Hoorcollege 5 Flashcards
Aansprakelijkheid voor kinderen onder 14 jaar artikel
Art. 6:169 lid 1 BW
–> is degene die het ouderlijk gezag of de voogdij over het kind uitoefent, aansprakelijk.
–> risico aansprakelijk heid van de ouders MAAR rekenen met de fout van een kind (oftewel als een ouder dit had gedaan, was er dan ook een OD geweest?)
Sneeuwbal (6:169 lid 1 BW)
6:164 en 6:169 zijn complementair
De Hoge Raad stelt dat de hypothetische maatstaf in artikel 6:169 BW meebrengt dat beoordeeld moet worden of de gedraging een onrechtmatige daad zou opleveren indien verricht door een volwassene. Daarbij wordt dus afstand genomen van de jeugdige leeftijd van het kind dat de gedraging heeft verricht.
Nalaten een functie bij kinderen onder 14?
NEE, want dan is er geen gedraging
HR (Struikelende broodbezorger)
lid 2 van 6:169 - regime bij 14-15 jarigen
ander regime bij 14-15 jarigen → kind én ouder aansprakelijk
▪ Disculpatiemogelijkheid ouder = Zijn ook de ouders aansprakelijk, tenzij zij bewijzen dat hen niet kan worden verweten dat zij de gedraging niet hebben belet / niet voorzienbaar of voorkombaar + omgekeerde bewijslast
▪ Onderlinge draagplicht? - grondslag aansprakelijkheid
Artikel aansprakelijkheid voor ondergeschikten
6:170 1 BW
Wat zijn de grenzen binnen aansprakelijkheid voor ondergeschikten?
▪ Art. 6:102(1) PETL
“A person is liable for damage caused by his auxiliaries acting within the scope of their functions provided they violated the required standard of conduct.”
▪ Ruime grenzen
▪ Buiten de opdracht (zoals criminele activiteiten)
▪ Catholic Child Welfare Society v The Institute of the Brothers of the Christian Schools & Others [2012] UKSC 56
▪ Buiten werktijd/personeelsuitjes
▪ HR 9 november 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA7557 (Groot Kievitsdal)
Wat betekent in dienst zijn? voor ondergeschikten?
▪ Arbeidsovereenkomst is niet nodig
Aansprakelijkheid van ouders voor kinderen (art. 6:164 en 6:169 lid 1 BW
vereisten)
Actief doen
Abstraheren van de leeftijd van het kind
(daadwerkelijk inwonen van het kind is niet noodzakelijk)
Bij kinderen van 16 en ouder kwalitatieve aansprakelijkheid?
Bij kinderen van 16 en ouder geldt geen kwalitatieve aansprakelijkheid. Wel is er een
beroep op art. 6:162 BW mogelijk jegens de ouders als er sprake is van uitlokking of
aanmoediging van de onrechtmatige gedraging van het kind.
Uitgeleende ondergeschikten aansprakelijkheid?
HR 7 januari 1983, NJ 1984/607, HR 9 juli 2004, NJ 2005/391
→ waar uitlener niet aansprakelijk is = daar waar hij iedere zeggenschap heeft weggegeven
anders = inlener en uitlener
Aansprakelijkheid voor werkgevers voor hun werknemers (hierbij is art. 6:170 BW van
toepassing, vereisten =
Ondergeschikte (vrijwilligers vallen hier ook onder)
Fout het moet hierbij gaan om een toerekenbare onrechtmatige daad (gedraging,
onrechtmatigheid en toerekenbaarheid)
Functioneel verband tussen de fout van de werknemer en de vervulling van de taak. Dit
vereiste valt uiteen in 2 voorwaarden: kans vergroting en juridische zeggenschap (HR
Kievitsdal)
Kans vergroting –> de kans op de fout moet zijn vergroot door de aan de ondergeschikte
gegeven opdracht tot het verrichten van de taak. Ook fouten buiten de opgedragen
werkzaamheden vallen hieronder.
De werkgever moet zeggenschap kunnen uitoefenen.
Tenzij clausule bij art 6:170 BW
In beginsel is de werkgever aansprakelijk voor fouten jegens derden van de werknemer. Dit
zit echter anders indien er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid vanuit de
werknemer.
Functies van aansprakelijkheid voor personen:
Bescherming van de benadeelde tegen insolventie van de pleger
Kanaliseren van kosten naar degene die profiteert (profijtbeginsel)
Preventie (least cost avoider)
oudejaarsrellen
nog geen antwoord
HR Pollemans/Hoondert (7:658)
Van bewust roekeloos handelen van de werknemer is pas sprake, indien deze zich
tijdens het verrichten van zijn onmiddellijk voorafgaande gedraging van het roekeloos
karakter van die gedraging daadwerkelijk bewust is. moet er een causaal verband
bestaan tussen het ongeval en het tekortschieten van de werkgever in het treffen van
voldoende veiligheidsmaatregelen, tenzij de werkgever aantoont dat de
veiligheidsmaatregelen die redelijkerwijs van hem konden worden gevergd, het ongeval
niet zouden hebben voorkomen.