HOORCOLLEGE 6 Flashcards

1
Q

Remedie bij compensatie

A

Schadevergoeding (=zowel schade uit wanprestatie en OD 6.1.10 BW)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Remedie bij genoegdoening

A

verklaring voor recht (= vaststellen dat iemand iets verkeerd heeft gedaan, is vaak al genoeg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Remedie bij preventie

A

Rechterlijk verbod

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Immateriele schadevergoeding remedie

A

Smartengeld - beoogd naast schadevergoeding ook genoegdoening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Rechterlijk gebod

A

herstel van de toestand vóór onrechtmatigheid in natura (bv rectificatie van een onrechtmatige geachte uitlating)
-kan ook voor genoegdoening zorgen (bv. erkenning dat de benadeelde in haar goede naam is geschaad)
-kan ook bijdragen aan preventie (bv. Urgenda 2019)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Beginselen van schadevergoedingsrecht?

A
  1. Voorkomen is beter dan genezen: pre-delictuele fase (=voor aansprakelijkheid)
    2.Voorkom erger: post-delictuele fase
    3.Herstellen is beter dan betalen
  2. Volledige vergoeding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Beginsel Voorkomen is beter dan genezen

A

▪ art. 6:2 BW (R&B) en 6:162 BW (OD) → ) op basis waarvan kan worden verlangd dat iemand die een risico in het leven roept voor een ander eigenlijk dat risico vooraf probeert te voorkomen, althans proberen te beheersen en te minimaliseren + HR kelderluik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Beginsel Voorkom erger

A

▪ Schadebeperkingsplicht bij de benadeelde ; art. 6:101 BW (eigen schuld)
o Complement in art. 6:96 lid 2 sub a BW (bereddingskosten).
▪ beperking ook bij de dader! HR 18 juni 1993, NJ 1994, 347 (Gedwongen AIDS-test) -> preventie - OD

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

beginsel Herstellen is beter dan betalen

A

→ rechter kan dus een andere vorm dan schadevergoeding van geld toekennen - 6:103 BW als herstel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

▪ HR Rijnstate/Reuvers:

A

“als uitgangspunt voor de berekening van de
omvang van een wettelijke verplichting tot schadevergoeding dient
dat de benadeelde zoveel mogelijk in de toestand moet worden
gebracht waarin hij zou hebben verkeerd indien de
schadeveroorzakende gebeurtenis zou zijn uitgebleven”;

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

▪ HR Johanna Kruidhof:

A

“Wanneer iemand ten gevolge van een
gebeurtenis waarvoor een ander aansprakelijk is ernstig letsel
oploopt waarvan het herstel niet alleen ziekenhuisopname en medische ingrepen vergt, maar ook intensieve en langdurige
verpleging thuis, is de aansprakelijke van aanvang af aan verplicht de gekwetste in staat te stellen zich van die noodzakelijke
verpleging en verzorging te voorzien”.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Beginsel van volledige vergoeding

A

▪ Maar uitzonderingen = . art. 6:109/110 (matigen en wettelijke limitering) , art. 6:100 BW en nog meer..

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat precies is schade als definitie?

A

▪ “vermindering in een object” (Hartlief e.a. 2021, nr. 200); of
▪ “nadeel als gevolg van een fout” (Tjong Tjin Tai 2017, p. 7)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Schade als in art 6:95

A

▪ Art. 6:95 BW: schade = vermogensschade en ander nadeel voor zover de wet dat bepaald (immateriële schade)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vermogensschade

A

art 6:96 = geleden verlies + gederfde winst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Personen schade

A

Letselschade en overlijdensschade

17
Q

Zaakschade

A

schade door beschadiging of vernietigingzaak (herstel- en vervangingschade)

18
Q

Zuivere vermogensschade

A

Bv oneerlijke concurrentie, vertragingsschade

19
Q

Speciale categorieën van vermogensschade Art. 6:96 lid 2 BW

A

a) Bereddingskosten; (=Dat zijn de kosten van de benadelen ter voorkoming of beperking van de schade die hij of zij lijdt.)
b) Administratie- en expertisekosten; (=kosten van de benadelen ter vaststelling van de schade, deskundige)
c) Buitengerechtelijke incassokosten (=kosten die de benadeelde maakt om de schade vergoed te krijgen, zoals de kosten van een ingebrekestelling)
➢ Dubbele redelijkheidstoets
➢ Proceskostenveroordeling? (lid 3) ⇒ Uitgangspunt daar is dat niet alle proceskosten, dus salaris van de advocaat of de griffierechten vergoed worden

20
Q

verplaatste schade

A

Art. 6:107 lid 1, onder a BW en art. 6:107a BW
▪ Kosten betaald door derden die normaal de benadeelde betaald
▪ HR 28 mei 1999, NJ 1999/564 (Johanna Kruidhof): kosten verzorging en verpleging wel, kosten gebruikte vakantiedagen niet (nu anders)
▪ Per 2019: via art. 6:107 BW vorderen als ‘naasten’

21
Q

Vergoeding van immateriele of ideele schade

A

smartengeld
▪ “…voor zover de wet op vergoeding hiervan recht geeft” → Art. 6:106 BW
a) Oogmerk (opzet) toebrengen van immaterieel leed
b) Lichamelijk letsel, in eer of goede naam geschaad, of ‘op andere wijze’ in zijn persoon aangetast (!!)
c) Aantasting van de nagedachtenis van een overledene

22
Q

Omvang van immateriële (of ideële) schadevergoeding?

