Hoorcollege 6: Thomas Kuhn Flashcards

1
Q

Constructivisme

A

(Feiten)
Theoriegeladenheid van de waarneming –> werkelijkheid wordt onze eigen constructie, afhankelijk van de theorie.
Wat wij als feiten beschouwen is dus
afhankelijk van onze theorie.

**constructivisme **= de feiten worden door ons gemaakt, objectieve feiten kunnen we niet kennen, we maken ze zelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Relativisme

A

Constructivisme gaat hand in hand met **relativisme ** = beweert dat als je constructivisme accepteert, dat wat waar is over de wereld, ook afhankelijk is van de theorie die je hebt. Want de wereld = de feiten, en die construeren we zelf.
De waarheid van een zin is realtief aan de geconstrueerde feiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wittgenstein I vs. Wittgenstein II

A

WI: de betekenis van een woord is afhankelijk van de referentie = picture theory of meaning. Alle woorden en zinnen die dus naar niks verwijzen, daar kun je helemaal niks van zeggen ‘bla bla’.
WII: betekenis van een woord is afhankelijk van de context en hoe het in die context gebruikt word = meaning is use.
Betekenis afhankelijk van een bepaald taalspel (met publieke regels), privétaal is dus onmogelijk. Is hij een relativist? = niet duidelijk, relativisten gingen wel aan de slag met zijn notie over het taalspel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Taalspelen / privétaal

A

Kennen publieke regels;
- privétaal is onmogelijk = kan slechts door één persoon begrepen worden, kan jij dus niet leren.
Wie hielden een privétaal voor mogelijk?
- Aantal empiristen –> Ja
- WII –> Nee ; context waarin woorden hun betekenis krijgen zijn publiek toegankelijk en kan je leren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Empiristisch argument voor privétaal

A

Premisse 1: betekenis afhankelijk van referentie (WI deelt deze premisse)
Premisse 2: psychologische termen verwijzen naar subjectieve toestanden; krijgen hun betekenis ook door referentie (interne mentale toestanden)
Premisse 3: Inverted spectrum (brandweerauto ervaring rood)
Locke: kleuren bestaan niet (als primaire eigenschappen, wel als secundair). Woord blauw –> verwijst naar mentale toestand van een blauw ervaring.
Ik weet helemaal niet of jij met jouw blauw/pijn hetzelfde bedoeld als ik. Hebben we dezelfde ervaring?, je kunt wel naar hetzelfde wijzen, maar dat betekent niet dat je dezelfde ervaring hebt en dat de woorden dus hetzelfde betekenen.
- Alleen ik weet waar mijn woorden naar verwijzen, alleen jij weet waar jouw woorden naar verwijzen (ervaring als bron van kennis).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Thomas Kuhn’s reactie op de Logisch Positivisten en Karl Popper

A

Hij verandert het project van de wetenschapsfilosofie voor zichzelf.
- Logisch Positivisten en Popper: zochten naar een norm voor wetenschap (normatief)
- Kuhn: wil beschrijven hoe de wetenschap zich ontwikkelt; hoe komen wetenschappelijke theorieën tot stand = descriptief.
–> zonder theorie is er enkel chaos van verschijnselen
Theorie = paradigma.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Schema veranderingen in de wetenschap (Kuhn)

A
  1. Voorwetenschappelijke periode
  2. Normale wetenschap (paradigma acceptatie)
  3. Abnormale wetenschap (vertrouwenscrisis in het paradigma)
  4. Revolutie (nieuw paradigma, terug bij 1.)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

0.Voorwetenschappelijke periode

A

Ongeorganiseerde verscheidenheid aan activiteiten; er is nog geen structuur, geen educatief verband of activiteit die de naam wetenschap zou verdienen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  1. Normale wetenschap
A
  • Er is een paradigma (theorie) geaccepteerd; die verteld je voor een deel hoe de wereld in elkaar zit. Binnen dit paradigma probeer je weer dingen op te lossen (puzzels) –> teken van volwassenheid volgens Kuhn.
  • Het paradigma is namelijk nooit af.

We gaan dus van paradigma naar paradigma , sommige paradigma’s sluiten elkaar uit (aarde plat/rond).
Volgens Kuhn: overgang van paradigma 1 naar paradigma 2 is geen geleidelijk proces maar een radicale breuk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

2.Abnormale wetenschap

A

Teveel problemen –> vertrouwenscrisis, je vertrouwt je paradigma niet meer = het begin van abnormale wetenschap.
Hoe sluit je die periode af?
- 1e manier: problemen oplossen die het vertrouwen herstellen
- 2e manier: via een wetenschappelijke revolutie –> accepteren van een ander paradigma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

3.Wetenschappelijke revolutie

A

Een crisis verergert zich als er een nieuw paradigma ontstaat, het nieuwe paradigma is niet verenigbaar met het oude paradigma = rivaal.
- Je kunt pas van paradigma wisselen als er een alternatief is; geen vooruitgang maar verandering.
- Wisselen van paradigma is GEEN kennis! –> het is alleen maar verandering
- Groei van kennis is alleen mogelijk binnen een paradigma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kenmerken revolutie

A

Verandering van het systeem is het doel.
Verschil in discours (valt niet met de ander te praten).
Revolutie geslaagd = wanneer de meerderheid het paradigma accepteert, de mensen die achterblijven zullen buiten de nieuwe wetenschappelijke gemeenschap worden gesloten.
Incommensurabiliteit = verschillende paradigma’s zijn niet rationeel te vergelijken, je praat in een ander taalspel, betekenis en referentie van woorden is veranderd.
Logisch positivisten: we verschillen van mening maar kunnen er wel over praten.
Kuhn: verschillen van mening maken de discussie onmogelijk, ander paradigma veronderstelt een andere wereld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Paradigma wisseling

A

Net een gestalt switch, je kunt niet meer terugswitchen, lijkt eerder op een religieuze bekering.
Theorie van zo’n paradigma bepaalt wat je ziet –> ze leven in een andere wereld.
Kuhn: de theorie bepaalt niet wat je ziet, maar bepaalt wat er is. Wetenschappers zien niet iets als iets anders ,ze zien het gewoon, door de theorie die wetenschappers hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verbetering

A

Ene paradigma is niet beter dan het andere, alleen maar anders.
Een verbetering zou namelijk zijn:
het nieuwe paradigma beschrijft de objectieve werkelijkheid zoals die is beter, maar dat kan je niet weten, je hebt geen toegang tot de objectieve wereld. Geen toegang tot de neutrale objectieve feiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Toch een demarcatiecriterium?

A

Kuhn beschreef de ontwikkeling van de wetenschap, hieruit kunnen we toch een demarcatiecriterium halen;
- Echte wetenschap heeft een paradigma! (aannames/methodes/theorieën)
Psychologie?
- David Palerma: ja de psychologie is een volwassen wetenschap; eerste paradigma was het introspectionisme, zelfs een crisis meegemaakt. Revolutie kwam met het behaviourisme.
- Neil Warren: Dit klopt niet, vrijwel iedereen moet het paradigma accepteren, wetenschappers werken samen in één discipline.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly