressief onderzoeksprogramma