Hoofstuk 10: internationale handel Flashcards

1
Q

waarom doen landen aan internationale handel

A

voor beide voordelen uit te krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

2 nadelen van internationale handel

A

brain drain

milieu- en energieproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is wisselmarkt en een gevolg daarvan

A

de wisselmarkt = het geheel van vraag en aanbod van 2 verschillende valuta

gevolg: het ontstaan van een prijs op de wisselmarkt = wisselkoers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is een bied- en laatkoers

A

biedkoers = de prijs die banken betalen voor munten te kopen

laatkoers = de prijs die banken vragen voor munten te verkopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

op welke 2 manieren kan je de wisselmarkt opdelen

A

tussen cliëntenmarkt en interbankenmarkt

of

contantmarkt en termijnmarkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat gebeurd er bij wisselmarktonevenwicht + leg uit

A

arbitrage + arbitrage is een strategie waarbij de handelaar winst haalt uit kleine prijsverschillen tussen gelijke of verschillende activa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

op welke 2 manieren kunnen koersen worden uitgedrukt

A

met de vaste notatie van het binnen- of buitenland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe komen koersen tot stand

A

door de vaag en het aanbod van een vreemde valuta:

de vraag naar valuta is een afgeleide vraag en het aanbod van valuta is een afgeleid aanbod

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

3 voorbeelden van welke partijen een bepaalde valuta aanvragen bv. USD

A

importeurs van goederen en diensten van buiten de eurozone

betalen van primaire inkomens buiten de eurozone

ingezetenen die buiten de eurozone beleggen/investeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

3 voorbeelden van welke partijen een bepaalde valuta aanbieden

A

exporteurs van goederen en diensten van buiten de eurozone

primaire inkomens komen van buiten de eurozone

niet-ingezetenen die in de eurozone beleggen/investeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

tot welke marktvorm horen wisselmarkten en waarom (4)

A

volkomen concurrentie want:

veel vragers en aanbieders van vreemde valuta

vrij toegankelijk

zeer grote transparantie

een perfect homogeen product

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke 6 factoren bepalen de vraag naar en aanbod van vreemde valuta

A

prijsveranderingen in binnen- en buitenland

gewijzigde consumentenvoorkeur

gewijzigd inkomen

de interestvoeten in binnen- en buitenland

productiviteitsveranderingen

speculatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

bij welke bepalende factor van de vraag en aanbod van vreemde valuta hoort deze grafiek

A

prijsveranderingen in binnen- en buitenland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

bij welke bepalende factor van de vraag en aanbod van vreemde valuta hoort deze grafiek

A

gewijzigde consumentenvoorkeur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

bij welke bepalende factor van de vraag en aanbod van vreemde valuta hoort deze grafiek

A

gewijzigd inkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

bij welke bepalende factor van de vraag en aanbod van vreemde valuta hoort deze grafiek

A

de interestvoeten in binnen- en buitenland

17
Q

bij welke bepalende factor van de vraag en aanbod van vreemde valuta hoort deze grafiek

A

productiviteitsveranderingen

18
Q

bij welke bepalende factor van de vraag en aanbod van vreemde valuta hoort deze grafiek

A

speculatie

19
Q

wanneer heb je flexibele wisselkoersen

A

wanneer de vorming van wisselkoersen zuiver wordt overgelaten aan vraag en aanbod

20
Q

wanneer heb je vaste wisselkoersen

A

wanneer dat een systeem is die een overheid kan volgen om de wisselkoersen te stabiliseren

21
Q

wat kan de overheid doen om wisselkoersen te stabiliseren

A

steunaankopen of steunverkopen

rentebeleid voeren

devaluatie - revaluatie

22
Q

wat is de koopkrachtpariteit + engels woord + afkorting

A
23
Q

wat is de betalingsbalans

A

dat is een overzicht van alle economische transacties die betalingen of ontvangsten meebrengen tussen eurozone en daarbuiten

24
Q

wat zijn de 2 deelrekeningen van de betalingsbalans van belgie

A

lopend verkeer

kapitaal- en financieel verkeer

25
Q

wat houdt het lopend verkeer in

A

goederen- en diensten verkeer = handelsbalans

inkomens (uit arbeid, beleggingen/investeringen)

lopende overdrachten door particulieren en de overheid

26
Q

wat houdt het kapitaal- en financieel verkeer in

A
  • kaptiaalverkeer:
    • kaptiaaloverdrachten
  • financieel verkeer:
    • directe inversteringen
    • beleggingen
27
Q

wat is protectionisme

A

het is een vorm van economische politiek, waarbij een land de internationale handel belemmert in het voordeel van hun eigen economie

28
Q

hoe kunnen landen protectionisme voeren

A
  1. handelspolitieke maatregelen:
    1. invoerrechten
    2. contingenten
    3. exportsubsidies
  2. monetaire maatregelen
29
Q

welke 2 mogelijkheden zijn er bij invoerrechten + vb

A
30
Q

wat zijn de 3 effecten van een ad valorem invoerrecht + uitleg

A
30
Q

wat zijn de 3 effecten van een ad valorem invoerrecht + uitleg

A
31
Q

waar zijn de 3 effecten van een ad valorem invoerrecht op de grafiek

A
32
Q

uit wat bestaat het handelsbeleid van de EU

A

intern beleid:

vrij verkeer van goederen/personen(werknemers, etc.)/diensten/kapitaal

extern beleid:

invoer uit derde landen

uitvoer naar derde landen