Hoorcollege 1 Flashcards

1
Q

Merk

A

organisationeel perspectief: “Een naam, term, teken, symbool of ontwerp, of een combinatie hiervan, bedoeld om de goederen of diensten van een verkoper of groep verkopers te identificeren en deze te onderscheiden van die van een concurrent”

gebruikersperspectief (co-creatie): “Een merk is een ontastbaar symbool met een betekenis die wordt gegeven door betrokken partijen en de omgeving waarin het merk zich bevindt. Het helpt mensen om hun identiteit of hoe ze gezien willen worden, uit te dragen naar anderen.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

product brand

A

Een product brand is een merk dat specifiek is ontwikkeld en gepositioneerd rondom een individueel product of productlijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

corporate brand

A

Een corporate merk is het overkoepelende merk dat de identiteit en reputatie van een organisatie als geheel vertegenwoordigt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

merkelementen

A
  • brand name (verbaal: de naam die mensen uitspreken of opschrijven als ze het merk benoemen)
  • brand mark (visueel: logo, symbool, teken, of specifiek ontwerp zijn dat een merk vertegenwoordigt zonder tekst te gebruiken )
  • trade mark (TM: juridisch beschermd)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

merkbeleid (branding)

A

Organisatie/product/dienst onderscheiden van de concurrent d.m.v. een merk > unieke positie verkrijgen in het hoofd van de consument.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

brand-added value

A

De extra waarde die een merk toevoegt. Het is de perceptie van meerwaarde die klanten aan een merk toekennen, gebaseerd op factoren zoals merkbekendheid, reputatie, kwaliteit, emotionele connectie en merkervaring.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

marketing

A

het proces van plannen en uitvoeren hoe producten, diensten of ideeën worden ontwikkeld, geprijsd, gepromoot en geleverd, zodat ze waarde creëren en ruil mogelijk maken, terwijl zowel klantbehoeften als organisatiedoelen worden vervuld.

→ Bij marketing draait het om het vermarkten van ideeën, goederen en diensten. Marketing is het hele proces van het bedenken van het product tot het in huis bij de consument ligt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

marketingmix

A

De marketingmix bestaat uit de vier elementen (de 4 P’s) die bedrijven gebruiken om hun producten of diensten effectief in de markt te zetten:
* Product: Wat wordt aangeboden aan de klant, inclusief kwaliteit, ontwerp, functies en merk.
* Prijs: Wat klanten betalen, inclusief strategieën zoals kortingen of premiumprijzen.
* Plaats: Waar en hoe het product beschikbaar is, zoals winkels, online platforms of distributiekanalen.
* Promotie: Hoe klanten worden geïnformeerd en overtuigd, via reclame, social media, acties en publiciteit.
Deze mix wordt afgestemd op de doelgroep en marktstrategie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

marketingcommunicatie

A

Alle middelen waarmee het bedrijf communiceert met zijn doelgroepen en belanghebbenden om zijn producten, diensten of het bedrijf als geheel te promoten.

> het proces waarbij organisaties en doelgroepen met elkaar interacteren

Branding (merkbeleid) is een integraal onderdeel van alle vormen van marketingcommunicatie. Marketingcommunicatie is het belangrijkste branding instrument.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

reclame

A

(Massa)communicatie waarbij de zender de opinie, houding of het gedrag van de ontvanger (de consument) wil beïnvloeden ten gunste van een product of dienst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

online marketingcommunicatie

A

Dit zijn alle vormen van marketingcommunicatie die gebruik maken van het internet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

sponsoring

A

ter beschikking stellen van (financiele) middelen voor een activiteit of evenement, in ruil voor organisationele publiciteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

merkactivatie

A

Gericht op het direct betrekken en activeren van de doelgroep
- sales promotie: tijdelijke promotie om direct de verkoop te stimuleren
- point-of-purchase communicatie: marketingcommunicatie in de fysieke winkelomgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

thema/imago-communicatie

A

beïnvloeden van koopgedrag via kennis en attitude

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

actiecommunicatie

A

directe beïnvloeding van koopgedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly