Hoorcollege 11 Flashcards
1
Q
Belangrijkste onderdelen van het motorsysteem
A
- grote hersenen
- hersenstam
- ruggenmerg
2
Q
frontaal kwab - beweging produceren
A
- planning - prefrontale cortex
- organisatie - premotorische cortex
- uitvoering - primaire motorische cortex
3
Q
motor sequenties
A
reeks voorgeprogrammeerde bewegingen die uitgevoerd worden als 1 set
4
Q
het belangrijkste van motorisch leren
A
= het aanleren van motorsequenties
5
Q
Basale ganglia
A
werkt als een soort volume knop
6
Q
het cerebellum, kleine hersenen (beweging)
A
timing en accuratesse, kritisch aanleren van motor skills
7
Q
Somato-sensorisch
A
onbehaarde plekken = gevoeliger
behaarde plekken = minder gevoelig
Huidtype bepaald het aantal receptoren
8
Q
3 systemen van het somatosensorische systeem
A
- nociceptie -> irritatie (pijn, jeuk, temperatuur)
- hapsis -> druk (aanraking, druk zin)
- proprioceptie -> spierfeedback (perceptie van lichaamslocatie en beweging)
9
Q
Snel adapterende receptoren
A
activeren neuronen wanneer stimulatie begint en eindigt
10
Q
langzaam adapterende receptoren
A
activeren neuronen zolang de stimuli aanwezig is
