Hoorcollege 4 Flashcards

1
Q

Left-brain right-brain mythe

A

Het idee dat mensen linksbreinig of rechtsbreinig zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Lateraliteit

A

Het idee dat beide hemisferen verschillende functies hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zorgt voor de integratie tussen beide hemisferen?

A

Het corpus callosum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is kenmerkend voor de linkerhemisfeer?

A

Produceren en begrijpen van taal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is kenmerkend voor de rechterhemisfeer?

A

Waarnemen en samenvoegen van non-verbale informatie, zoals muziek of gezichtsuitdrukkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke hemisfeer heeft meer grijze stof, in relatie tot witte stof?

A

De linkerhemisfeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke factoren beïnvloeden de lateralisatie?

A

Omgevings- en genetische factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke van de twee hemisferen is groter?

A

de rechterhemisfeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Distributie neurotransmitters

A

Verschillen in neurotransmitters; verschilt per gebied, maar ook hoe het per gebied verdeeld is over links en rechts. Bijvoorbeeld verschillen in neurale dichtheid in het gebied van Broca

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Neurale asymmetrie

A

Hoeveelheid dendritische uitlopers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke kant van Broca’s gebied heeft meer uitlopers?

A

De linkerkant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Genetische asymmetrie

A

Epigenetische veranderingen hebben verschillend effect op beide hemisferen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Op welke hoofdcategorieën kun je testen op asymmetrie?

A
  1. Asymmetrie in neurologische patiënten
  2. Gedragsonderzoek in het intacte brein
  3. Neuroimaging en asymmetrie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke onderdelen vallen onder asymmetrie in neurologische patiënten?

A
  • Brain stimulation
  • Patiënten met geliberaliseerde laesies
  • Commissurotomie patiënten
  • WADA test
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat wordt gebruikt tijdens operaties voor bijvoorbeeld epilepsie of hersentumoren?

A

directe elektrische corticale stimulatie (mapping)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat gebeurt er als je de rechter hemisfeer elektrisch stimuleert?

A

ervaring-activatie, dagdromen

17
Q

Wat gebeurt er als je de linker hemisfeer elektrisch stimuleert?

A

Versnellen van spraakproductie na hersenstimulatie

18
Q

Blokkering functie

A

Wanneer een gebied relatief geblokkeerd wordt aan 1 zijde, betekent dit dat het gebied juist daar belangrijk is, dit duidt op asymmetrie

19
Q

Blokkade links front-temporaal

A

Spraak onderbroken

20
Q

Blokkade rechts temporaal-pariëtaal

A

Verstoort visuospatiële waarneming, gezichtsherkenning en het korte termijngeheugen

21
Q

Linkerkant unilaterale laesie

A

problemen met (verbaal) geheugen, dus de taal is aangedaan

22
Q

Rechterkant unilaterale laesie

A

Slecthe performance IQ, non-verbaal geheugen en dingen natekenen. Hierbij is dus voornamelijk het non-verbale stuk aangedaan

23
Q

Commissurotomie

A

Het corpus callosum is doorgesneden, waardoor je twee onafhankelijke hemisferen creëert -> split-brain patiënten

24
Q

Wat doet de WADA test?

A

Het platleggen van 1 hemisfeer

25
Q

Wat is de uitkomst van de WADA test?

A

Ongeveer 95% van de rechtshandigen en 70% van de linkshandigen hebben een linkerhemisfeer dominantie voor spraak. Taal is dus voornamelijk links gelokaliseerd

26
Q

Waarom wordt er een WADA test ingezet?

A

Om er zeker van te zijn dat de taalgebieden niet worden aangetast bij operaties

27
Q
A