A

▪ Naar billijkheid (ex aequo et bono) → geen Amerikaanse toestanden

23
Q

ECLI:NL:HR:2019:376 (EBI)

A

schadevergoeding in aanvulling - immateriële schade -> geestelijke letsel (HR: kunnen de aard en de ernst van de norm schending en de gevolgen daarvan voor de benadeelden meebrengen dat van deze aantasting in de persoon sprake kan zijn → ernstige gevolgen nodig)

24
Q

Aardbevingsschade Groningen

A

Gederfd woongenot is vermogensschade ex 6:95 BW. → dat onstoffelijk voordeel dat niet is genoten is vermogensschade → aantasting van woongenoot → alle kosten die hieronder vallen zijn tevergeefse kosten

25
Q

Pollen/Linssen); (beperkt gebruik van een jacht)

A

→ wanneer het onstoffelijk voordeel van de benadeelde wel is ontgaan, dan is er wel een aanspraak op het gemiste genot

26
Q

Schadebegroting artikel

A

(art. 6:97 BW)
“De rechter begroot de schade op de wijze die het meest met de aard ervan in overeenstemming is. Kan de omvang van de schade niet nauwkeurig worden vastgesteld, dan wordt zij geschat.”

27
Q

Uitgangspunt schadebegroting

A

▪ Uitgangspunt: concrete schadebegroting (de regel + uitgangspunt = specifiek gericht + corrigerende rechtsvaardigheid)

28
Q

Uitzondering bij schadebegroting?

A

▪ Uitzondering: abstracte schadebegroting (losbreken van individuele omstandigheden)

29
Q

Reaal/Athlon (uitzondering schadebegroting)

A

De aard van zodanige schade rechtvaardigt dat de rechter bij het begroten daarvan in beginsel abstraheert van omstandigheden die de bijzondere situatie van de benadeelde eigenaar betreffen.

30
Q

Bijzondere wijze van schadebegroting:

A

art. 6:104 BW
▪ Winstafdracht → Veroorzaker van een onrechtmatige gedraging en daarmee schade veroorzaakt. Die kan daarmee hebben geprofiteerd → moet worden afgedragen aan benadeelde

31
Q

▪ Toekomstige schade?

A

art. 6:105 BW
▪ (i) uitgesteld of (ii) bij voorbaat gaan begroten (ineens geleverd of periodiek verplichting)
▪ Lastig geval: zeer jeugdige kinderen.
▪ De Amsterdamse benadering (broer als referentiepunt)
▪ De Zwolse benadering (ƒ 250.000,- in fonds ten titel van immateriële schadevergoeding);
▪ “Wat nu?” in plaats van “wat als?” → Herstelgerichte benadering

32
Q

Affectieschade

A

▪ Genoegdoening voor naasten en nabestaanden
▪ Secondary victims / victimes par ricochet

33
Q

Rijnstate/Reuvers

A

Affectieschade
Als uitgangspunt voor de berekening van de omvang van de wettelijke verplichting tot schadevergoeding dient dat de benadeelde zoveel mogelijk moet worden gebracht in de toestand waarin hij zou hebben verkeerd indien de schadeveroorzakende gebeurtenis zou zijn uitgebleven

34
Q

Johanna Kruidhof

A

De redelijkheid brengt in een dergelijk geval mee dat het de rechter vrijstaat bij het beantwoorden van de vraag of het kind vermogensschade heeft geleden en op welk bedrag deze schade moet worden begroot, te abstraheren van de omstandigheden dat die taken in feite niet door dergelijke hulpverleners worden vervuld, dat de ouders jegens het kind geen aanspraak op geldelijke beloning voor hun inspanningen kunnen doen gelden, en dat zij -zoals hier- in staat zijn die taken te vervullen zonder daardoor inkomsten te derven. (…)
–. vergoeding verplaatste schade

35
Q

Regeling voor affectie schade

A

▪ Uitbreiding met lijst van “naasten” in geval van ernstig blijvend letsel (art. 6:107 BW) en overlijden (art. 6:108 BW)
▪ Zelfstandig recht op schadevergoeding

36
Q

aansprakelijkheid voor schending van
fundamentele rechten (art. 2, 6 en 8 EVRM), ook zonder directe
materiële schade.

A

▪ HR 15 maart 2019, NJ 2019/162 (EBI-arrest);
▪ HR 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2006 (Urgenda)
▪ HR 19 juli 2019, RvdW 2019/914 (Aardbevingsschade Groningen)