HOORCOLLEGE 2 Flashcards
Wanneer is een gedraging onrechtmatig? (OD)
- Art. 162 lid 2 BW: 3 gevallen:
o inbreuk op een recht;
o in strijd met de wettelijke plicht
o In strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid.
Wanneer kan die gedraging toe worden gerekend?
–> Als de dader schuld heeft
–> Als een oorzaak welke krachtens de in het verkeer geldende opvattingen voor rekening van de dader komt
Rechtspersoon (OD)
Ja, door een formeel bevoegd orgaan of een niet-formeel bevoegd orgaan die naar maatschappelijk verkeer als gedragingen van die rechtspersoon hebben te gelden.
De 2 beginselen van aansprakelijkheidsrecht
(a) berokken de ander geen schade,
(b) ieder draagt zijn eigen schade;
Inbreuk op het recht
Vereist is de schending van een subjectief recht van een ander. Soorten
subjectieve rechten:
Absolute vermogensrechten die rusten op een goed en andere absolute
vermogensrechten
Persoonlijkheidsrechten bijvoorbeeld recht op persoonlijke levenssfeer
Wanneer er enkel sprake is van een nalaten, kan van een inbreuk op een
subjectief recht geen sprake zijn.
HR: zwiepende tak
HR zwiepende tak (rechtsinbreuk)
bij vernieling of beschadiging van zaken,
letsel of overlijden en hinder in ieder geval tevens een zorgvuldigheidstoets is
vereist.
In strijd met wettelijke plicht
Hoofdregel = indien bij een schadeveroorzakende gedraging een wettelijke
plicht/norm geschonden is, de onrechtmatigheid van die gedraging in beginsel
gegeven is. Ook valt handelen zonder daartoe een vereiste vergunning binnen
deze categorie.
HR 31 januari 1919 (Lindenbaum/Cohen)
Maatschappelijke zorgvuldigheid
→ enige die zijn basis vindt in ongeschreven recht
–> Eiser bewijst, soms res ipsa loquitur = de zaak spreekt voor zich
–> Beleid binnen maatschappelijke organisaties is belangrijk voor het bewijs
Gezichtspunten aannemen aansprakelijkheid bij gevaarzetting (Kelderluik)
–> Ingangsvoorwaarde: gevaar moet kenbaar zijn (HR Taxusstruik)
1. De mate van waarschijnlijkheid waarmee de niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid kan worden verwacht
2. Aard en omvang van de gevreesde schade
3. De waarschijnlijkheid dat deze schade zich als gevolg van bepaald gedrag zal voordoen
4. De aard van de gedraging
5. De bezwaarlijkheid in termen van kosten, tijd en moeite voor het nemen van voorzorgsmaatregelen
🡪 Zwaardere eisen voor aannemen aansprakelijkheid in een sport-en-spel situatie
Gronden van aansprakelijkheid:
- Onrechtmatige daad;
- Toerekenbaarheid;
- Causaliteit (conditio sine qua non).
overheersend perspectief?
Deontisch perspectief : aansprakelijkheidsrecht als systeem en praktijk van compensatie onrecht (“ben ik mijn broeders hoeder?”);
* HR 28 juni 2013, NJ 2013/366 (bon futuro);
Aantasting in de persoon types
- Leven en gezondheid: HR 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2006 (Urgenda)
- Eer en goede naam, privacy: Carolina von Hannover, Syri – risicoprofileringssysteem, koppelt digitale bestanden, sleepnet?
- “andere aantasting in de persoon” - immaterieel (art. 6:106, ; lid 2 onder b, BW:
geestelijk letsel, achterwege blijven van bescherming tegen bedreiging (Groninger oudejaarsrellen), inbreuk zelfbeschikkingsrecht (baby Kelly).
2 factoren voor toerekenbaarheid
- Schuld
- Risico
Wat is schuld?
o Verwijtbaar > anders kunnen en moeten handelen
o Persoonlijke omstandigheden > kennis, kunde, ervaring
Wat is risico? Optie 1
krachtens de wet voor rekening van de dader:
o art. 6:164 BW: < 14 jaar
o art. 6:165 BW: geestelijke of lichamelijke tekortkoming, mits een actieve gedraging (HR 29 januari 2016, ECLI:NL:HR2016:147, NJ 2016/167) → die geestelijke tekortkoming staat niet aan de toerekening in de wet en dat is een belangenafweging die de wetgever gemaakt heeft.