Hoorcollege 2 Flashcards
De nieuwe methode van Bacon
- Stelt dat we onze vooroordelen moeten laten varen
- Gebruik van empirische methode, dus experimenteren mag.
3.Gebruik inductie (op andere manier).
Vooroordelen opgeven
Er is een aantal hardnekkige epistemologische vooroordelen. Nu zouden we deze biases noemen. Deze staan in de weg bij het proberen te verwerven van kennis.
4 typen vooroordelen (Bacon)
Idols of the tribe, idols of the cave, idols of the marketplace en idols of the theatre
Idols of the Tribe
Idola tribus: Typisch menselijke denkfouten, zoals optische illusies. Vb. confirmation bias, zon gaat onder, orde en regel zijn waar het niets is.
Idols of the Cave
Idola specus: Vooroordelen die we hebben omdat we tot een bepaalde (cultuur) groep horen. Vb. extreem voorkeur voor vroeger of juist vernieuwing –> voorkomen worden.
Idols of the Marketplace
Idola fori: Vooroordelen die we hebben omdat we erover kunnen praten. Zoals geluk, toeval, het element vuur, heks of elan vital (levenskracht).
Idols of the Theatre
Idola theatri: Vooroordelen die we hebben omdat autoriteiten zeggen dat ze kloppen. Bv. Aristoteles.
Inductie bij Bacon
Mix van waarneming & verstand. Bacon vind dat Ari het inductieprobleem niet serieus neemt. Bacon probeert weerlegging te zoeken van de algemene conclusie.
Bacon
Empirist met rationalistisch element. Was tegen dat er geen experimenten gebruikt mochten worden.
Descartes
Rationalist (niet radicaal), hij wilde zekere kennis. Gelooft niet in ideeën wereld van Plato.
Michel Montaigne
Scepticus waarvan twijfel komt: wat weet je zeker? Je kunt ook niet weten dat je niets weet dus daarom deze vraag. Weegschaal van kennis is altijd in balans met voor- en tegen argumenten. Dus weet je weet nooit iets zeker.
1e methode Descartes
Radicale twijfel: Ik denk, dus ik ben. Cogito ergo sum.
1) leraren zijn onbetrouwbaar
2) Zintuigen zijn onbetrouwbaar
3) Een malin genie houdt je wellicht voor de gek (zit in The Matrix), Heb je wel een lichaam?
Dus rationalistisch fundament voor kennissysteem.
2e methode Descartes
Helder & duidelijk inzicht: Alles wat ik helder en duidelijk zie is waar. Hierdoor kom je van de malin genie af. Conclusie: god bestaat en is goed, god bedriegt ons niet dus fysische wereld bestaat.
Ingeboren ideeën Descartes
Ideeën kunnen ingeboren zijn maar niet alle ideeën zijn ingeboren.
3 soorten ingeboren ideeën
1) Ingeboren ideeën (god)
2) Verworven ideeën (zon, maan)
3) Verzonnen ideeën (Pegasus: vliegend paard)
Descartes’ optimisme
Begint met methode scepticus: radicale twijfel. Dan ontdekt Cogito en vervangt hij de scepticus methode door zijn rationalistische methode (helder en duidelijk inzicht). Dus is hij optimistisch over het kunnen hebben van echte kennis.
Newton (vs Descartes)
Beiden zagen ze de wereld als een grote machine. Newton ontdekte natuurwetten die de toekomst voorspelden en die uitkwamen.
John Locke
Empirist (geeft reactie op Descartes):
A. Verwerping ingeboren ideeën
B. Formulering empiristische principe
C. Categorisering der ideeën
D. Ideeën zijn onderscheiden van kwaliteiten
Verwerping van ingeboren ideeën
Empirisme kan geen ingeboren ideeën accepteren. Baby’s kunnen niet ideeën vertellen dus die zijn verworven. 3 universele principes van nativisme kloppen niet.
3 universele principes bij verwerping van ingeboren ideeën
- Dat wat is, is.
- Het is onmogelijk tegelijk te zijn en niet te zijn.
- Morele principes
Eerste en tweede niet bij kinderen en dwazen en derde is verschillend bij culturen, dus niet aangeboren.
Formulering empiristisch principe
We verwerven kennis door ervaring; waarneming en reflectie (interne waarneming).
Indeling van de ideeën
Enkelvoudige ideeën: Dingen die je niet kan splitsen, bv kleur of zoet.
vs
Complexe ideeën: Dingen die je wel kan splisten, zoals stad kun je splitsen in vormen, bewegingen etc.
Probleem: idee van substantie, iets wat opzichzelf kan staan en drager van eigenschappen. Kun je niet waarnemen, maar kun je alleen redeneren.
Locke onderscheidt ideeën van kwaliteiten
Primaire kwaliteiten: eigenschappen van de dingen zelf onafhankelijk van de waarnemer, zoals de tafel is 3 meter.
Secundaire kwaliteiten: eigenschappen die wel afhankelijk zijn van een waarnemer. bv. het is koud hier, want 15 graden is voor sommige koud en voor anderen warm.
George Berkeley
Empirist, zijn is waargenomen worden (esse est percipi). Dit geldt ook voor primaire eigenschappen, dus alle primaire eigenschappen zijn secundaire eigenschappen.